Via de Daelsweg gaan we de Ubachsberg op. Normaalgesproken voel ik de eerste zweetdruppels al over mijn rug lopen voordat ik de witte vakantie- boerderij op links passeer. Maar vandaag niet. Ik zit op een elektrische fiets en kom zonder zuchten en puffen boven. Ik ben dol op wandelen in dit gebied, maar voor deze staycation wil ik flink wat zien van het heuvelland en dus kies ik voor een e-bike. En niet zomaar een e-bike, maar een supersonische Cannondale Mavaro, of zoals de verkoper het zegt: de Rolls- Royce onder de elektrische fietsen. Het model is een urban e-bike en dus uitermate geschikt voor deze trip, waarbij we platteland afwisselen met dorpjes. De banden hebben extra grip, ideaal dus voor de boerenpaden die we zullen berijden. En de extra vering zorgt dat we stabiel op onze fiets zit- ten. En dan nog een voordeel om te benoemen: de fiets heeft een lage instap, wat wel zo prettig is als je een jurk aanhebt. Ik heb nog nooit eerder op een e-bike gefietst en ben verbaasd over de luxe ervan. Je bent nog steeds in beweging, maar de fiets helpt een handje wanneer je dat wilt. Alsof iemand je letterlijk de berg op duwt. We starten onze vakantie in eigen land en fietsen vanuit Benzenrade via Ubachsberg richting Valkenburg en terug. Totale afstand is 36 kilometer, maar met alle fotostops en terrasjes die we onderweg tegenkomen verwachten we een hele dag zoet te zijn. We starten in Benzenrade, bij het gezellige Koffiehuuske. Vanaf het terras kijk je zo op de oude appelboomgaard, waar schapen tussen de bomen grazen. Op het menu staan quiche, toast met paddenstoelen en ook huisgemaakte soepen, maar wij houden het bij een kopje koffie. Een stuk Limburgse vlaai komen we later nog aan toe.
Goudsberg
Vanuit Benzenrade klimmen we omhoog via de eerdergenoemde Daelsweg, waarna we uitkomen in Ubachsberg. Wie flinke fietstassen bij zich heeft kan hier even omrijden naar Wijngoed Fromberg voor een paar flessen lokale wijn. De mousserende witte wijn is een fijn cadeau voor thuis. Proeven op het terras kan ook, maar daarvoor is het voor ons iets te vroeg. Wij vervolgen onze route via Klimmen en Termaar richting Walem. We passeren de ene schattige boerderij na de andere en ik moet me ervan weerhouden bij elke stop op Funda te kijken of er niet ergens een oude schuur te koop staat. Ik woon al meer dan twintig jaar in hartje Amsterdam, maar mijn liefde voor het Limburgse heuvelland
'Mijn liefde voor dit prachtige heuvelland zal nooit verdwijnen'
zal nooit verdwijnen. Een klein toevluchtsoord met uitzicht over boerenland staat dus hoog op mijn wishlist. We maken een tussenstop op de Goudsberg. Niemand weet het zeker, maar de naam zou verwijzen naar de gouden zandlaag die de aarde hier bedekt. Uit opgravingen blijkt dat het gebied al in 8000 voor Christus werd bewoond. En begin 1900 werden hier tijdens archeologische opgravingen de restanten van een Romeinse wachttoren gevonden. Tijdens de bevrijding werd in de lagergelegen weilanden heftig gevochten door de geallieerden.
Sint Gerlach
We dalen af richting Valkenburg, langs het station. Dit is het oudste nog werkende station van Nederland en volledig opgetrokken uit de lokale mergelsteen. We slaan het centrum van Valkenburg over, maar wie zin heeft in een terras kan hier even afslaan en een middag struinen langs cafeetjes, souvenirwinkels en een bezoek brengen aan de oude kasteelruïne. Wij slaan rechtsaf richting Houthem. Onderweg stoppen we bij een biologische bakker voor een heerlijk stuk abrikozenvlaai, dat we laten inpakken voor onderweg. Een paar kilometer verderop ligt Château Sint Gerlach, een oud klooster dat door Camille Oostwegel is opgeknapt tot luxe accommodatie. Het is een van mijn favoriete hotels in Nederland. De ligging is fantastisch, vlak langs de Geul, met een enorme tuin, die elke keer weer volstaat met wisselende kunst.Wie zijn route wil opbreken slaapt hier en dineert in de gezellige Bistrot de Liège. Je kunt er ook een spa- behandeling boeken of na een lange dag fietsen even bijkomen in het zwembad. Wij halen er vandaag een koffie bij het bijbehorende Burgemeester Quicx en picknicken met onze vlaai op een bankje onder een oude eik in de tuin naast de kerk. Leuk detail: veel internationale bekendheden sliepen in het hotel, zoals The Rolling Stones, die na een rondleiding in de oude barokkerk een gezegend zakje zand meekregen van Oostwegel.
Ijsvogels spotten
Na de koffie en zoetigheid stappen wij weer op de fiets, richting Meerssen. Op dit stuk weg is het fietspad smal en de weg wat drukker, maar mijn fiets is voorzien van een speciaal Garmin-radarsysteem: telkens
'We zien vele dorpen met authentieke hoeves'
als een auto van achteren nadert en dichterbij komt, gaat er een lampje branden op mijn stuur. Dat scheelt schrik en een hoop achteromkijken. Na een paar kilometer slaan we af richting uitspanning De Nachtegaal. Wie trek heeft strijkt hier neer voor ei met spek of ander lekkers. Je zit hier heerlijk op het terras (met speeltuin en een paar boerderijdieren, dus ook ideaal voor gezinnen), maar kunt in de winter net zo goed binnen zitten. Onder de foto van Koning Willem-Alexander bijvoorbeeld die de plek een paar zomers geleden samen met zijn gezin bezocht. Ook leuk: wie te paard komt, kan hier – zoals vroeger – zijn paard ‘parkeren’. Wij slaan linksaf en vervolgen onze route langs de mergelgrotten richting de Geul. Deze rivier, die ontspringt in België, meandert prachtig door het Limburgse landschap en wie geluk heeft en een hoop geduld, spot er misschien wel een ijsvogel. We fietsen verder langs het water, terug richting de drie beeldjes van Valkenburg, een Calvariegroep bestaande uit een houten kruis met Christus en twee kapelletjes, een met Maria en een met een Johannesbeeldje. De legende gaat dat deze hier zijn geplaatst in opdracht van heer Schaloen, eigenaar van het kasteel iets verderop. Volgens het verhaal probeerde hij hier met zijn paard de Geul over te steken, maar werd hij tegengehouden door een boze geest. Dankzij de komst van de drie beeldjes zou de vloek zijn verdwenen...Alweer trek gekregen? Op het kasteelplein wordt patat en ijs verkocht. En wie tijd heeft brengt een bezoek aan de Limburgse heemtuin vlak voor de toegangspoort.
Wijngaarden
Uitrusten is met een e-bike eigenlijk nauwelijks nodig, maar toch is het fijn om af en toe te stoppen en al het moois uit de omgeving in ons op te nemen. Wij fietsen via Schin op Geul terug naar Ransdaal. Bij een flinke helling vergeet ik mijn turbostand aan te zetten en plots voel ik het verschil nu ik zonder ‘hulp’ de berg op moet fietsen. Het is zwaar en ik sta op sommige momenten bijna stil. Snel klik ik van de eco- en tourstand naar turbo en schiet alsnog moeiteloos de heuvel op. We eindigen onze eerste dag fietsen bij hotel Winselerhof. Een herenboerderij uit de zestiende eeuw met een karakteristieke binnenplaats, vakwerkmuren en een groot terras. De omgeving is prachtig. Rondom het hotel staan wijnranken en je kunt er uren dwalen over bospaadjes, allemaal onderdeel van het landgoed. ’s Avonds proeven we in het bijbehorende restaurant Pirandello van de wijn uit eigen productie. Een verrukkelijke bruisende witte wijn, genaamd Bollicine di Pirandello. Van de 550 wijnranken die het landgoed telt worden elk jaar zo’n 800 flessen gemaakt. Exclusieve wijn dus, waarvan de fles jaarlijks een nieuw ontwerp etiket draagt.
Warme kersen
Na een heerlijke nacht in een van de oude boerderijkamers staat er een tweede tocht op het programma. Ditmaal in mijn favoriete streek: rondom Epen, Mechelen en Slenaken. Dorpen waar je nog authentieke boerderijen en hoeves tegenkomt. In Mechelen ook weer genoeg terrassen voor een kop koffie om de dag te starten.We fietsen vervolgens de berg omhoog richting Schweiberg, waar de weg langs eeuwenoude vakwerkboerderijen loopt. In deze omgeving is het heerlijk om geen vaste route te volgen, wel zorgen we ervoor dat we rond lunchtijd uitkomen in Epen. Hier bevindt zich namelijk mijn favoriete herberg: De Smidse. Het groene houten gebouw met rode luiken is fotogeniek, het uitzicht over de weilanden heerlijk rustgevend. Toegegeven, op zonnige zondagen kan het nog wel eens druk zijn met colonnes wielrenners en motoren, maar dat mag de pret niet drukken. Wat je hier ook bestelt, hou een plekje vrij voor een dessert, dat je iets verderop in Camerig in de buitenlucht kunt nuttigen. De Wingbergerhoeve ligt aan de Mergellandroute, een die je de rest van de dag kunt volgen. Maar eerst in de rij – in het weekend kan het hier druk zijn en met 1,5 meter afstand houden, lijkt die dan wat langer – voor een kop koffie en ijs met rood fruit en slagroom. Of een verse wafel met warme kersen. Of toch die ‘IJskoffie van de mam’, bestaande uit een espresso met een bol vanille- en mokka-ijs, gezouten karamelsaus en slagroom. Ik kies voor de wafel met warme kersen en bosbessen.Zo’n enorme hap vraagt om extra beweging en dus fietsen we na enige tijd uitbuiken de berg op richting Vijlen om de fiets te parkeren bij het terras van Buitenlust. Geen zorgen, we gaan hier niet weer eten of drinken, maar maken een van de mooiste wandelingen uit het gebied.De route loopt omlaag via Camerig, door weilanden richting de Volmolen (als je rechts kijkt zie je De Smidse weer liggen).Vanuit de Volmolen vervolg je je route langs Terziet (ook weer hoog op mijn lijstje voor die vakwerkschuur). Als we iets later langs de Geul wandelen, zien we tot ons grote geluk een blauw vogeltje wegschieten... Een ijsvogel misschien?
Steil omhoog
De wandeling eindigt steil omhoog, langs de Heimansgroeve en eeuwenoude appelboomgaarden tot je weer terugkomt bij de parkeerplaats van Buitenlust. En oké, nu hebben we wel een drankje verdiend. We blijven niet te lang zitten, want vanavond slapen we in het centrum van Maastricht. Onze bestemming: het Kruisheren- hotel, een hypermoderne constructie gebouwd in een kapel uit de vijftiende eeuw. Het restaurant, de trappen en de receptie zijn zo gebouwd, dat er geen enkele schroef in de eeuwenoude muren geboord hoefde te worden. Indrukwekkend. De kamers zijn artistiek ingericht met een modern bad, dubbele douche en overal kunst. Het is heerlijk bijkomen na een lange dag buitenzijn.
Opchic dineren
We sluiten ons fietsweekend op chic af met een 8-gangen(!)diner in Château Neercanne. Ik ben geen fan van liflafjes of ingewikkelde gerechten, maar dat is het hier allesbehalve. De ene gang is nog lekkerder dan de andere en de avond is een waar feest. Het begint al bij aankomst, als we iets te vroeg zijn en tijd hebben om te genieten van de prachtige tuinen. Het restaurant is klassiek ingericht en op tafel ligt een envelop, die is afgesloten met een officieel zegel. Daarin vinden we menu’s met onze namen erop. Het is te veel om op te noemen, maar mijn vegetarische diner bestaat onder meer uit een artisjok à la barigoule met peul- vruchtjes, aardappel met comté en truffelvinaigrette en risotto met eekhoorntjesbrood en eidooier. Voor de niet-vegetariër staan er gerechten op als coquille met tomaat, jus van citroen, schelpdierensaus en garam masala en ree van de Veluwe met girolles, sjalot en tuinbonen. Het diner begint met een drietal amuses. Chef Gilbert von Berg geeft uitleg aan onze tafel. Ik ben extra verheugd als ik zie dat van de acht gangen er twee een dessert zijn. En om het helemaal compleet te maken, krijgen we na afloop bij de koffie ook nog een heerlijk frambozentaartje om te delen. Ik ben blij dat ik zoveel bewogen heb de afgelopen dagen... De volgende ochtend rijd ik een laatste rondje op mijn e-bike, dwars door de oude stad van Maastricht. En stiekem heb ik dan al besloten dat mijn rammelende Amsterdamse roest- fiets binnenkort toch ingewisseld gaat worden voor deze Rolls-Royce. Want als je de vrijheid van de e-bike eenmaal hebt gevoeld – wind door je haren en zonder moeite, toch snel overal naartoe rijden – dan wil je eigenlijk niet meer anders.
Technische snufjes
Wij fietsten op een Cannondale Mavaro Neo, een van de meest geavanceerde e-bikes van het moment. De fiets heeft een lage opstap en is voorzien van allerlei technische snufjes. De batterij van Bosch kan tot wel 120 km mee, zonder dat je hem hoeft op te laden. De fiets heeft vier verschillende standen: eco, tour, sport en turbo. Eco gebruik je voor woon-werkverkeer en de boodschappen. Turbo is ideaal voor heuvels en bergen. Stuur en zadel zijn te verstellen én niet onbelangrijk: het zadel is niet te zacht en niet te hard, zodat je ook na uren fietsen zonder kramp afstapt. Meer weten? cannondale.com
- Hilde Veeren
- Maarten Vis