Column Barbara van Beukering

Toen mijn goede vriendin 50 werd, besloot ze eens flink in de bus te blazen. Ze organiseerde een tuinfeest waarvoor ze 200 mensen uitnodigde.
Kosten nog moeite werden gespaard: partytenten, vuurkorven, cateringhapjes en in de bediening jonge luitjes met witte overhemden en zwarte sloven. Ik had beloofd om extra vroeg te komen, want het beginnetje van een feest is altijd het lastigste gedeelte. Ik trof mijn vriendin huilend aan in de tuin. Terwijl ik de mascara van haar wang veegde, vroeg ik wat er aan de hand was. ‘Bijna iedereen heeft afgezegd’, schokschouderde ze. Dat leek me sterk met een gastenlijst van 200 mensen, dus ik informeerde waar ze dat op baseerde. Ze pakte haar iPhone, opende WhatsApp en liet mij het scherm zien. Inderdaad een hele reeks appjes, een stuk of twintig, van mensen die een paar uur voor aanvang van het feestje lieten weten ‘tot hun grote spijt toch niet te kunnen komen’. Hoewel ik begreep dat mijn vriendin daar stikchagrijnig over was, troostte ik haar met de constatering dat het nog geen 10 procent van de gasten was. Een no-show van 30 procent is vuistregel.
Een paar weken geleden gaf mijn uitgeverij een feestje ter gelegenheid van de lancering van mijn boek Je kunt het maar één keer doen. Ik mocht 100 mensen uitnodigen, dus ik vroeg er 120.
Een bepaald gedeelte van ons land had in mijn feestweek voorjaarsvakantie, dus flink wat mensen lieten onmiddellijk na het ontvangen van de uitnodiging weten dat ze niet konden komen omdat ze op wintersport waren. Op de dag van mijn boekborrel kwam via WhatsApp de één na de andere afzegging binnen.

‘IK TROF MIJN VRIENDIN HUILEND AAN IN DE TUIN’

Een groot aantal berichtjes begon met: ‘sorry, ik ga het toch niet redden’. Ik ben altijd verbaasd dat mensen niet in staat zijn de regie te voeren over hun eigen agenda. Als al een maand in je agenda staat dat je op die datum om 17.00 uur ergens moet zijn, hoe kan het dan dat je ’s middags om 14.00 uur opeens denkt: ik ga het niet redden? Tenzij je om 15.00 uur in een vergadering zit waarvan je dacht dat de agenda binnen een half uurtje afgehamerd zou zijn, maar opeens deelt de directeur mee dat er surseance van betaling is aangevraagd. Dan begrijp ik ook wel dat je de zaal niet kunt verlaten voor een boekborreltje. Het frappantste zijn de appjes die twee uur voor het feestje binnenkomen met mededelingen als: ‘sorry, wij zijn in New York, we gaan je boekpresentatie niet halen’. Of ‘ik heb een ouderavond vanavond’. Of ‘mijn moeder is jarig en ik eet vanavond met haar in het verzorgingshuis’. Stuk voor stuk heel legitieme argumenten om af te zeggen, maar dat wist je toch al toen je de uitnodiging ontving? Waar het om gaat, is dat het strontvervelend is als mensen zich een paar uur voor je feestje afmelden. Het bederft je goedgemutste en enigszins nerveuze humeur. Je beeldt je door de afzeggingen in dat er niemand komt.
Eén van de meest aangrijpende filmscènes die ik me herinner is een fragment uit Little man Tate. De moeder, Jodie Foster, organiseert een feestje voor haar zoontje Fred. Terwijl ze samen in de versierde huiskamer tussen de taart en ballonnen zitten te wachten, komt helemaal niemand opdagen. De ultieme nachtmerrie voor iedereen die weleens een feestje geeft.
Als je verhinderd bent, laat je dat meteen na het ontvangen van de uitnodiging weten. Bij twijfel zeggen dat je niet komt. Mocht het onverhoopt wel lukken, dan is je spontane aanwezigheid een cadeautje. Als je het op het laatst toch niet redt, laat je dat pas de vólgende dag weten. Het feestvarken verkeert dan nog in een roes en heeft nog helemaal niet op een rijtje wie er wel en niet was. Een appje de volgende dag met een verontschuldiging wegens ziekte of overwerk is helemaal niet erg, want de feestbuit is al binnen. De tweede les die in mijn etiquettebijbel onder het kopje feestjes staat, is: bij binnenkomst de gastvrouw groeten, bij weggaan niks zeggen. Ook hier geldt; wat niet weet wat niet deert. De blije aardbei die het feest geeft, leeft puur in het moment en als er om de haverklap iemand komt zeggen dat-ie het feestje verlaat, is dat een continue stroom kleine teleurstellinkjes. Gewoon ertussenuit sneaken, je kunt achteraf gewoon zeggen dat je er bijna tot het laatst was.
Op mijn boekpresentatie kwamen maar 78 mensen, maar gek genoeg heb ik helemaal niemand gemist. Bovendien is iedereen tot het laatst gebleven.

Laatste nieuws