Nog eentje dan, om het af te leren. Kom doe niet zo flauw, ik moet ook vroeg op.’ Ik stond aan de bar, pak ’m beet tien jaar geleden. Ik was begin veertig, hoofdredacteur van Het Parool, runde een groot gezin en stond óók nog regelmatig met vrienden aan de toog van een café. Een grote mond had ik, over bijna alles. Yoga was voor zweefkutten en hardlopers waren doodlopers. Planten waren voor burgertrutten en mensen die overdreven veel van hun hond hielden, hadden vast geen kinderen. Als je je moe of niet lekker voelde, was je een watje. Ikzelf beschikte over een tomeloze energie, gedreven door ambitie. Ik stond boven op de top van de eerste berg, weet ik nu. Ik had carrière gemaakt, status bereikt en elke maand werd een riant salaris op mijn rekening gestort. Dat me in staat stelde in een groot huis te wonen, meerdere keren per week uit eten te gaan en verre reizen met het hele gezin te maken. Mijn leven was geslaagd, ik was geslaagd.
Mijn schoonzus waarschuwde me weleens voor een burn-out, maar dat wuifde ik heel hard weg. Mijn motto was work hard, play hard. Ik voelde me goed en ik genoot ervan.
Op mijn vijftigste verliet ik de krantenuitgeverij waarvoor ik vijftien jaar had gewerkt. Ik belandde tevens in een korte maar hevige familiecrisis en werd voor het eerst oma. Al mijn zekerheden werden plots onzekerheden en ik lag wakker van het controleverlies. Een goede vriendin raadde me aan op yoga te gaan, ze beloofde me dat ik me herboren zou voelen. Ik lachte haar in haar gezicht uit en zei dat ik nog niet dood gevonden wilde worden op een matje tussen allemaal andere vrouwen die Oooohm zoemen. Mijn vriendin bleef ernstig kijken en suggereerde dat ik dan eerst privéles zou kunnen nemen, om te ervaren hoe dat is. Ze gaf me het nummer van haar yogadocent. Na de eerste privéles fietste ik zo licht als een veertje naar huis. Na drie lessen was ik om en nam een abonnement op een yogaschool.
‘Ik ben een ANDER MENS geworden, in een ANDER LEVEN’
Op uitnodiging van een boekenuitgeverij besloot ik een boek te gaan schrijven. Tijdens het schrijven kwam ik erachter dat ik mijn gedachten het beste kon ordenen als ik hardliep of baantjes zwom. Mijn omgeving reageerde stomverbaasd. Barbara die nooit aan sport deed, die louter het hedonistische leven predikte, nu opeens op de yogamat en in een renpakje? Ondertussen sleepte ik de ene na de andere plant het huis binnen en ontwikkelde met liefde en beleid groene vingers. On top of all verkochten we ons huis in Amsterdam, ruilden het in voor een appartementje in de stad en een tweede huis in Friesland. Om ons leven te verdelen over stad en platteland. Ik verdiende niet veel meer maar we zetten de tering gewoon naar de nering.
Terugkijkend op de afgelopen drie jaar ben ik een ander mens geworden, in een ander leven. Ik heb me dikwijls afgevraagd wat er in me is gevaren dat ik zo rigoureus het roer heb omgegooid. Was het een midlifecrisis, de overgang, of voortschrijdend inzicht? Inmiddels weet ik het. Door het lezen van het boek De tweede berg van David Brooks zijn alle kwartjes rinkelend naar beneden gevallen. Ik ben zonder dat ik me ervan bewust was, de tweede berg gaan beklimmen. De eerste berg draait om jezelf en om succes. Om doelen afvinken, scoren, winnen, reputatie en status. Maar op het moment dat je boven op die eerste berg staat, realiseer je je dat je dat niet daadwerkelijk gelukkig maakt. De tweede berg komt daarna; die draait om anderen, niet om jezelf. Om zingeving, het nastreven van een betekenisvol leven. Twee maanden geleden is mijn tweede boek, Je kunt het maar één keer doen, verschenen. Het gaat over sterven. Mijn mailbox puilt inmiddels uit van de reacties van lezers. Dat mijn boek hen troost heeft geboden of tot inzichten heeft gebracht. Voor het eerst van mijn leven heb ik het gevoel dat ik met mijn werk iets heb kunnen betekenen voor anderen. Doordat mijn leven geen ratrace meer is, heb ik ook in mijn persoonlijk leven veel meer tijd voor anderen. Ik kan er nu écht zijn voor een ongeneeslijk zieke vriendin. David Brooks zegt: ‘Het goede leven draait om momenten van intens gedeelde ervaringen met anderen.’ En zo is het. Ik zit nu boven op de tweede berg en ik kom er niet meer vanaf. En ik wil trouwens ook graag een hond...