In december dirigeerde Anja Bihlmaier nog Mendelssohns Symfonie nr. 1 voor het Residentie Orkest, waarna de 42-jarige Duitse in de zomer van 2021 aantreedt als nieuwe chef-dirigent. ‘Ik kijk er enorm naar uit langer met één orkest te werken. En dan ook nog in die spectaculaire concertzaal in Den Haag.’
1. Wat trekt je in het dirigeren van het Residentie Orkest?
‘We krijgen in Den Haag een fantastische nieuwe concertzaal met een adembenemende akoestiek. Alleen al de klankmogelijkheden van deze ruimte verrijken het werk van het orkest en vormen de basis voor verdere ontwikkeling. Zodat we alle details, kleuren en sferen van de werken hoorbaar en dus tastbaar kunnen maken. Ik kijk er enorm naar uit om ons publiek te fascineren en nieuwe dingen aan te pakken. We staan met deze zaal in het hart van de stad. Te midden van een smeltkroes met het fantastische Nederlands Dans Theater, het Koninklijk Conservatorium met ook de School voor Jong Talent erbij. Het is ongekend.’
2. En uitdagingen?
‘Ik krijg voor het eerst de kans om langer en meer continu met zo’n traditioneel orkest te werken en zo de verantwoordelijkheid op me te nemen om ons artistiek te ontwikkelen. Een lange tijd werken met één groep om zo de kleinste details in de partituren te perfectioneren en het vertrouwen te laten groeien in elkaar is een opwindend vooruitzicht.’
3. Maar eerst nog Mendelssohn, wat is er voor jou persoonlijk bijzonder aan zijn Eerste symfonie?
‘Mendelssohn schreef deze symfonie als verjaardagscadeau voor zijn zus toen hij pas 15 jaar oud was. Fascinerend hoe groot zijn meesterschap in die tijd al was. Met een jeugdige kracht, onstuitbare levenslust, positieve energie en toewijding aan het leven – dit alles ademt deze muziek uit. Ik denk dat we zo’n geluid tegenwoordig meer dan ooit nodig hebben.’
4. Zijn er obstakels geweest op jouw pad als vrouwelijke dirigent?
‘Nee, eigenlijk niet. De orkesten die mij tot dusver hebben uitgenodigd, staan – met één uitzondering op Sicilië – zeer open voor samenwerking. Een orkest beslist al na een paar minuten of ze iemand vertrouwen en willen volgen. Dat hangt helemaal af van het vermogen van de persoon die voor hen staat. Het geslacht doet er niet toe. Al zie je in de samenleving echter wel dat vrouwen in managementfuncties nog steeds niet vanzelfsprekend zijn.’
5. Je hebt ervaring met symfonieën én met opera. Wat maakt ze, afgezien van elkaar, zo fascinerend?
‘Er zijn veel meer mensen bij een opera betrokken en de muziek is slechts een deel van het grotere plaatje. Bovendien zijn de ruimtelijke afstanden en de akoestische omstandigheden vaak veel moeilijker dan bij een symfonisch concert. De aantrekkingskracht ligt in het zodanig coördineren van alles dat scène en muziek perfect in elkaar kunnen grijpen en zich kunnen ontwikkelen. Dan wordt opera magisch. Bij symfonische concerten ben je vanaf het begin zelf verantwoordelijk voor de interpretatie van de werken en heb je daardoor veel meer creatieve vrijheid. De fascinatie zit hem dan weer in het feit dat je alle facetten van een compositie kunt belichten en heel gevoelig en spontaan kunt optreden met het orkest.’
- Jorrit Niels
- Neda Navaee