‘Ik weet van geen ophouden’

Eerder dit jaar was de Spaanse actrice Penélope Cruz samen met haar echtgenoot Javier Bardem te zien in de misdaadfilm Escobar. En binnenkort is het acteurskoppel opnieuw te bewonderen in Todos lo saben. De psychologische thriller van tweevoudig Oscarwinnend regisseur Asghar Farhadi was dit voorjaar de opener van het beroemde filmfestival in Cannes.

‘Ik weet van geen ophouden’

Ze werd afgelopen zomer door Chanel uitverkoren als het gezicht van de nieuwe cruise-campagne, ontwierp eerder dit jaar voor Swarovski een eigen sieradenlijn en is na acht jaar nog altijd niet weg te slaan uit de campagnes van beautygigant Lancôme. Je zou bijna vergeten dat Penélope Cruz een actrice van wereldformaat is. Maar laten we wel wezen, ook op dat gebied laat de 44-jarige schoonheid zich niet onbetuigd. Netflixkijkers konden haar eerder dit jaar zien als Donatella Versace in American Crime Story en in de bioscopen draaide Escobar, waarin zij en haar echtgenoot Javier Bardem in de huid kropen van de beruchte drugscrimineel en de journaliste die een relatie met hem kreeg. En nu is er alweer een nieuwe film met het Spaanse power couple (allebei zijn ze goed voor een Oscar en twee Oscarnominaties) in de hoofdrollen: Todos lo saben, oftewel Everybody knows. In Cannes, waar de film het beroemde festival opende, is Penélope er duidelijk over: samenwerken wordt geen vaste prik. ‘De eerste film die Javier en ik samen maakten was Jamón jamón, 26 jaar geleden alweer. In 2008 kwamen we elkaar weer tegen bij Vicky Cristina Barcelona van Woody Allen en daarna hebben we nog een paar keer samen op een set gestaan. Escobar is wel al meer dan twee jaar geleden opgenomen, dus zo bont maken we het ook weer niet. Daarbij is Todos lo saben een compleet andere film. Dat vind ik prettig: dat we onszelf niet herhalen. Samenwerken met Javier vind ik ook heel plezierig, maar iets zegt me dat het niet gezond is om dit al te vaak te doen, laat staan elk jaar. Dat zou praktisch ook totaal onmogelijk zijn met ons gezin.’

Je omschreef je rol in Todos lo saben als een van de zwaarste uit je loopbaan. ‘Ja, dat was hij zeker. Ik speel een vrouw die driekwart van de film ten prooi valt aan angst, wanhoop, woede en depressie nadat haar tienerdochter is ontvoerd tijdens de bruiloft van haar jongere zus. Zoiets gaat je niet in de koude kleren zitten. Al was het tegelijkertijd een geweldige ervaring, juist omdat regisseur Asghar Farhadi me op de allervriendelijkste manier dwong om het beste uit mezelf te halen en op elk moment geloofwaardig te zijn.’

Je kwam zelfs in een ambulance terecht. ‘Klopt. Er is één scène in de film waarin mijn karakter in een auto een paniekaanval krijgt. Die scène moest een paar keer over en op de een of andere manier kreeg ik te weinig zuurstof binnen. Toen ik uit de auto stapte, ging ik pardoes tegen de vlakte. In de ambulance bleek dat mijn suikerspiegel veel te hoog was en mijn bloeddruk veel te laag. Ik wil daar niet al te dramatisch over doen, maar het betekent wel dat je acuut moet stoppen met waar je mee bezig bent. De opnamen zijn dus even stilgelegd, maar na een tijdje voelde ik me alweer beter. De grootste grap was dat Ashgar me uit die ambulance zag stappen, hoorde dat alles oké was en vroeg: Zullen we dan nog een take doen? En ik zei ja. Dat gevoel van op een set staan en van geen ophouden weten, dat is nou precies waarom ik films maak.’

‘Toen ik UIT DE AUTO stapte, ging ik PARDOES tegen DE VLAKTE’

Er is de laatste tijd nogal veel te doen over de positie van vrouwen in de filmbusiness, denk aan #MeToo en aan de lagere salarissen die vrouwen zouden krijgen. Waar sta jij in deze discussie? ‘In de loop van mijn carrière heb ik op salarisgebied ook weleens ongelijkheid meegemaakt, maar voor deze film hebben Javier en ik allebei hetzelfde bedrag gekregen. Terecht, zou ik zeggen. Ik ben ook heel blij dat er momenteel zoveel gebeurt en hopelijk ook gaat veranderen op het gebied van vrouwenrechten en gelijkheid tussen de seksen. Waarbij ik niet alleen denk aan actrices zoals ik, maar ook aan vrouwelijke dokters, leraren, kappers, schoonmakers en al die andere vrouwen die zich niet publiekelijk kunnen uitspreken, maar die ook minder betaald krijgen dan mannen, of te maken hebben met machtsmisbruik op de werkplek. Vrouwen doen niet onder voor mannen, dus het is hoog tijd dat we hetzelfde worden behandeld.’

Denk je dat dat gaat lukken zolang vrouwen nog steeds mooi staan te wezen op de rode loper? ‘Dat klinkt wel erg negatief. Ik vind de samenwerking tussen mode en film juist heel boeiend en vruchtbaar. Bovendien geloof ik niet dat vrouwen meer respect krijgen als ze voor een première géén mooie jurk aantrekken. Al moet ik toegeven dat fotografen nooit aan een man op de rode loper vragen zich om te draaien voor de camera’s, dus wie weet is het toch iets om in de gaten te houden. Maar goed, na die rode loper wacht er natuurlijk wel een filmzaal. Als daar het licht uitgaat, worden we allemaal beoordeeld op ons werk.’

Is dat wel helemaal waar? Moet je als filmactrice tegenwoordig niet allerlei commerciële contracten hebben, net als jij, om je publieke status te onderhouden? ‘Oei, over die status kan ik niets zinnigs zeggen. Ik weet wel dat mijn contracten me de vrijheid geven om tegen een bescheiden salaris, en soms zelfs zonder betaling, mee te werken aan kleine, bijzondere filmprojecten. Bovendien gaat het me echt niet alleen om het geld. Ik beleef veel plezier aan de dingen buiten het acteren. Ontwerpen vond ik als klein meisje al geweldig, en nu mag ik dat professioneel doen en leren van de beste leermeesters.’

Wat is het belangrijkste in jouw leven, naast je werk? ‘De liefde natuurlijk, en daar hoort familie bij. Ik ben een enorm familiemens en vind niets heerlijker dan van die eindeloze diners met z’n allen rond een lange tafel. Toen ik net in het buitenland werkte, koesterde ik mijn vliegticket voor de terugweg. Later heb ik een paar jaar in Los Angeles en New York gewoond, wat niet verkeerd was, ook voor mijn Engels, maar als het gaat om het dagelijks leven en het opvoeden van mijn kinderen, ben ik toch het liefst aan deze kant van de oceaan. Dicht bij mijn familie.’

Hoe zou je de vrouwen in jouw familie willen typeren? ‘Als lief en sterk. Mijn moeder had een eigen kapsalon en werkte keihard. Daarom bracht ik twee middagen per week door bij mijn grootmoeder, die wijs was en eindeloos veel geduld had. Ik haalde altijd haar hele huis overhoop, trok laden en kasten open en speelde met alles wat ik daarin vond. Mijn grootmoeder liet dat gewoon gebeuren. Ik denk nog vaak aan haar nu ik zelf kinderen heb.’