5 vragen aan... conservator en samensteller Eveline Holsappel

Het Fries Museum, bekend om exposities die de Nederlandse geschiedenis en cultuur belichten, presenteert nu de tentoonstelling Ja, ik wil!. De evolutie van de trouwjurk, met stukken van ontwerpers als Jan Taminiau en als hoogtepunt de Valentino Couture jurk van koningin Máxima. Elegance sprak met conservator en samensteller Eveline Holsappel.

1. Hoe ontstond het idee voor de tentoonstelling?

"Bij het bedenken van nieuwe ideeën voor tentoonstellingen nemen we zo veel mogelijk de eigen collectie van het Fries Museum als uitgangspunt en koppelen dat aan een onderwerp dat een breed publiek aan- spreekt. Het museum heeft een belangrijke kostuum- en textielcollectie met daarin enkele bijzondere trouwjurken. We merkten meteen dat ‘de trouwjurk’ veel bij mensen losmaakt. Bovendien is het vijftig jaar geleden dat er een grote tentoonstelling over trouwjurken te zien was in Nederland, dus het werd tijd voor een nieuwe. Het is voor ons een feest om onze jurken te laten zien naast diverse bruiklenen van andere musea, particulieren en ontwerpers om zo het verhaal van de Nederlandse trouwjurk in de afgelopen 250 jaar te kunnen vertellen."

Bekijk ook

Remko Kraaijeveld over eerste date met Vanja van der Leeden: 'Er stapte een bijna goddelijke verschijning binnen' | Elegance

Scènes uit een huwelijk met Vanja en Remko. 

2. Wat is jouw persoonlijke favoriete onderdeel van de tentoonstelling?

"We werken voor de vormgeving samen met ontwerpstudio MAISON the FAUX die ervoor gezorgd heeft dat de tentoonstelling er spectaculair uitziet. Het ontwerp is losjes gebaseerd op oude spelshows zoals Ron’s Honeymoonquiz, inclusief showtrappen. Ik vind het geweldig om historische jurken van wel tweehonderd jaar oud in zo’n verrassende, hedendaagse setting te zien, het brengt ze naar het nu. En het is natuurlijk ontzettend bijzonder dat we de trouwjurk van koningin Máxima mochten lenen!"

3. Wat hoop je dat er bijblijft van de tentoonstelling?

"Ik hoop dat er voor elke bezoeker iets te ontdekken valt. Voor de modeliefhebbers hoe de bruidsmode in Nederland zich heeft ontwikkeld. Aan creatieve mensen die zelf kleding maken vertelt modeontwerper Claes Iversen wat erbij komt kijken om een trouwjurk te maken. Mensen die meer geïnteresseerd zijn in geschiedenis kunnen zich verdiepen in de persoonlijke verhalen van de bruiden. Bij vrijwel elke trouwjurk staat een verhaaltje over de bruid waardoor direct de veranderende rol van de vrouw in de samenleving zichtbaar wordt."

4. Wat was de grootste uitdaging bij het opzetten?

"Textiel is een kwetsbaar materiaal en als je trouwjurken maanden tentoonstelt op een pop, dan kan dat schade opleveren. Enkele trouwjurken uit onze eigen collectie waren eigenlijk te slecht om te tonen, maar gelukkig konden we ze laten restaureren. Je moet als museum moeilijke keuzes maken of je stukken tentoonstelt zodat je ze met de bezoekers kunt delen of ze veilig in het depot laat, maar waar niemand ze kan zien. Het vinden van de juiste poppen is ook altijd een hele uitdaging. Elk lichaam is anders dus elke jurk heeft een eigen pop nodig. Mensen realiseren zich vaak niet hoeveel werk daarin zit."

5. Wat is de huidige trend die je ziet als het gaat om bruidsjurken?

"In de jaren zeventig zag je dat veel bruiden zich verzetten tegen de in hun ogen traditionele witte lange trouwjurk. Ze kozen voor kleur, een minirok of zelfs een broek. Als je nu in bruidsmodezaken kijkt of naar programma’s over trouwjurken op tv, dan kiest een groot deel toch weer voor traditioneel wit. Vintage jurken zijn nu ook populair. Bruiden willen graag een unieke jurk en bovendien is het ook duurzaam, omdat het niet maar één keer gedragen wordt."

Ja, ik wil! is van14 september t/m 16 februari 2025 te bewonderen in het Fries Museum.