‘AAN HET EIND VAN DIE AVOND VROEG JE ME: BEN JE NU MIJN VRIENDJE?’ – Kelvin
Scène 1
20 januari 2012. Een verjaarsfeestje in Amsterdam. De sportman en de sportvrouw zijn toevallig allebei aanwezig op de verjaardag van hun gemeenschappelijke vriendin Justine. Zij hebben elkaar nog nooit gezien. K: ‘Je viel mij wel vrij snel op!’ E: ‘Jij mij niet hoor!’ K: ‘We hebben elkaar ook niet gesproken.’ E: ‘De tijd was er nog niet rijp voor. Ik had op dat moment een relatie, en jij ook.’ K: ‘Een jaar later waren we allebei vrijgezel en heb ik Justine geappt met de vraag of ze ons kon koppelen. Ze zei: ze gaat niet zomaar met je op date. Waarop ik antwoordde: hoeft ook niet, ik wil alleen met haar op vakantie!’ E: ‘Ik wilde eigenlijk helemaal geen date! Mijn hoofd stond absoluut niet naar een nieuwe relatie. Met mijn vorige vriend was het niet zo leuk geweest, ik had tijd nodig om weer tot mezelf te komen. Maar die opmerking over de vakantie, dat vond ik grappig! Ik dacht: hij heeft humor, hij neemt het niet zo serieus. Dus ik stuurde iets grappigs terug.’ K: ‘En voordat we het wisten vlogen de grappen tussen ons heen en weer. Nog steeds via Justine.’ E: ‘Die was aan het werk en zei na een paar uur: zoeken jullie het nou maar lekker zelf uit! Diezelfde avond stuurde ik jou mijn eerste directe appje: dus jij wilt met mij op vakantie? Het was meteen duidelijk dat we elkaar wel leuk vonden. Na een week hadden we een afspraakje bij een café bij mij op de hoek.’
Scène 2
Eind februari 2013. Amsterdam, Café Bédier. Eindelijk zitten de sportman en de sportvrouw in levenden lijve tegenover elkaar – en vergeten prompt de tijd. E: ‘We hadden afgesproken dat we na het borrelen zouden gaan eten. Ik had geprobeerd ergens een tafeltje te reserveren, maar dat restaurant zat vol.’ K: ‘Waarop ik blufte: ik bel ze wel even, dan lukt het zeker.’ E: ‘Dat vond ik leuk. Je belde... En toevallig bleek er net een reservering geannuleerd. Geregeld!, zei je tegen mij. Haha!’ K (grinnikend): ‘Ja, en vervolgens hadden we het in het café zo gezellig, dat we het hele restaurant vergaten.’ E: ‘Ons diner bestond uit bitterballen en kaasstengels. We zijn tot 1 uur ’s nachts in dat café blijven zitten. We raakten niet uitgepraat. Het klikte gewoon tussen ons.’ K: ‘We moesten veel om elkaar lachen. We zijn geen van beiden van die serieuze types. Het voelde goed, maar ik was er niet zeker van of het ook echt iets zou gaan worden.’ E: ‘Ik ook niet. Die avond zéker nog niet.’ K: ‘Maar een paar weken later zaten we wél samen in Barcelona!’
Scène 3
Pasen 2013. Een terras in Barcelona. De sportman en de sportvrouw wagen het erop en vieren tijdens het Paasweekend hun eerste vakantie samen. Eerst grapten ze over een hotelletje op de Veluwe, maar Barcelona leek toch aantrekkelijker. E: ‘Wat hebben we allemaal niet gedaan in die paar dagen! Fietsen gehuurd, gepicknickt op het strand, lekker gegeten, gedronken – alles. De laatste avond zaten we op een terras aan het water en we hadden het weer zó leuk samen. Moet je mij nou zien, dacht ik, je wilt geen relatie, maar zit hier wel enorm te genieten met je nieuwe date! Dat was best verwarrend.’ K: ‘Je gaf mij in de periode na die eerste avond in het café behoorlijk wisselende signalen. Je hield me op afstand omdat je niet goed wist wat je wilde. Maar je vroeg wel of ik langs kwam toen je een feestje had. Ik wist best snel dat ik een relatie met je wilde, maar was echt niet van plan de eerste stap te zetten, na jouw twijfels.’ E: ‘Ik vond je heel lief en dat overweldigde me. Ik was het niet gewend. Toen we voor het eerst bij elkaar hadden geslapen, bracht je me ’s ochtends een kopje thee op bed. Niets bijzonders, maar toch schrok ik ervan. Ik belde een vriendin en zei: dit wordt niks! Maar ja, zodra we bij elkaar waren was het weer helemaal te gek!’ K: ‘Toen we terugkwamen uit Barcelona was je volgens mij om.’ E: ‘Ja, toen ik mijn verjaardag vierde, merkte ik dat ik verliefd op je was. Mijn moeder en mijn broers zouden komen eten. Maar ik wilde jou er ook bij. Aangezien we net terug waren uit Barcelona voelde het ineens heel raar zonder jou, dus op het laatste moment vroeg ik jou er ook bij.’ K: ‘Aan het eind van de avond, toen je familie weg was, vroeg je me: ben je nu mijn vriendje?’ E (stralend): ‘Die avond besloten we dat we echt een relatie hadden.’
Scène 4
14 juni 2014. Wereldkampioenschappen hockey in het Kyocera Stadion Den Haag. De sportman is voor het eerst officieel aanwezig bij een internationaal kampioenschap van de sportvrouw. In de 29ste minuut brengt de sportvrouw de score op 2-0 tegen Australië. Oranje wint. K: ‘Je maakte veel indruk op mij. Achteraf gezien vind ik het een van je mooiste toernooien. Ik merkte toen eigenlijk voor het eerst hoe fanatiek jij was. Dat was mooi om mee te maken.’ E: ‘Ik was blij dat jij het leuk vond aan mij, dat fanatieke.’ K: ‘Ik begrijp het, omdat ik zelf veel met jeugdige talenten werk.’ E: ‘Jij stoorde je ook niet aan mijn discipline. Ik kon ‘s zaterdags niet mee naar een feestje als ik ‘s zondags moest spelen.’ K: ‘Dat vind ik juist mooi aan jou! Jij kunt makkelijk een paar maanden niet drinken. Ik heb zelf ook op hoog niveau gesport, maar jij bent beter dan ik in het laten van dingen. Ik kan op vrijdag gewoon een feestje pakken als ik zaterdag moet werken.’ E: ‘Jij begreep ook dat ik negen uur slaap nodig heb, omdat ik anders niet goed presteer.’ K: ‘Ik adviseer jonge voetballers over hun leefstijl, dus het zou gek zijn als ik jouw slaapbehoefte niet snapte. Jij had gewoon die rust nodig om de volgende dag fit op een training te staan. Jij geniet ook oprecht van gezonde voeding. Ik heb dat minder.’ E: ‘Aan de andere kant vind je mijn fanatisme niet altijd leuk.’ K: ‘Bij een hockeywedstrijd waar veel vanaf hangt, begrijp ik het. Maar jij wordt ook bloedfanatiek bij gewone spelletjes...’ E: ‘Dat zit in mij. Ik wil gewoon in alles de beste zijn.’
‘HET WAS SUPER BIJZONDER, MAAR IK VROEG ME HELEMAAL NIET AF WAAROM JE ZO’N GROTE VERRASSING HAD BEDACHT’ – Ellen
Scène 5
New York. Zaterdag 19 december 2015. Twee dagen na haar terugkeer van een toernooi in Argentinië zijn de sportvrouw en de sportman naar hun favoriete stad New York gevlogen. Er staat een trip van drie dagen op het programma. De sportman heeft geclaimd dat hij de activiteiten op dag twee mag bepalen. E: ‘Die tweede dag nam je me na het ontbijt mee naar een aanlegplaats aan het water. Je wist dat ik een hekel heb aan rondvaarten, dus ik dacht: nee hè? Maar je bleek een helikopter te hebben gecharterd! Voordat ik het wist vlogen we met z’n tweetjes boven New York. Fantastisch!’ K (glunderend): ‘Je vond dat echt te gek! Ik had dat stiekem, via een vriendin die daar woont, geregeld.’ E: ‘Het was super bijzonder, maar ik vroeg me helemaal niet af waarom je zo’n grote verrassing had bedacht.’ K: ‘Dat was zo grappig, je had niets in de gaten. Toen jij in Argentinië zat had ik thuis met je broers een biertje gedronken en was ik in mijn nette pak bij je moeder langs geweest. Konden ze erg waarderen!’ E: ‘Na die helikoptervlucht gingen we lunchen bij de Mandarin Oriëntal, met uitzicht over het Central Park waar ze aan het schaatsen waren. Super romantisch!’ K: ‘Eenmaal weer beneden bleek er een kerstshow aan de gang. Daar had ik niet op gerekend. Zodra jij een kerstbal ziet...’ E: ‘Eén en al lichtjes. Ik ben zo’n kerstfreak - ik wilde kijken!’ K: ‘Je was niet te houden. Maar ik moest de tijd in de gaten houden. Alles stond vast, we mochten niet te laat komen.’ E: ‘Jij liep maar aan me trekken: kom nou, loop nou door! Dat vond ik raar. En nóg had ik niks in de gaten.’ K: ‘Snel met de taxi naar het huis van die vriendin, waar ik...’ E: ‘Daar werd het me duidelijk. Er ging iets bijzonders gebeuren. Een portier deed de deur voor ons open, we namen de lift naar de hoogste etage en liepen naar een dakterras. Aan het eind brandden twee lampjes. We liepen erheen, sloegen de hoek om en daar stond een tafeltje: brandende kaarsjes, glazen en een fles champagne. Jij pakte me vast terwijl ik naar het adembenemende uitzicht stond te kijken. Toen draaide je me naar je toe en begon een verhaal... Geen idee meer wat je allemaal zei, maar ik moest meteen huilen. Je pakte iets uit je binnenzak, ging op je knieën en vroeg of ik met je wilde trouwen.’ K: ‘Goed hè?’ E: ‘Ja, schatje. Geweldig!’
Scène 6
Zaterdag 10 juni 2017. Jawoord in Lucca, Italië. Met 60 genodigden, familie en vrienden, beleven de sportvrouw en sportman ‘het mooiste weekend’ van hun leven. In een groot Toscaans landhuis, waar alle gasten kunnen overnachten, vieren zij drie dagen lang hun sprookjesachtige bruiloft. E: ‘Donderdag arriveerde het bruidspersoneel en vrijdag druppelden de gasten binnen. Iedereen kon die dag zijn eigen ding doen. Zwemmen, zonnen, kletsen. Er was drank, eten, een ijscokar en ‘s avonds een pizzaparty, die tot diep in de nacht duurde.’ K: ‘En de volgende ochtend met iedereen ontbijten. Echt zo’n mooi Italiaans tafereel.’ E: ‘De rest van de dag hadden we toernooien georganiseerd, in teams van vier. Om vier uur ’s middags zou de huwelijksceremonie zijn, maar toen was het nog veel te heet...’ K: ‘...dus stelden we het nog een uurtje uit. Dat kon gewoon, het ging allemaal zo ontspannen! We hadden vooraf onze geloften voor elkaar op papier gezet. Die lazen we hardop voor.’ E (ontroerd): ‘Dat was zo mooi...’ K: ‘Het is toch het bevestigen van je liefde voor elkaar, ten overstaan van de belangrijkste mensen in je leven.’ E: ‘Het gaf een extra boost aan mijn gevoel. Dat had ik ook toen we in Nederland voor de wet getrouwd waren en na afloop in de tuin van mijn moeder een feestje vierden. Toen was ik ook weer helemaal verliefd. Net zoals in het begin.’ K: ‘Die hele periode stond bol van de emoties. Jij had twee weken voor de bruiloft je laatste grote wedstrijd gespeeld en ik had net een nieuwe baan. We begonnen allebei een ander leven. Dat gaf zoveel energie.’
‘ACHTERAF ZIE IK HET ALS EEN TESTDAG: KUNNEN WIJ SAMEN EEN STRESSSITUATIE OVERLEVEN?’ – Kelvin
Scène 7
Oktober 2017. Gestrand in Johannesburg. Een paar maanden na de bruiloft is het stel op huwelijksreis in Zuid-Afrika. Op doortocht naar het zuidelijke George missen zij hun aansluiting. Hun eerste crisis wordt bijna een feit. E: ‘We hadden een heerlijke safari achter de rug. Van heel dichtbij een leeuwengevecht gezien, vanuit de auto: twee mannetjes die om een prooi vochten. En achter ons stonden allemaal olifanten. Best een beetje eng, maar zó echt... Geweldig!’ K: ‘Daarna gingen we naar George. Maar door de mist kon ons vliegtuig niet opstijgen en kwamen we te laat voor de aansluiting in Johannesburg. Dat wil zeggen: het vliegtuig dat we moesten hebben zagen we nog staan bij de gate, de deur was nog open maar ze lieten ons niet meer door.’ E (lachend): ‘We riepen nog dat het onze huwelijksreis was, maar ze waren onverbiddelijk.’ K: ‘Toen moesten we een nieuwe vlucht zien te boeken, maar het personeel was niet bepaald behulpzaam. We werden van het kastje naar de muur gestuurd. Het leek bijna of ze ons niet wilden begrijpen.’ E: ‘We bleven een hele tijd kalm, maar toen jij op een gegeven moment door de zoveelste baliemedewerker werd afgescheept zag ik dat je...’ K: ‘Ik moest echt tot tien tellen om die man niet... Jij zei: laat mij het maar even overnemen; ga jij maar een rondje lopen. E: ‘En later kwam jij mij aflossen, toen ik onze situatie aan nummer zoveel probeerde uit te leggen. Het was echt om gek van te worden. We werden gewoon niet gehoord.’ K: ‘Achteraf zie ik het als een soort testdag: kunnen wij samen een stresssituatie overleven? Dat bleek dus te kunnen. We waren echt een goed team. Uiteindelijk kregen we een ticket...’ E: ‘...en vijf uur later kwamen we aan bij ons hotel. Dat was zó knus. Overal brandden vuurtjes. We kregen een heel leuk tafeltje bij de open haard.’ K: ‘Zeker na zo’n dag was het...’ E (naglunderend): ‘...of we ineens in het paradijs waren beland. Echt helemaal top!’
Scène 8
Maart 2018. Amsterdam, thuis in de keuken. Met een glas binnen handbereik maken de sportvrouw en sportman tijdens het koken de voorlopige balans van hun huwelijk op. K: ‘We zijn vanaf het begin onze eigen dingen blijven doen. We overleggen wel samen wat onze plannen zijn, maar we houden elkaar nooit tegen als de één iets wil waar de ander geen deel aan heeft.’ E: ‘En dat bevalt prima. Zo heb ik twee boeken over voeding geschreven, met recepten. Dat vond jij alleen maar leuk voor me!’ K: ‘Mijn taak is om jou in je keuzes te ondersteunen. Zo voel ik dat en volgens mij heb jij dat ook.’ E (knikt): ‘Vorig jaar mei heb ik mijn laatste hockeywedstrijd gespeeld. Ik was al vijftien jaar twenty-four/seven topsporter, ik wilde wat anders. Jij snapte dat ik meer afwisseling zocht. Nu geef ik hockeykampen, doe presentatiewerk, maak filmpjes voor YouTube en heb ik een blog. Afgelopen februari was ik drie weken naar de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea. Daar heb ik een paar items geschoten voor SBS over hoe het er achter de schermen aan toeging. Lijkt me leuk om zoiets vaker te doen. Verder maak ik op dit moment met Naomi (van As, red.) een tv-programma.’ K: ‘We vinden het niet erg om af en toe een weekend alleen te zijn. Wij zien elkaar doordeweeks natuurlijk vrij veel. Vaak wel een hele dag.’ E: ‘Dan gaan we ’s avonds gezellig samen koken. Nou ja, ik kook en jij...’ K: ‘...ik schil, snijd en hak mee. Ik ben alles behalve een keukenprins.’ E: ‘Als we ooit een kindje krijgen, wordt het een heel ander leven.’ K: ‘Maar eerst een ander huis! In Amsterdam, of misschien in het buitenland.’ E: ‘We zien wel. We zijn gelukkig allebei erg van het leven in het nu.’ K: ‘Zeker! En we zijn heel happy met hoe het nu gaat!’