Jeugd
Katshushika Hokusai zag op 31 oktober 1760 het levenslicht in Edo, de oude hoofdstad van Japan, nu beter bekend als Tokio. Hij heette toen nog Tokitarõ; de kunstenaar is gedurende zijn leven wel dertig keer van naam veranderd, passende bij de artistieke fase waarin hij zich op dat moment bevond. Over zijn jeugd is niet zoveel bekend, behalve dat hij rond zijn zesde de dingen die hij om zich heen zag, begon te tekenen. Hokusai maakte graag schetsen van het alledaagse leven.
Hij werd op jonge leeftijd geadopteerd door een oom, die spiegels maakte voor het hof van de shogun, en de jongen hing vaak rond in diens atelier. Zijn talent en kunstzinnige kijk op de wereld vielen op en op zijn veertiende mocht hij in de leer bij meester Katsukawa Shunshõ, beroemd om zijn ukiyo-e werken: kunstige houtsneden, waarbij scènes uit het dagelijkse leven en landschappen de inspiratie vormden. Hier leerde Hokusai de beginselen van het houtsnijden, maar ook tekenen en schilderen, en hij wist al snel zijn eigen stijl te ontwikkelen.
Erotische prenten
Katsushika Hokusai was pas negentien toen hij zijn eerste serie prenten mocht publiceren. Hij maakte zogenoemde kabuki-prenten met scènes uit toneelstukken, maar ook erotische prenten en illustraties voor romans en dichtbundels. Daarnaast werkte hij in zijn beginjaren als schermschilder, waarbij hij schilderingen maakte voor traditionele Japanse kamerschermen, byõbu genaamd. Zijn veelzijdigheid hielp hem om een naam op te bouwen als kunstenaar, al heeft het nog lange tijd geduurd voordat Hokusai daadwerkelijk van zijn kunst kon leven.
De Japanner hield van reizen en hij trok veelvuldig Japan door om inspiratie op te doen voor zijn kunst. Hij bracht graag tijd door in kleine dorpjes om daar de lokale bevolking met zijn tradities te leren kennen. Juist het normale leven en de verschillende landschappen die hij zag tijdens zijn reizen, vond hij interessant. Hij was een koning in het op poëtische, bijna melancholieke, wijze weergeven van het alledaagse. Hokusai zag overal iets moois in en hij wilde altijd schoonheid vieren. Ook had hij een fascinatie voor bloemen, die hij in Japanse stijl vastlegde. Anno nu zie je zijn beroemde werken zoals Trumpet lilies, Warbler and roses, Bullfinch and weeping cherry, Hibiscus and sparrow en Morning glories in flowers and buds nog veelvuldig terug op posters en andere wandbekleding. De kunstenaar had twee eeuwen geleden al een tijdloosheid in zijn werk die geen vergankelijkheid kent.
Zijn vele omzwervingen hadden overigens niet alleen te maken met zijn reislust. Hokusai had ook een grote onrust in zich, die ervoor zorgde dat hij maar liefst negentig keer verhuisde in zijn leven. Hij had meerdere woningen door heel Japan, maar kon van een deel niet eens de huur betalen. Ook moest hij eens vluchten, omdat zijn zoon en kleinzoon hem in de schulden hadden gebracht. Roem en rijkdom heeft hij eigenlijk nooit meegemaakt, de grote erkenning voor zijn werk kwam pas na zijn dood.
Concurrenten
Toch had Katsushika Hokusai in eigen land al grote invloed op de Japanse kunst. Hij had bekende leerlingen zoals Hokkei, Ryûryûkyo Shinsai en Shotei Hokuju. En ook kunstenaar Hiroshige heeft met een schuin oog naar hem gekeken, al zou hij dat nooit hebben toegegeven, want de twee werden in hun latere carrière elkaars grootste concurrenten. Verder waren het vooral Europese grootmeesters als Vincent van Gogh, Paul Gauguin, Gustav Klimt en Edgar Degas die zich door Hokusai lieten inspireren. Ook Claude Monet schijnt een groot fan te zijn geweest, hij bezat verschillende prenten van de Japanse kunstenaar. Dankzij Hokusai vond de Japanse kunst zijn weg in Europa en hij wist zelfs de art nouveau-stroming te beïnvloeden.
Hokusai bleef tot op late leeftijd doorwerken en zichzelf vernieuwen. Hij was altijd op zoek naar nieuwe technieken en inspiratie en keek graag naar de jongere generatie om te zien hoe zij het deden. Fameus is zijn 15-delige serie Hokusai manga, die tussen 1814 en 1878 in boekvorm verscheen. Het is een verzameling van tekeningen en schetsen over onderwerpen als de natuur, dieren, mensen en mythologie. De naam ‘manga’ schept wellicht verwarring, omdat we anno nu denken aan Japanse stripverhalen. Maar in die tijd stond manga voor grillige tekeningen en schetsen.
De rest van het verhaal van Katsushika Hokusai lees je in Elegance.
- Jill Waas
- NL Beeld