5 Vragen aan… modeontwerpster Tosca Soraya Otten

Tosca Soraya Otten vloog na haar studie op het AMFI naar Shanghai voor haar eerste baan als ontwerpster. Dat verruilde ze in voor Parijs om een master aan het prestigieuze Institut Francais de la Mode te volgen en ging daarna aan de slag als creatief patroonmaakster bij Cacharel. Terug in Amsterdam werd ze de rechterhand van Ilja Visser en in 2017 startte ze haar eigen TOS gallery op. Maar het was tijd voor een volgende stap. Na lang en hard werken lanceerde ze tijdens Milaan Fashion Week en Paris Fashion Week haar gloednieuwe merk Teder.

Teder

Hoeveel impact kleding kan hebben op ons zelfbeeld, is volgens de ontwerpster flink onderschat. Pasvormen worden vaak ontwikkeld zonder rekening te houden met de grote variatie aan rondingen die er bestaan. Denk aan een pantalon die op bepaalde plekken knelt of naden die over de buik lopen. Met Teder onderzoekt Otten daarom het verband tussen design en wat daar psychisch voor effect uit kan komen.

Voor de Teder AW24 collectie laat Otten de regels los. Het resultaat zijn eigenwijze vormen, naden op plekken waar je ze niet verwacht en onverwachte zakken. Elegant doch speels. Verfijnde materialen, een harmonieus kleurenpalet, ‘vloeiende’ maten, en pasvormen waarin je je vooral heel vrij voelt zijn de collectie in een notendop. De stukken zitten allemaal losjes om het lichaam zodat je altijd vrij bent om te bewegen, materialen voelen fijn op de huid en de afwerkingen zijn high-end. Hiermee wil ze laten zien dat de betekenis van wat ‘mooi’ is net zo divers is als de variatie aan mensen in de wereld.

Ook niet onbelangrijk: de materialen van de collectie zijn grotendeels van natuurlijke oorsprong en een groot deel van de stoffen komt uit ‘deadstock’. Hiermee draagt Tosca ook haar steentje bij aan een betere wereld.

1. Wat maakt Teder uniek?

“Teder duikt dieper in het gevoel dat kleding ons geeft, vanuit een design perspectief. Ik onderzoek welke pasvormen een goede invloed hebben op ons zelfbeeld in het dagelijkse leven. Het is best een psychologische insteek, maar dat is exact wat ik interessant vind. Wat is het aan kleding dat ons zelfbeeld beïnvloedt? En hoe kun je daar als ontwerper op inspelen, op een positieve manier? Kleding kan zoveel impact hebben op hoe een vrouw zich voelt. Ik ben zelf ook best een kritische shopper en kan in een kledingwinkel al heel snel zien dat 80% van de broeken niet goed zitten bij mij. Ik miste als vrouw kledingmerken die echt rekening houden met hoe ik me voel in mijn lichaam. Veel pasvormen houden geen rekening met bredere heupen of rondingen. Ik vind het daarom heel belangrijk om vrouwen te supporten in hun alledaagse leven, zodat ze zich comfortabel en zelfverzekerd voelen. Dat zie je terug in de designs van mijn kleding. De meeste vrouwen schommelen bijvoorbeeld in gewicht, dus hoe fijn is het om kleding te hebben dat met je mee kan bewegen? Daarom is 75% van de collectie gemaakt in ‘fluid sizing’, waarbij eigenlijk drie maten in één maat vallen. Zo kun je ervoor kiezen of je de items los wil dragen, of juist wat meer aangesloten. Maar niks is bodycon-strak of helemaal getailleerd. De stukken zitten altijd fijn om het lichaam zodat je altijd vrij bent om te bewegen. Daarnaast ligt mijn focus heel erg op kwaliteit.”

2. Neem ons eens mee in het ontwerpproces

“Het begint met een bezoek aan Premier Vision voor materialen inspiratie. Ik heb dan al een moodboard en schetsen, maar de echte schetsen ontwikkel ik pas later. Daarna maak ik samen met mijn assistente de eerste pasvormen en proefmodellen in de studio en kijken er ook adviseurs vanuit sales en business met me mee. Ondertussen zoek ik ook contact met fabrikanten om straks de samples te laten maken. Daar vlieg ik ook nog naartoe om alles te bespreken. Wanneer de eerste samples klaar zijn, doe ik een fitting met een doorpasmodel. Afhankelijk van hoeveel er niet goed is, komt er een tweede sample. Is alles goed, dan moet het gefotografeerd worden; met en zonder model. Daarna gaat alles door naar een sales agent die de collectie presenteert aan inkopers van winkels en distributiecentra. Ondertussen ben ik alweer gestart met de volgende collectie…”

3. Hoe komt het dat er in de collectie best wat Aziatische invloeden te zien zijn?

“Ik neig wel vaker richting Azië met betrekking tot esthetiek. Dat komt denk ik omdat ik zelf deels Indonesisch ben, maar ook omdat ik een paar jaar in Shanghai heb gewoond. Echter ben ik het meest geïnspireerd door Japan en ik lijk daar elke keer als een magneet weer naartoe getrokken te worden. Er zit een bepaalde harmonie in die esthetiek, een vrijheid en een verfijning die me heel erg aanspreekt. Stiekem droom ik ervan om ooit in Japan te wonen, al is het maar even, om te zien of ik echt zo goed klik met die wereld.”

4. Wat is jouw favoriete item uit de collectie?

“Mogen het er twee zijn? Ik denk dat het item dat ik zelf het liefst zou dragen het Yeux shirt is. Een wit overhemd met wijde mouw die voortbouwt op een shirt dat ik bij TOS Gallery heb ontwikkeld. De verhoudingen en pasvorm zijn supermooi, stijlvol en toch ook heel relaxed. Leuk weetje: de basis voor het shirt ligt op een denim overhemd dat ik ooit in Parijs voor €2 op de kop heb getikt. Het tweede item is de Brunia Dress, omdat hij zo eenvoudig is en toch qua constructie best lastig. De jurk bestaat uit één patroondeel en heeft alleen een middenachternaad en twee schoudernaden. Hij heeft iets enorm artistieks en toch iets heel eenvoudigs. Hij kan heel chic gedragen worden met een hak maar ook heel relaxed met een sneaker. Die veelzijdigheid is bij mij in het algemeen favoriet.”

5. Je bent ook moeder. Hoe combineer je dat met een eigen modemerk?

“Nou, dat is soms best een uitdaging. Het is mijn droom om een bedrijf te maken van Teder en om in winkels over de hele wereld te liggen. Maar om tegelijkertijd ook een gezin te hebben waarin mijn partner en ik gelijk zijn en ons kunnen blijven ontwikkelen. Toen ik zwanger werd hebben mijn vriend en ik hele heldere gesprekken gehad. Ik ben geen type huisvrouw. Ik werk graag en veel en wilde dit niet opgeven. We zouden alles splitsen: evenveel werken, het huishouden en de zorg voor ons zoontje Noé. Maar ik werk ook wel eens weekenden of moet reizen naar fabrikanten, en dan is het best zwaar voor mijn vriend om alle ballen hoog te houden. Gelukkig is mijn zoontje helemaal gek op mijn vader, die op zijn beurt ook heel graag zorgt voor Noé. Dus als de nood hoog is, kunnen we altijd bij hem terecht. En we doen ook genoeg leuke dingen samen als gezin én alleen. Moeder zijn helpt me met het aanscherpen van grenzen in werk, om mijn tijd efficient in te zetten, om ’nee’ te leren zeggen en om hulp te vragen. Daarbij ben ik er ook achter gekomen dat het prima is als je soms een paar ballen op de grond laat vallen, dat komt later wel weer.”

Portret: Sevilay Maria | lookbook beelden: Alena Afanaseva

Laatste nieuws