'Het zit hem in het vrijheidsgevoel dat we elkaar geven'

Hij voelde zich geïntimideerd door het aura van glamour om haar heen. Zij was juist blij dat hij zo ‘normaal’ was. Ruim een jaar na hun ontmoeting hadden zangeres Monique Klemann (53) en gitarist Jeroen den Hengst (54) al een dochter. ‘Ik ben altijd op mijn intuïtie afgegaan en bij Jeroen voelde ik gewoon dat hij het was.’

'Het zit hem in het vrijheidsgevoel dat we elkaar geven'

Scène 1 Voorjaar 1995. Een muziekstudio in Haarlem. Een beroemde zangeres is bezig met haar band een album op te nemen. Een gitarist van een andere band komt even binnen om hallo te zeggen. J: ‘Ik was bevriend met haar producer, die kwam ik even groeten. Maar het was natuurlijk wel een extra attractie dat hij met Loïs Lane werkte, een beroemde band met twee bloedmooie zangeressen. Dat vond ik wel spannend. Ik voelde me een beetje een gluurder.’ M: ‘Ik vond Jeroen meteen een leuke jongen, maar ik dacht niet: dat is een kandidaat-lover.’ J: ‘Je zus daarentegen vertelt nog steeds het verhaal dat zij het moment dat ik binnenliep voelde: dit is de man van Monique.’ M: ‘Ik geloof best dat zij dat voelde, maar in mijn hoofd kwam die gedachte niet op.’ J: ‘Ik vond Monique een schitterende vrouw, maar ik maakte me weinig illusies. Ik zei tegen mezelf: zij kan iedereen krijgen die ze wil, dus ga er maar niet van uit dat je een kans maakt.’ M: ‘We zagen elkaar daarna regelmatig, want Jeroen verving onze vaste gitarist tijdens onze tournee. We konden het goed met elkaar vinden, ik vond Jeroen ongelofelijk grappig. En er was ook een gevoel van herkenning.’

Scène 2 April 1995. Een voormalige graansilo in Amsterdam. De zangeres en de gitarist gaan met een groep vrienden naar een feest. Ze dansen, ze drinken. En ze zoenen. M: ‘Het was mijn initiatief. Ik liet me nooit versieren door mannen, daar hield ik niet van.’ J: ‘Ik was daar ook helemaal niet mee bezig.’ M: ‘Het waren altijd de verkeerde types die me probeerden te versieren. De leuke mannen durfden niet. Dus moest ik zelf in actie komen.’ J: ‘Ik voelde me een beetje geïntimideerd door de hele entourage rond Loïs Lane. Er hing een sfeer van glamour en luxe rond die band, die ik totaal niet gewend was. En er waren de hele tijd van die snelle gasten met auto’s en pakken aan, die allemaal iets van jou wilden.’ M: ‘Die hoorden niet tot mijn directe vriendenkring, hoor.’ J: ‘Nee, maar ze wilden wel wat van jou en het zag er vrij serieus uit. En ik was maar een sloebermuzikant die net uit Haarlem was komen aanwaaien. Maar goed, het is uiteindelijk toch gelukt.’ M: ‘Het was je humor. Ik begon hem ook steeds mooier te vinden, je weet hoe dat gaat als je verliefd bent op iemand. En ik vond zíjn entourage juist heel verfrissend. Heel echt en normaal, en daar verlangde ik naar, naar normaal. Want als je beroemd bent, komen er vaak mensen op je af met wie je eigenlijk niets hebt. Ik ben altijd op mijn intuïtie afgegaan en bij Jeroen voelde ik gewoon dat hij het was.’ J: ‘Zelfs na die avond dat we gezoend hadden, dacht ik nog: misschien was het gewoon een uit de hand gelopen auditie die ze afneemt bij al haar nieuwe muzikanten. Laat ik me maar een beetje op de vlakte houden. Maar een paar dagen later was het wel duidelijk dat het meer was.’ M: ‘Het was voor mij niet even leuk een avondje zoenen met iemand. Ik voelde meer bij Jeroen. Ik dacht: dit is een man die cultureel onderlegd is en die mooie verhalen kan vertellen, ik ga me nooit vervelen met hem.’ J: ‘We hadden ook gemeenschappelijke interesses, onder andere muziek. Ik kan me herinneren dat ze me een keer naar huis bracht in haar auto en dat ze Al Green opzette. Dat vonden we allebei zo mooi dat we er stil naar zaten te luisteren. Het was een magisch moment. Het schept een band als je elkaar niet kent, maar wel wegzwijmelt bij dezelfde muziek. We hielden allebei onze mond en het was gewoon goed.’

'Het was zijn humor en ik begon hem ook steeds mooier te vinden, zo gaat dat als je verliefd bent'– Monique

Scène 3 April 1995. De nieuwe kamer van de gitarist in Amsterdam-West. De gitarist is verhuisd van Haarlem naar Amsterdam. De zangeres heeft beloofd dat ze zal komen helpen schilderen. J: ‘Ze kwam aanzetten in een schildersoverall die haar natuurlijk heel goed stond. Van dat schilderen kwam helemaal niets. We hebben heel even de kamer geïnspecteerd en toen zijn we het park ingewandeld. Het was prachtig weer en we hebben de hele dag in het park gelegen.’ M: ‘Ik geloof dat je maar een paar weken in die kamer hebt gewoond.’ J: ‘Daarna pakte ik mijn spullen en ben ik bij Monique ingetrokken.’ M: ‘En je bent nooit meer weggegaan.’ J: ‘Het was een heel mooi voorjaar en we hadden voortdurend samen optredens en daarna gingen we feesten. Het was zo’n leuke tijd.’

'In haar auto zette ze Al Green op. We zaten er stil naar te luisteren. Magisch' – Jeroen

Scène 4 Een novemberavond in 1995. Het appartement van de zangeres in Amsterdam-West. De gitarist komt ’s avonds thuis. De zangeres heeft geweldig nieuws voor hem. Ze is zwanger. J: ‘We hadden vrij snel tegen elkaar gezegd dat we kinderen wilden. Er was een bepaalde rust tussen Monique en mij. We wisten: dit klopt. Je kunt knetterverliefd zijn op iemand, zodat het alle kanten op knalt, maar dan kan het ook gedoemd zijn om snel weer uit te doven of op den duur kapot te slaan. Zo was het niet tussen ons. Het was heel intens, maar ook heel kalm.’ M: ‘Dat gaf zekerheid. Vanuit dat gevoel gingen we het over kinderen hebben. We dachten: dit is wat we willen en waarom zouden we wachten? Maar we waren inderdaad pas een paar maanden samen toen we dat besluit namen. Daarna ging het heel snel. Op een gegeven moment deed ik een zwangerschaps- test en zag ik het: yes, twee streepjes!’ J: ‘Ik was trouwens niet de eerste die het hoorde, want kort nadat ze die test had gedaan, kwam een toetsenist met wie ze toen werkte bij haar langs en hem heeft ze het meteen verteld. Ik kwam pas later thuis en hoorde het als tweede. Maakte mij niet uit, want ik was ongelofelijk blij.’

Scène 5 Juli 1996. Het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam. De zangeres is, hoogzwanger en met 39 graden koorts, naar het ziekenhuis gegaan. Ze moet er blijven. M: ‘Ik had een nierbekkenontsteking opgelopen, waarschijnlijk tijdens een fotosessie in een koude kerk. Ineens kreeg ik hoge koorts. Ik belde voor de zekerheid het ziekenhuis en daar zeiden ze: we willen u toch even zien. En toen ik daar eenmaal was, moest ik blijven, omdat die ontsteking de weeën aanjoeg.’ J: ‘Ik ging terug naar huis om spullen te halen, maar ook omdat ik perse de finale op de honderd meter van de Olympische Spelen wilde zien. En om half vijf ’s ochtends belde een verpleegkundige die zei: u moet nu komen, want de baby komt er aan. Om negen uur was Merel er. Twee weken te vroeg.’ M: ‘De bevalling ging snel. En toen waren we opeens ouders van een dochter. Dat is iets heel groots waarop je je niet echt kunt voorbereiden.’ J: ‘Ik kan me herinneren dat we in het begin best een beetje nonchalant met haar omgingen. Dan namen we Merel mee naar een groot popfestival, en dan zat ze daar backstage in de Maxi-Cosi, terwijl wij moesten spelen.’ M: ‘Ik heb haar altijd goed in de gaten gehouden, hoor.’ J: ‘Natuurlijk, maar we stonden er wel vrij los in.’ M: ‘Misschien zijn mensen tegenwoordig te verkrampt en te voorzichtig, zo kun je het ook zien. Ja, we moesten wennen aan het ouderschap, maar ik heb niet het gevoel dat ik nonchalant was. Al waren oorbeschermers misschien wel op zijn plaats geweest, haha.

Scène 6 Het jaar 2001. Het huis dat de zangeres en de gitarist hebben gekocht in Amsterdam-West. Er is een tweede baby bijgekomen, een zoon. De zangeres is moe. De gitarist is moe. Het is een pittige tijd. M: ‘Natuurlijk waren we heel blij met Marius, maar een tweede kind is wel een aanslag op je lijf en op je hele leven. We hadden al een klein kind en toen kwam daar nog een baby bij. Bovendien hadden we het allebei heel druk.’ J: ‘Misschien was dat wel de zwaarste periode in onze relatie. Het begon eigenlijk al tijdens de zwangerschap. Ik had het idee dat Monique behoorlijk last had van haar hormonen. Ze was kort aangebonden.’ M: ‘Daar weet ik niets meer van.’ J: ‘Nou, ik wel! Ik was in die tijd druk met Birgit Schuurman en haar band. Ik speelde mezelf gek en was daar best moe van. En dan kwam ik thuis en was daar de zorg voor de kinderen. Op een gegeven moment kreeg ik van pure uitputting gordelroos achterop mijn hoofd. Het deed heel veel pijn, weet ik nog. Van die schichten door mijn hoofd. Het was een zware tijd, maar het was natuurlijk niet alleen maar een hel.’ M: ‘We probeerden hoe dan ook altijd leuke dingen te blijven doen. Ook al hadden we het druk, we sleepten ons toch naar feestjes. Dat was belangrijk. Je kunt in je vermoeidheid zwelgen, maar je kunt ook besluiten er toch op uit te gaan.’

'Als stel creatief aan de slag gaan, is spitsroeden lopen. je kunt elkaar vrij diep raken als je het niet eens bent met elkaar'– Jeroen

Scène 7 Begin 2006. Een muziekstudio in Scheveningen, vlakbij het strand. De zangeres werkt met de gitarist aan haar eerste soloalbum. Hij is de producer en heeft ook een deel van de nummers geschreven. Soms knettert het. M: ‘Jeroen is in de studio heel beslist en duidelijk, maar ik heb ook een mening. Ik ben geen zangeresje dat je alle kanten kunt opsturen. Ik vond dat hij me soms te weinig vrijheid gaf. Dan wilde hij dat ik zijn liedjes precies zo zong zoals hij het in gedachten had, maar dan had ik andere ideeën. Dus zo nu en dan vlogen we elkaar in de haren.’ J: ‘Monique vond dan dat haar zang te zacht stond, bijvoorbeeld. Tja, als je samen een relatie hebt en je gaat creatief aan de slag, is het spitsroeden lopen. Want je kunt elkaar vrij diep raken als je het niet eens bent.’ M: ‘Jeroen componeerde ook voor reclames en dan werkte hij met zangeressen die precies deden wat hij zei. Maar opeens zat hij in de studio met die vervelende vrouw van hem, die dacht dat ze het beter wist. Hij zal me soms wel gehaat hebben.’ J: ‘Nee, hoor. Maar het kan wel oplopen als je allebei de hakken in het zand zet en overtuigd blijft van je eigen gelijk. Eén moet er buigen, anders kom je vast te zitten. Maar uiteindelijk was het resultaat heel mooi. Ik vind het nog steeds een heel goed album.’

Scène 8 Augustus 2016. Een afgelegen stuk van de Chinese Muur waar geen toeristen komen. De gitarist viert zijn verjaardag met zijn vrouw en kinderen tijdens een reis door China. J: ‘Ik heb Chinees gestudeerd en China is een groot deel van mijn leven. Ik wilde dat land aan Monique en de kinderen laten zien.’ M: ‘Via Chinese kennissen van Jeroen konden we op een stuk van de muur komen waar niemand was. We kropen door een hek, helemaal illegaal natuurlijk. En daar hebben we Jeroens verjaardag gevierd.’ J: ‘Het was een prachtige reis. Ik spreek de taal, dat maakt alles makkelijker.’ M: ‘Zelfs een rit in de taxi is dan al veel leuker. En ik vond het zo mooi om te zien hoe soepel Jeroen zich tussen de Chinezen bewoog. Ik glom van trots als ze me vertelden hoe goed hij Chinees sprak.’ J: ‘Ik wilde graag dat Monique en de kinderen zouden begrijpen waar mijn fascinatie voor China vandaan komt. Je kunt daar zo verbijsterend veel mooie dingen zien. En ook verbijsterend veel lelijke. We hebben het allemaal gezien, met elkaar.’

Scène 9 Herfst 2018. Een nachtclub in Greenwich Village, New York. De zangeres en de gitarist treden samen op tijdens een klein muziekfestival in New York. M: ‘Dat we met z’n tweeën in New York speelden, was voor ons een mijlpaal.’ J: ‘Het festival heette Live in your living room en in tien dagen tijd hadden we negen optredens. We logeerden bij vrienden in een heel fijn huis in Brooklyn. Daar werden we ’s ochtends wakker in huiselijke sfeer.’ M: ‘Overdag verkenden we dan New York en ’s avonds traden we op. En daarna gingen we uit.’ J: ‘Opeens waren we twaalf dagen weg van de kinderen. Ik realiseerde me toen dat dit in de toekomst ook weer kon, naar hartenlust met zijn tweeën dingen doen.’ M: ‘We zijn nu 23 jaar bij elkaar. We hebben niet alleen een relatie en twee kinderen samen, maar we hebben ook heel veel samengewerkt. Dat dat al zo lang goed gaat, komt denk ik omdat we elkaar kunnen loslaten. Jeroen leeft heel erg zijn eigen leven en ik ook. Het zit hem in het vrijheidsgevoel dat we elkaar geven.’ J: ‘Er zijn ook momenten geweest dat ik dacht: is dit het? En ik weet zeker dat jij dat net zo goed hebt gehad. Dan dwaal je een beetje van elkaar af. Maar Monique is er heel goed in om dat soort momenten te signaleren en om het aan de orde te stellen.’ M: ‘Het is nooit heel dramatisch of bedreigend geweest. Het hoort gewoon bij een relatie. Maar het hoort ook bij een relatie dat je het weer oplost. Als ik het aan de orde stel, moppert Jeroen in eerste instantie: ‘‘Hoezo?’’ Maar daarna denk jij er over na en komen we weer dichter bij elkaar. Dan kijken we elkaar aan en weten we zonder iets te zeggen: begrepen.’ -