In november zijn ze tien jaar getrouwd, een huwelijk dat flink wat tropenjaren heeft gekend. Toch zijn Walid Benmbarek (41) en Mouna Laroussi (40) gegroeid als koppel en nu onverwoestbaar. ‘Als ik thuiskom en ze lacht naar me, dan kan mijn dag niet meer stuk.’
Scène 1
Het is april 2007. Een auditieruimte in het centrum van Amsterdam.
Walid en Mouna casten voor hetzelfde theaterstuk. Hij is meteen onder de indruk, zij gaat helemaal op in haar auditie.
M: ‘Walid en ik deden allebei auditie voor een theaterstuk waarvoor ze een Marokkaanse acteur en actrice uit Nederland zochten. Je zou zeven weken naar Marokko gaan en met acteurs daar aan een stuk werken; dat zag ik wel zitten. Ik kende Walid niet en hij viel me ook niet meteen op, omdat ik heel serieus bezig was met de voorbereiding.’
W: ‘Er waren heel veel mensen, maar ik was direct afgeleid door Mouna. Ik dacht: wat een mooie vrouw, ik moet wel even de gelegenheid grijpen om iets samen met haar te doen. Toen er een improvisatiemoment kwam waarin zij al speelde, en de regisseuse zei: Ik heb een man nodig, riep ik – nog voordat zij haar zin kon afmaken – dat ik het wel wilde doen. Dat was ons eerste contact, meteen een pittige scène.’
M: ‘Walid had de zinnen ‘ik wil niet dat je gaat en ik wil niet dat je blijft’ en ik had: ‘ik ga en ik blijf’. Vanuit daar gingen we improviseren en ons spel werd steeds heftiger. Op een gegeven moment tilde hij me op en pakte hij mijn nek vast.’
W: ‘Zij leunde zo dat ze omhoog kwam met haar voeten. Voor de rest leek het net of ik haar echt aan het wurgen was.’
M: ‘Ik dacht: wow, wat is die man sterk. Al die tijd was ik op mijn auditie gefocust geweest, maar toen hij me optilde, kwam er een soort vlam naar boven. Ik ben naar huis gegaan en kreeg op een gegeven moment een belletje dat ik het was geworden. Bij de contractonderhandelingen zag ik hem wegrijden en dacht ik stiekem: ik hoop dat hij mijn tegenspeler wordt. En inderdaad, Walid had de rol ook. We hebben nog drie dagen in Nederland gerepeteerd en zijn daarna naar Marokko gegaan.’
'Ik dacht: wat een mooie vrouw, ik moet de gelegenheid grijpen om ietsmet haar te doen'
Scène 2
Juni 2007. Luchthaven Schiphol in Amsterdam.
Walid en Mouna vliegen met de rest van de groep naar Marokko voor hun zeven weken durende project in Casablanca.
W: ‘Mijn zussen werkten als grondstewardess op de luchthaven, en zij handelden onze vlucht af. Ik had hen gevraagd om te zorgen dat ik naast Mouna kon zitten, en dat de stoel naast ons vrij zou zijn. Ook had ik een speciale maaltijd geregeld, waardoor we als eerste te eten kregen.’
M: ‘Ik begreep er niets van. Waarom hadden ze ons niet bij de rest van de groep geplaatst en zaten wij als enige twee helemaal vooraan? Ik was daar nogal naïef in. Pas later vertelde Walid dat hij dit geregeld had om tijd met mij door te kunnen brengen.’
W: ‘Vanuit mijn kant speelde er op dat moment al wel iets. Tijdens die ruim vier uur samen in het vliegtuig merkten we dat we echt een goede klik hadden. Mouna en ik hebben alleen maar zitten lachen en kletsen. Zij is ook niet stil te krijgen, dus het was meteen een heel leuk gesprek. En daarna zaten we dus bijna twee maanden op elkaars lip in Marokko.’
M: ‘We gingen ’s morgens lekker ontbijten, daarna naar het theater om te repeteren en dan weer gezellig met z’n allen eten.’
W: ‘Eigenlijk waren we dag in, dag uit met elkaar. Het was lekker weer, we hadden die enorme klik... Kortom, alle ingrediënten waren aanwezig om iets te ontwikkelen. Ik geloof dat we na twee, drie dagen al helemaal in de wolken waren. Daarna volgde een fantastische tijd in Marokko waarin we stapelverliefd op elkaar werden. Het werd echt een mix van werk en vakantie. In het weekend gingen we naar Marrakesh, maar ook langs bij haar opa in Tanger.’
M: ‘Dat was heel bijzonder, want het is in onze cultuur niet gebruikelijk om als ongetrouwde vrouw met een grote, gespierde man bij je opa op bezoek te gaan. Hij zag echter meteen dat het goed zat tussen ons. Ook met mijn vader, die voor zijn werk in Marokko moest zijn, hebben we nog gegeten. Die was direct helemaal gek van Walid.’
Scène 3
Oud en nieuw 2010 op 2011. Carpe Diem Lounge Club in Barcelona.
Walid weet zeker dat Mouna de ware is. Hij bedenkt een plan voor een huwelijksaanzoek.
W: ‘Mouna en ik zijn allebei gek op Barcelona, dus ik had geregeld dat we daar oud en nieuw konden vieren. Ik had een hoek afgehuurd bij de club Carpe Diem, met een loungebed en eten, plus kaarten voor het feest erna. Om twaalf uur had ik een ring voor haar...’
M: ‘Ik zag het aanzoek totaal niet aankomen, ging helemaal op in het aftellen en de muziek. Het verraste me, het was zo’n mooi en ontroerend moment.’
W: ‘We houden allebei van vakantie vieren, lekker eten, muziek, dansen en genieten van het leven, en dat kwam allemaal samen op die plek. We zouden een huis gaan kopen, en vanuit mijn geloofsachtergrond - ik ben moslim - vond ik het belangrijk dat we daar getrouwd zouden gaan wonen. We hebben wel eventjes ongetrouwd samengewoond, omdat je toch wilt zien of het werkt. Maar vanuit respect naar haar vader, en ook naar mijn eigen ouders en familie toe, wilde ik het officieel doen.’
M: ‘Ik vond dat ook belangrijk, al is het goed geweest om eerst te zien hoe het is om elke dag met elkaar te leven. Dat ging hartstikke goed, dus toen we een huis op IJburg zagen dat we allebei wilden kopen, hebben we de stap gezet.’
'Een week voor onze trouwdag dacht ik: shit, ik moet ook een jurk'
Scène 4
14 november 2011. Stadhuis in Amsterdam.
Walid en Mouna trouwen op maandagochtend bij de gemeente en besluiten hun bruiloft klein te houden.
W: ‘Het was midden in de crisisperiode en ik had mijn eigen afbouwbedrijf in de bouw, waarvoor het een lastige tijd was. Ik zei tegen Mouna: We kunnen twee dingen doen: een huis kopen en ons huwelijk klein houden of we geven een gigantisch feest en kopen even geen huis. We besloten voor dat eerste te gaan, al had Mouna achteraf wel spijt dat we geen feest hebben gegeven. Elke keer als we een film kijken met een mooi huwelijksfeest erin zegt ze: Ik had daar nooit mee moeten instemmen.’
M: ‘Op dat moment dachten we vooral heel praktisch: we wilden dat huis gewoon kopen en óók trouwen. De datum hadden we al, dus we hebben tegen onze beste vrienden en familie gezegd: 14 november trouwen we, het zou leuk zijn als jullie erbij zijn. En na afloop zijn we met een klein groepje gaan eten bij Bo Cinq. Het eindigde met een mooie hotelovernachting, die de familie als verrassing had geregeld. Een week voor onze trouwdag dacht ik nog wel: shit, ik moet ook een jurk. Toen ben ik naar de Albert Cuypmarkt gerend, heb een jurk gekocht en hakjes met diamantjes erbij.’
W: ‘Ik heb een pak van mijn broer geleend. Toen we voor het stadhuis stonden, bedachten we ineens dat je zo’n moment natuurlijk moet vastleggen. Dus hebben we op een bankje met mozaïektegeltjes nog snel een foto gemaakt.’
M: ‘De kinderen vragen weleens: Mama, waar zijn jullie trouwfoto’s? Dan mompel ik altijd..., die zijn ergens in een boek, haha.’
W: ‘We zijn pas veel later - toen Mouna al vijf maanden zwanger was - op huwelijksreis gegaan, naar Frans-Polynesië. Het was altijd mijn droom om het op deze manier te doen; ik geef liever mijn geld uit aan iets bijzonders dat je samen beleeft, dan aan een huwelijk met vijfhonderd man, waarvan je lang niet ieder- een goed kent. We hebben op Tahiti, Bora Bora en Moorea overnacht en eindigden onze huwelijksreis op een privé-eiland dat Vahine Island heet. Daar logeerden we in een bungalow met een kok en een hostess. Het was echt de mooiste reis die we ooit hebben gemaakt.’
Het hele interview lees je in de nieuwe Elegance die nu in de winkel ligt. Wil je liever niet de deur uit? Bestel hem dan HIER.
Fotografie: Stef Nagel | Styling: Brigitte Kramer
- Jill Waas