5 Vragen aan… operazangeres Francis van Broekhuizen

"Ik probeer de drempel te verlagen voor iedereen."

Opera Zuid tourde vorig voorjaar door het land met Orphée aux Enfers. Benjamin Prins regisseerde Jacques Offenbachs komische opera met onder anderen Amel Brahim-Djelloul, Mark Omvlee en Francis van Broekhuizen. Elegance sprak met Van Broekhuizen over haar missie om de drempel voor opera te verlagen.

1. Wat trok je specifiek aan in deze rol?

“Ik ben gevraagd voor de rol door Waut Koeken, de directeur van Opera Zuid. Hij zag in mij de figuur van Junon en wilde graag dat ik het zou zingen, waarschijnlijk ook vanwege mijn komische talent. Ik ken de operette nog niet goed, dus ik ga hem nu pas studeren. Wat ik ervan zie en hoor is het ontzettend geestig. Daarbij is de muziek prachtig. De beroemde CanCan komt uit dit stuk. Dus dat vond ik enig om ineens tegen te komen tijdens het studeren.”

2. Wat hoop je dat mensen meenemen van een opera?

“Ik hoop altijd, bij welk stuk of opera dan ook, dat mensen een fijne avond uit hebben waar ze kunnen genieten van het verhaal en de muziek. Mijn taak is om zo goed mogelijk de rol te vertolken die ik op dat moment speel. Of dat nou een tragische of komische rol is. Dat maakt mijn vak ook zo leuk. Het is enorm afwisselend en je leert altijd bij.”

3. Deel van je missie is om ambassadeur te zijn voor de opera. Hoe merk je het effect hiervan door de jaren heen

“Dat ik bekend ben en nu weer kan zingen bij Opera Zuid, zorgt er misschien voor dat publiek dat mij leuk vindt, nu ook voor het eerst naar een operavoorstelling gaat. In die zin ben ik ambassadeur. Ik probeer de drempel te verlagen voor iedereen. Opera is namelijk een prachtige kunstvorm die voor iedereen bedoeld kan zijn. Soms moet je je wel wat meer verdiepen in het verhaal, dus dat raad ik mensen ook aan. Als je het stuk niet goed kent, lees er dan van tevoren wat over, dat verhoogt het plezier.”

4. Wie is voor jou de persoon geweest die het meest van invloed was op je carrière?

“Ik ben mijn hele leven al geïnspireerd door de zangeres Maria Callas. Dat is mijn grote voorbeeld. Maar ik ben in mijn leven heel goed op weg geholpen door mijn verschillende zangpedagogen, zoals Dobrinka Yankova, Kevin Smith en Cora Canne Meijer. Daarnaast heb ik enorm veel opgestoken van de Schotse tenor Alexander Oliver. Bij hem heb ik tijdens de Opera Academie echt geleerd wat het betekent om een opera voor te bereiden en te spelen en te zingen. Zijn ervaringen en verhalen uit zijn carrière waren altijd om te smullen en hij heeft me nog meer liefde voor dit vak meegegeven. Het leuke is dat ik nu weer samen met hem mag werken bij de Nationale Opera in de opera Animal Farm. Dat is gewoon een feest.”

5. Is er een voorstelling of rol die je ooit nog eens zou willen spelen?

“Mijn grote droom is nog steeds om een keer Tosca te mogen zingen. Dat is mijn lievelingsopera en die muziek van Puccini is zo prachtig. Ik heb de opera ooit bewerkt samen met Corina van Eijk voor Opera Spanga. Toen zong ik in een verkorte versie alle rollen in mijn eentje. Maar een keer helemaal zoals het hoort, met koor, orkest en solisten, zou het einde zijn.”

Tekst: Jorrit Niels | Beeld: Privé

Laatste nieuws