Cliché, maar waar: dat hele 'leven als God in Frankrijk' gaat bijzonder goed op voor Yvonne Tenninge en haar man Mikael Sköldmark. Hoewel het leven in Zweden haar ook prima beviel, wist Yvonne al op haar twaalfde, sinds haar eerste bezoek aan het vakantieland, dat ze in la douce France wilde wonen. De cultuur, de levensstijl, de taal, het eten en – ook belangrijk – de wijn: ‘ik hou gewoon van alles’. Dus toog ze op haar negentiende voor twee jaar naar het zonnige zuiden, om zich er uiteindelijk vijf jaar geleden voorgoed met man en hond Sixten te vestigen. En wel in Neffiès, een plaatsje waar van de 1000 inwoners 20 procent uit 20 verschillende landen komt. Vlakbij de Middellandse Zee, leunend tegen de heuvels van Montagne Noire en omringd door wijn- en olijfboomgaarden, in de Languedoc. Een streek die ze al op haar duimpje kende; ze kwam er vaak met haar toenmalige man en drie kinderen. Met Mike verkende ze het gebied verder en concludeerde ze dat het vriendelijke Neffiès de plek moest worden om zich te vestigen. Klein, maar met een bakkerij, postkantoor, supermarktje, kapper, kleine weekmarkt en een dame die de lekkerste biologische jam en confituur maakt, heeft ’t alles wat Yvonne nodig heeft.
Stap voor stap
Het stel vond een oud stenen en gepleisterd huis uit 1854. Een droomhuis, zo met het karakteristieke pleisterwerk, de gezellige shutters, de oude details en het prachtige uitzicht. Klein probleem: het was niet te koop. Maar Yvonne trok de stoute schoenen aan en na wat onderhandelen met de Engelse bewoonster waren ze de trotse eigenaren van een huis dat ze, op een likje verf voor de oude shutters na, aan de buitenkant zo authentiek mogelijk hielden. Binnen was het echter een ander verhaal. Met respect voor de oude elementen als sommige oude vloertegels, bepaald houtwerk, de ramen en de deuren hebben ze ‘alles opnieuw gedaan’. ‘Het binnenwerk was in slechte conditie, sommige plafonds compleet stuk. Ik wilde het een eigen kleur geven. Ook wilden we nieuwe badkamers.’ Eén kamer werd opgeknapt, zodat Yvonne van daaruit stap voor stap aan de slag kon terwijl haar man in Stockholm aan het werk was. Alles (maar dan ook alles) werd opnieuw gepleisterd en geschilderd, het gros van de plafonds vervangen, drie badkamers gerenoveerd. Dat klinkt als een enorme klus, en dat was het ook, maar het was precies waar ze naar op zoek waren: een huis dat nog niet was gerenoveerd, met een kleine tuin met plaats voor een zwem- bad, bedoeld voor de gasten van een kleine bed & breakfast. Dat was ook een wens, mits bij elke kamer een eigen badkamer gerealiseerd kon worden, en dus werden er nog drie extra badkamers bijgebouwd.
'Ik hou van kalme, stoffige kleuren'
Zelf toevoegen
Toegegeven, die drie jaar van verbouwen waren een grote uitdaging. Eéntje die ook nog niet achter de rug is, want momenteel wordt de wijnkelder omgebouwd tot woonhuis. Voor nu is het resultaat een gezellig en warm onderkomen, met veel hoekjes waar je kan zitten met een boek en een glas wijn en veelal ingericht met vintage vondsten. ‘Het staat vol met dingen waarnaar ik heb gespeurd op markten, in antiekwinkels, maar ook bij vrienden. Mijn favoriet is de divan in de hal, waar ik voor een schappelijke prijs tegenaan liep in een vintagewinkel. Een oude Napoleon III. Ik kocht hem zonder na te denken hoe dat ding te vervoeren en heb hem een nieuwe touch gegeven met prachtig chocoladebruin linnen. Dit soort items geven het huis een ziel.’ Sowieso heeft elk huis een ziel, daar is de Zweedse van overtuigd. ‘Ik luister goed naar wat een huis nodig heeft, elk verblijf vraagt om een eigen inrichting. Dit gebouw vroeg om aardekleuren en natuurlijke materialen als linnen, katoen en wol. Ik haat plastic en synthetische stoffen. Ik ben een verzamelaar van antiek linnen en heb het gebruikt voor van alles: gordijnen, tafelkleden en kussenslopen. Zowel wij als onze gasten slapen er ook onder. Het vergt iets meer onderhoud dan katoen, maar het is het waard.’
Zweeds design
Veel van het behang liet ze voor wat het was, dat sprak voor zichzelf. Voor de kleur erbij koos ze gedempt grijs, beige, groen en roze. ‘Ik hou van meer stoffige tinten, ze zijn kalmer en schreeuwen en overheersen niet zo. Ik heb alle kleuren zelf gemengd, zodat ze bij de oude vloeren pasten. Bij het schuren van de muren bleek dat de tinten die ik had gekozen bijna identiek waren aan de originele.’ Opvallend: hoewel Zweeds design nu helemaal je van het is, is het hier volledig afwezig. ‘Mijn Franse vrienden zeggen dat ik inmiddels Franser ben dan zij!’ Hoewel ze haar bed & breakfast La Belle Vue (een naam die verwijst naar het prachtige uitzicht op de Pyreneeën, mits een heldere dag) heerlijk vindt, is haar favoriete seizoen de winter, wanneer de deuren van de B&B gesloten zijn en zij en haar man samen zijn. ‘We ontbijten heel lang in bed, met koffie en natuurlijk croissants. We praten over de toekomst en het leven. Ook al is het verblijf gesloten, de bedden zijn opgemaakt en er staan verse bloemen. Ik steek kaarsen aan, draai muziek van bijvoorbeeld Carla Bruni. Verder hoeft er niets te gebeuren. Ik kan dan al gelukkig zijn en van het huis genieten als ik er alleen al doorheen loop. We hebben in Zweden een uitdrukking: mijn huis is mijn kasteel. Zo voel ik het. Mijn huis is mijn veilige zone.’