Laurens Alma Tadema - Archeoloog onder de kunstenaars

Zijn werk hangt bij ons koningshuis, maar ook bij filmsterren als Jack Nicholson. En zijn stijl leeft voort in Hollywood, waar regisseurs zijn schilderijen gebruiken ter inspiratie voor historische films. Wie is kunstschilder Laurens Alma Tadema, geboren in Friesland en gestorven als Britse Sir?

Laurens Alma Tadema - Archeoloog onder de kunstenaars

Verleidelijke vrouwen in lange gewaden in een dromerige omgeving, prachtige marmeren interieurs, maar ook een orgie waarbij de Romeinse keizer Heliogabalus zijn gasten bedelft onder een lawine rozenblaadjes. Laurens Alma Tadema werd wereldberoemd door zijn gedetailleerde afbeeldingen van de decadentie binnen het Romeinse Rijk. Hij was de eerste schilder die de klassieke oudheid met zoveel precisie in beeld bracht en werd geroemd vanwege zijn historische nauwkeurigheid. Laurens (ook wel geschreven als ‘Lourens’) Tadema werd op 8 januari 1836 geboren in het Friese Dronrijp als zesde kind van dorpsnotaris Pieter Jiltes Tadema. De naam Alma (afkomstig van zijn peetoom) voegde hij later aan zijn achternaam toe, omdat hij met de ‘A’ een prominentere plek in catalogi van tentoonstellingen kreeg. Ook ging hij zich Lawrence noemen, omdat dit internationaal gezien beter klonk.

Grote sensatie

De vader van Laurens overleed toen hij vier jaar oud was en zijn moeder Hinke bleef achter met hun twee kinderen (de derde overleed jong) en de drie kinderen uit het eerste huwelijk van haar man. Ze was een kunstliefhebber, dus tekenlessen vormden een belangrijk deel van de opvoeding. Laurens was vijftien toen zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid plotseling ernstig achteruit ging. Zijn omgeving dacht dat hij tering had en snel zou overlijden. In plaats van zijn geplande rechtenstudie mocht hij daarom de laatste maanden van zijn leven besteden aan wat hij écht leuk vond: tekenen en schilderen. Hij krabbelde echter op en bleek een talentvol kunstenaar, waardoor hij al op zijn zestiende werd toegelaten tot de kunstacademie in Antwerpen. Tijdens zijn studie won hij meerdere kunstprijzen met als gevolg dat hij in 1855 de assistent werd van zijn professor, schilder Louis (Lodewijk) Jan de Taeye. Zijn mentor was niet de allerbeste schilder, maar leerde de jonge Laurens wel om met precisie te werken en een historische nauwkeurigheid aan de dag te leggen. Een kenmerk in zijn werk waarmee Alma Tadema later veel faam verwierf. Na zijn studie ging het talent aan de slag in het gerenommeerde atelier van Hendrik Leys. Onder zijn hoede schilderde hij op 25-jarige leeftijd zijn eerste grote werk: De opvoeding van de kinderen van Clovis (1861). Het zorgde voor veel sensatie tijdens een kunstcongres in Antwerpen en het schilderij kwam uiteindelijk in het bezit van de Belgische koning Leopold I. Dit werk zou de basis leggen voor de roem van Alma Tadema.

'Als ik schilder ben ik kunstenaar. Als het af is, ben ik zakenman'

Pompeï als inspiratie

Zijn interesse voor het leven in het oude Rome ontstond toen Laurens tijdens zijn huwelijksreis in 1863 met zijn eerste vrouw, kunstenares Marie-Pauline Gressin Dumoulin de Boisgirard, naar Florence, Rome, Napels en Pompeï ging. Vooral de ruïnes van de onder vulkanische as bedolven stad gaven Laurens veel inspiratie. Pauline stierf in 1869 op 32-jarige leeftijd aan de pokken en de schilder bleef achter met twee jonge dochters (hun zoon was een paar maanden na zijn geboorte al overleden aan dezelfde ziekte). Hij was zo verlamd door de twee grote verliezen in zijn leven dat hij maandenlang geen kwast meer aanraakte. Omdat het eenvoudigweg te pijnlijk was, heeft Alma Tadema na de dood van zijn vrouw ook nooit meer over haar gesproken, maar ze is wel te zien op drie van zijn olieverfschilderijen, waaronder Mijn atelier (1867). Datzelfde jaar kreeg de 33-jarige kunstschilder zelf ook gezondheidsklachten. Hij vertrok in de zomer naar Londen voor medisch advies, omdat de artsen in België geen oorzaak konden vinden. Bij de schilder Ford Madox Brown thuis ontmoette hij in december de 17-jarige Laura Theresa Epps. Hij was op slag verliefd. Het deed hem zelfs besluiten om in 1870 met zijn dochters Laurence en Anna naar Londen te verhuizen, waar hij nooit meer weg is gegaan, omdat zijn carrière hier een grote vlucht nam. ‘Ik had altijd al een grote voorliefde voor Londen en het is de enige stad waar mijn werk tot nu toe kopers heeft gevonden. Ik besloot het vasteland te verlaten en mij in Engeland te vestigen, waar ik een echt thuis vond’, was zijn simpele toelichting. Toen Laura achttien was, vroeg Laurens haar ten huwelijk, maar haar vader vond haar te jong en eiste dat ze elkaar eerst beter leerden kennen. Uiteindelijk trouwden ze een jaar later alsnog en ook Laura Theresa Epps ontpopte zich als een begaafd kunstschilderes. Kinderen kreeg het stel niet, maar Laura werd wel de stiefmoeder van zijn twee dochters. Alma Tadema werd een geliefd lid van de Britse society, hij nam de Engelse nationaliteit aan en werd in 1899 zelfs geridderd; voortaan mocht hij als ‘Sir’ door het leven gaan. Hij schilderde niet alleen taferelen uit de klassieke oudheid, maar ook portretten, en vervaardigde daarnaast aquarellen en tekeningen. Later in zijn carrière begon hij bovendien kostuums, meubels en toneeldecors te ontwerpen.

Oog voor detail

Tadema was een charmante entertainer en daarmee een graag geziene gast in de Londense high society. Zijn luxe atelier, grotendeels voorzien van marmer, werd een belangrijke ontmoetingsplek (ook Oscar Wilde kwam er regelmatig). Het leverde hem een enorm netwerk op en de nieuwe opdrachten bleven binnenstromen. Laurens – die zichzelf nu ‘Lawrence’ noemde – had namelijk ook een groot zakelijk talent. ‘Als ik schilder, ben ik kunstenaar. Als het af is, ben ik zakenman’, zei hij hier zelf over. Als schilder bleef hij zijn hele carrière een subliem oog voor detail hebben. Hij werd ook wel ‘de archeoloog onder de kunstenaars genoemd’, omdat hij een grote beeldbank had aangelegd, replica’s van archeologische vondsten kocht en ook voor langere tijd naar plekken zoals Pompeï ging voor eigen onderzoek. Voor zijn beroemde schilderij De rozen van Heliogabalus (1888), waarop de Romeinse keizer rozenblaadjes rondstrooit alsof het confetti is, liet hij tijdens de winter zelfs vier maanden lang bloesem van de Côte d’Azur naar zijn atelier in Londen sturen, om dit zo waarheidsgetrouw mogelijk na te kunnen schilderen. Juist zijn aandacht voor details en zijn verhalende manier van schilderen zorgden ervoor dat Hollywoodregisseurs hem vaak als bron hebben gebruikt bij het maken van films, zoals Intolerance (1916), Ben Hur (1925) en Cleopatra (1934). Ook regisseur Ridley Scott gaf toe dat hij voor zijn Romeinse epos Gladiator (2000) heel goed naar de kostuums en decors op de schilderijen van Alma Tadema had gekeken. Laurens Alma Tadema overleed op 25 juni 1912, drie jaar na de dood van zijn vrouw Laura. In zijn laatste weken bezocht hij met zijn dochter Anna de Kaiserhof Spa in Wiesbaden om daar een behandeling voor maagkanker te ondergaan, maar dit mocht niet meer baten. Hij werd begraven in de St. Paul’s Cathedral in Londen, wat een grote eer is voor iemand die van origine geen Brit is. Op zijn begrafenis waren zelfs leden van het Britse koningshuis aanwezig.

In de vergetelheid

Zijn dochters Anna (die zelf ook schilderes werd) en Laurence (die furore maakte als romanschrijfster/dichteres) behielden zijn atelier na hun vaders dood. Nadat zij zelf overleden, verwaarloosde het atelier en uiteindelijk werd het verbouwd tot een appartementencomplex. Alma Tadema’s werk, dat tijdens zijn leven de ene na de andere kunstprijs won, raakte na de Eerste Wereldoorlog decennialang in de vergetelheid. Het waren de hoogtijdagen van het modernisme en daar sloten zijn klassieke en realistische werken niet bij aan. Kunstcritici noemden zijn schilderijen in die periode zelfs ‘kitsch’. Het was de tijd dat je een Alma Tadema voor een schijntje kon kopen. Pas eind jaren zestig raakte zijn werk weer in de belangstelling. Het schilderij Mozes gevonden! – in de jaren vijftig achterlaten in een steegje omdat de koper alleen geïnteresseerd was in de gouden lijst – is zelfs het duurst verkochte negentiende-eeuwse schilderij van een niet-impressionist. Het werd in 2010 geveild voor 35,9 miljoen dollar. Ook zijn andere werken worden tegenwoordig voor miljoenen verkocht, en zijn in het bezit van steenrijke kunstliefhebbers zoals de Getty-familie en acteur Jack Nicholson. Leuk om te weten: zelfs onze eigen koninklijke familie heeft een échte Alma Tadema aan de muur hangen!