Column Barbara van Beukering

Mam, heb jij weleens last gehad van de krabbenmand?, vraagt Milou, mijn jongste dochter, door de telefoon. ‘Zeer zeker,’ antwoord ik, ‘waarom vraag je dat?’ Ze legt uit dat ze een boek schrijft over het krabbenmandeffect: waarom vrouwen elkaar zo hard veroordelen, jaloers zijn, vals praten over mooie soortgenoten en elkaar succes misgunnen in plaats van gúnnen. Worden vrouwen in de krabbenmand geboren of tot krabben gemaakt? Haar boek met de titel Krabben, is een zoektocht naar nature versus nurture.
Mijn gedachten dwalen af naar mijn aanstelling als chef van Volkskrant magazine. Mijn voorganger was Jan Tromp, een zeer gerenommeerd journalist, maar wel een tikkie ouder en nogal old school. Je zóu denken dat de vrouwen op de redactie blij moesten zijn met mijn komst. Ik was vijfendertig, bomvol energie en was hoofdredacteur geweest van onder andere AvantGarde en Blvd. Maar niets bleek minder waar. Toen een van de vrouwelijke redacteuren er lucht van kreeg dat ik de redactiebaas werd, begon het protest. Ik zou te jong zijn, te blond, te licht. De redactie keerde zich tegen mijn aanstelling en stelde een verklaring op die werd voorgelezen tijdens een vergadering waarbij de hoofdredacteur van de Volkskrant aanwezig was. In die verklaring stond letterlijk: ‘Sinds we te horen hebben gekregen wie de hoofdredactie op het oog heeft, verkeren we in een collectieve verdoving. Het is alsof je van een lomschool de onderwijzeres in macramé en nuttige handwerken wegplukt om directeur van een gymnasium te laten worden. Dit is de Umwertung aller Werte. De hoofdredactie van de Volkskrant legt de rode loper uit voor een kampioene lichtgewicht.’
De brief lekte uit zodat ik van tevoren wist hoe de vlag erbij hing. Het was niet makkelijk om aan deze baan te beginnen en het bleek een moeizaam proces om de vrouwelijke redacteuren voor me te winnen. Een vrouwelijke journalist schreef in die tijd over mij dat ik een ‘overrijpe blondine was die haar baantje bij Volkskrant magazine te danken had aan haar nachtelijke avonturen met Martin Bril en Matthijs van Nieuwkerk.’ Terwijl ik godbetert zeven sollicitatierondes had doorstaan. ‘Dus ja, ik ben in mijn leven regelmatig gekrabt’, besloot ik dit verhaal.

‘HIJ KEEK NAAR ME MET VEEL DEDAIN EN ZEI: ‘LEUK BLOES- JE HEB JE AAN’

Waarop Milou vroeg hoe het was toen ik daarna hoofdredacteur van Het Parool werd. Goeie vraag, want toen ik eenmaal op de top van de apenrots was beland, kwam ik in een heel andere dynamiek terecht: nu hadden mannen vaker problemen met het feit dat ik een vrouw was. Zo zat ik eens als enige vrouw in een vergadering. Ik had een betoog gehouden over de journalistieke koers van de krant toen ik aan een oudere collega vroeg of hij het met me eens was. Hij keek naar me met veel dedain en zei: ‘Leuk bloesje heb je aan.’
Nu ik deze functie bekleedde waren het de vrouwen die het cool vonden dat hun hoofdredacteur een vrouw was. Ze vonden het stoer dat ik zo’n pittige baan met een groot gezin combineerde en complimenteerden me regelmatig met mijn jurk of hoge hakken. Op mijn beurt vond ik het mijn plicht om meer vrouwen op chefsfuncties te benoemen en had ik er lol in om vrouwen te motiveren zichzelf te ontwikkelen en meer verantwoordelijkheden te geven. Ik voelde me, als ik in lastige situaties verkeerde, altijd het meest gesteund door vrouwelijke collega’s. Dus mijn particuliere ervaring is dat ik als chef in de krabbenmand zat en als hoofdredacteur juist sisterhood ervoer.
Welke conclusie ik daaraan moet verbinden, weet ik niet. Misgunnen vrouwen het elkaar als een van hen een promotie maakt naar een functie die ze zelf ook ambiëren? En vinden vrouwen het wel gaaf als een vrouw zo hoog klimt dat die positie voor henzelf niet meer binnen het gewenste bereik ligt?
Voor het antwoord op deze en vele andere vragen moeten we het zojuist verschenen boek Krabben lezen. Of krabben aangeboren of aangeleerd is, is mijn dochter inmiddels heel stellig; we worden niet als krabben geboren, we worden tot krabben gemáákt. En sisterhood is nodig om hier vanaf te komen. Veroordeel andere vrouwen niet, steun ze. Als we gelijkwaardigheid nastreven, en dat doen we, moeten we elkaar de wereld gunnen.

Bron: Barbara van Beukering

Laatste nieuws