‘Door schade en schande ben ik véél wijzer geworden’
Prinses
‘Alle kleine meisjes willen prinsesjes zijn: met roze jurkjes en gouden schoentjes. Ik had ook die fantasie. Ik had echt geen idee dat ik er eentje was. Ik denk niet dat er bewust iets wel of niet gezegd is; we werden er vooral niet mee opgevoed. Je komt er gewoon een keer achter dat je prinses bent. En dan merk je dat je een bepaalde verantwoordelijkheid hebt – bijvoorbeeld dat je op een bordes moet staan, dat je je altijd netjes dient te gedragen, dat dat allemaal hoort bij prinses zijn. Prinses zijn was verantwoordelijkheid met je meedragen. Het was iets waar je rekening mee moest houden. En je gaat toch anders naar de wereld kijken. Nee, niet vanuit een verheven positie, dat absoluut níét. Mijn ouders hebben me bescheidenheid en empathie bijgebracht en niet te vergeten: maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij zijn niet beschermd opgegroeid, laat staan verwend.’
Jeugd
‘Spelen in Parijs, wonen op Soestdijk, maar ook: familievakanties in Oostenrijk of in Zwitserland bij mijn moeder, en altijd de bergen in. Nadat mijn ouders waren gescheiden bezocht ik met mijn vader veel landen en was ik vaak in de Verenigde Staten, waar hij toen woonde. Volop avontuur en fantastische plekken, altijd iets moois en leuks te beleven! Dat veranderde niet toen mijn ouders scheidden, nee hoor. Ze bleven goede vrienden – en hele goede ouders.’
"Ik dúrf nu gewoon veel meer; ik twijfel veel minder aan mezelf. En er is ook geen faalangst meer."
Culture antropologie
‘Ik kom uit een achtergrond waar het niet de vraag is óf je gaat studeren – dat dóé je. Ik kom uit een familie waar men bijna vanzelfsprekend politicologie studeert of internationale betrekkingen of, zoals mijn vader, economie. Van alles werd er gestudeerd, behalve iets wat met creativiteit van doen heeft.De kunstacademie? Dat kwam niet in me op. Dus ging ook ik een academische studie doen. Ik dacht dat culturele antropologie het meest bij me zou passen. Dat was op zich ook zo. Ik was altijd al geïnteresseerd in hoe mensen leven en met elkaar omgaan, hoe een andere cultuur in elkaar steekt. Maar het ging moeizaam. Na een jaar attendeerde een medestudent me erop dat ik me kon laten testen voor dyslexie. Dat heb ik gedaan. Ik bleek inderdaad dyslectisch te zijn en toen zei een docent: “Wil je deze studie wel doen? Je moet er in jouw omstandigheden wel echt gepassioneerd over zijn, want anders wordt het moeilijk. Je moet heel veel boeken lezen en veel schrijven.” Ik begon te twijfelen; ik twijfelde vaak in die tijd. Toen deed ik weer een test. Daar kwam uit: architectonische vormgeving. Ik werd er heel onzeker van. Ik moest zoeken, echt zoeken, naar wat ik wilde doen. En ik had door die dyslexie enorme faalangst gekregen, waardoor je je erg onzeker gaat voelen en extra moet knokken op school. Tegenwoordig bestaat er een speciaal letterfont voor dyslexie. Dat download je en dan verwissel je tijdens het lezen de letters veel minder snel. Het heeft lang geduurd eer ik met dyslexie leerde omgaan; eigenlijk heb ik het een beetje vooruitgeschoven. Pas een aantal jaar geleden heb ik er echt iets aan gedaan. Toen dacht ik: ja, nu durf ik niets eens meer normaal e-mails te schrijven, ik kom niet goed over op schrift. Ik vond het heel, heel vervelend. Via prinses Laurentien ben ik aan iemand gekomen die me heeft geholpen om de basisregels weer in mijn hoofd te krijgen, zodat ik weer kon schrijven zonder de angst om fouten te maken. Die overwinning heeft misschien wat lang geduurd, maar ja, je komt pas écht toe aan dingen als het écht nodig is… Schaamte? Ja, natuurlijk! Als je niet eens een goede brief kunt schrijven, of als iemand je vraagt even een tekst door te lezen… Waar je dan twee keer zo lang over doet als iemand anders. Maar toen ik had besloten er wat aan te doen en inzag dat dyslexie geen afwijking is maar een beperking die te behandelen is – toen stond ik ook veel zekerder in het leven. Ik dúrf nu gewoon veel meer; ik twijfel veel minder aan mezelf. En er is ook geen faalangst meer.’
Ontdekkingstocht
‘Ik stopte met culturele antropologie en ging naar Londen voor een korte cursus interieurontwerp – en toen wist ik het. Na die cursus begon ik aan mijn leertijd, eerst bij Ruys Interiors in Zeist. Een tijd waarin ik veel heb geleerd over het inrichten van ruimtes en interieurs en veel kennis heb opgedaan van materialen en texturen. Dat soort kennis heb je echt nodig, wil je dit vak goed uitoefenen. Daarna ben ik met veel plezier meer modern werk gaan doen en heb ik juist de technische kant tot me kunnen nemen door mijn werk bij Groenendaal Architecten. Ik mocht ervaren wat het vormgeven van ruimte allemaal betekent. Ik heb gemerkt dat juist een autodidact zich meer onbevangenheid kan permitteren. Door altijd open te staan, ben je een spons die steeds weer zijn eigen passie voedt met informatie. Het maakt dat je altijd op zoek bent en alles aangrijpt, alles wilt ervaren. Ik heb zeer divers werk gedaan; vooral particuliere huizen in binnen- en buitenland, hotelinterieurs, kantoren. Ik heb meegewerkt aan het restaureren en herstofferen van een aantal rijksmonumenten. Dat was een heel goede leerschool. Na mijn huwelijk ben ik gaan studeren bij de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Ik wilde mijn horizon vergroten. Op de KABK kwam ik opnieuw in aanraking met meubels, ontwerpen , ruimtelijke vormgeving en architectuur. Het is een ontdekkingsreis geworden. Aanvankelijk een moeilijke, maar op den duur een hele prettige, bevredigende ontdekkingsreis. Ik was altijd al creatief met mijn handen – maar had dat nooit gezien als een keuze, als een beroep. Dat was een fantastische ontdekking. Goddank dat ik toen die test heb gedaan, anders was ik er waarschijnlijk nooit achter gekomen dat er in het leven ook andere mogelijkheden waren dan op het academische vlak.’
Natuur
‘Als ik bij mijn moeder in Zwitserland ben, dan denk ik: geweldig die bergen, wat jammer dat die er in Nederland niet zijn. Ben ik weer in Nederland, dan is dat gevoel weg; dan zijn er bossen, stranden. Natuur is ontzettend belangrijk in mijn leven, altijd geweest ook. Natuur geeft rust. Maar vooral: natuur inspireert me. Mateloos.’
Leaves
‘Ik ben eigenlijk allesbehalve een nieuwkomer. Ik ben nu al alles bij elkaar twintig jaar bezig met ontwerpen, materialen, texturen, techniek, vorm, ruimte, objecten. Een jaar of twee geleden ben ik begonnen met juwelen. Ik had iets moois ontworpen waar ik heel erg blij mee was: een vloerkleed voor een goed doel. Ik was erg tevreden met het resultaat – dat was ook een soort bevrijdend gevoel voor me – en toen kreeg ik een goede vriend van me aan de telefoon, een juwelier. Na een paar minuten zei ik ineens, vrij spontaan: zal ik een ring voor jullie ontwerpen? Ja leuk, zei hij, kom maar langs om erover te praten. En toen werd het van praten iets meer, het werd geen ring maar een juwelenlijn: Leaves, geïnspireerd op de natuur. Ik wilde een bladvorm als basis en ik wilde iets maken wat voor meerdere generaties draagbaar is; voor jonge mensen, maar ook voor mijn moeder. Iets wat je van generatie op generatie doorgeeft. Ik heb goed gekeken naar de Scandinavische stijl, die ik erg bewonder. Ze werken niet met pracht en praal en maken met eenvoud zulke mooie dingen – dan ga je het materiaal waarmee gewerkt is ook meer waarderen. Aanvankelijk was wat ik had gemaakt drukker, met meer lijnen: ik heb het nog meer versimpeld. Ik ben behoorlijk perfectionistisch; ik ben anderhalf jaar met mijn juwelenlijn bezig geweest. Vlak voordat het gepresenteerd zou worden, werd ik midden in de nacht wakker en dacht: oh god, wat nu als niemand het mooi vindt? Nee, dacht ik, ik weet dat het goed is, het is goed, echt – en toen kon ik weer slapen.’
"Er mag van mij wel meer flair in. Vrouwen, hou jezelf niet zo in! Maak een statement"
Flair
‘Ik ontwerp mijn juwelen voor vrouwen die juwelen dúrven te dragen. In Nederland zijn we heel terughoudend in het tonen wat we hebben. Ik vind juist dat we best wel wat meer mogen laten zien. Het mag wel wat minder calvinistisch, wat katholieker. In België zijn mensen al anders gekleed, ze maken er meer werk van. En als ik in Spanje loop denk ik: ik ben underdressed, en als ik in Italië ben denk ik: oh, ik moet echt meer mijn best doen! In het buitenland mag je je als vrouw uitdrukken. In Nederland moet je je als vrouw uitdrukken maar je tegelijkertijd inhouden. Je mag niet helemaal tonen hoe je je voelt, wat je bent… Doe maar gewoon, ja. In Nederland zeggen we ook snel wat iets gekost heeft. Ja, leuk jasje hè – is van de Zara. Of: ik heb heel lekker gegeten daar en het was helemaal niet duur. Er mag van mij wel meer flair in. Vrouwen, hou jezelf niet zo in! Maak een statement! Dat is mijn mediterrane kant.’
Onafhankelijk
‘Ik hou van onafhankelijke vrouwen. Ik vind dat ik steeds meer zo’n vrouw ben – dúrf te zijn. Wat me daarvoor tegenhield was misschien een vorm van bescheidenheid, ik wilde juist door mijn achtergrond niet te veel opvallen. Ik wilde niet dat mensen zouden denken dat ik mezelf belangrijk vond. Maar ik ben nu langzamerhand oud genoeg om te zeggen: ik ben zoals ik ben. Dat is ook het leuke van het leven: je blijft je ontwikkelen en je blijft leren.’
De affaire
‘Oh, dáár heb ik héél erg van geleerd. Persoonlijk was het een heel moeilijke periode, een drama ja. Door schade en schande ben ik véél wijzer geworden. Belangrijkste lessen: bij jezelf blijven. En stilzitten als je geschoren wordt. Je wordt soms verliefd en dan gebeurt er van alles, dan ben je jezelf even kwijt. Ik heb geleerd dat je jezelf weer kunt hervinden – tjee, ik heb zoveel geleerd, toen. Dat je jezelf niet hoeft te verliezen als je sterk in je schoenen staat, ook niet als je verliefd bent. Maar ik heb op de eerste plaats geleerd om sterk in mijn schoenen te gáán staan. Het was een heftige periode, die ik nu heb afgesloten.’
Julia en Paola
‘Mijn dochtertjes! Ze krijgen, vind ik, een goede opvoeding. Mensen aankijken als ze wat zeggen, dankjewel zeggen als je wat krijgt. Zoals het hoort. Ik ben best streng, maar wel redelijk. In Spanje en Italië worden kinderen netjes opgevoed, met goede manieren. Zo voed ik ze ook op: Zuid-Europees. In Nederland daarentegen... Nou ja, laat maar, je weet wat ik bedoel. We hebben een Spaanse oppas. Ik heb de oppas niet voor de kinderen genomen maar voor mezelf, zodat ik kan werken. Onze oppas leert de kinderen Spaans, ze krijgen een tweetalige opvoeding. Eerst moesten ze de Nederlandse taal onder de knie krijgen, dan de rest. Bij mij was het alles tegelijk: Spaans, Nederlands, Frans. Dat was te veel.’
Toekomst
‘Oh, ambities genoeg. Meubels ontwerpen, mijn ontwerpen in het buitenland op de markt brengen. Ik ben nu eindelijk op mijn plek. Ik hoop echt dat ik nu en in de toekomst andere aspecten van mezelf kan laten zien aan mensen. Dat ze zien wat ik kan. En wie ik ben.’
Echtgenote, moeder, ontwerpster
Margarita Maria Beatriz prinses de Bourbon de Parme, gravin van Colorno, kwam 42 jaar geleden ter wereld als dochter van prinses Irene en prins Carlos. Eén minuut later werd haar broer Jaime geboren. Na de scheiding van haar ouders ging zij eerst met haar moeder in de buurt van haar grootouders Juliana en Bernhard wonen en vervolgens in villa Mariënhove in Wijk bij Duurstede. Zij studeerde culturele antropologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam maar ontdekte gaandeweg pas haar echte passie: ontwerpen. Dit jaar introduceerde zij haar juwelenlijn Leaves, gebaseerd op de natuur. Zij trouwde in 2001 met Edwin de Roy van Zuydewijn. Het echtpaar scheidde in 2006.
Margarita trouwde in 2008 met de jurist Tjalling Siebe ten Cate. Ze hebben twee kinderen, Julia (6) en Paola (3) en wonen in Wassenaar. Zij heeft ruime ervaring in ontwerpen – van interieurs tot en met meubelen. Haar juwelenlijn Leaves is verkrijgbaar bij Steltman Juwelier, Den Haag.
Meer interviews met sterke vrouwnen lees je hier in onze Library.