Of ze even een foto mag maken, vraagt een jonge vrouw in de hotellobby. Susan Visser (51) zit tussen fotoshoot en interview in en heeft eigenlijk geen tijd. Toch gaat ze vriendelijk op het verzoek in en poseert soepeltjes met haar fan. Business as usual voor een bekende actrice. Gewoon gezellig vindt Visser nu. Maar er was een tijd dat dergelijke dingen haar beduidend minder makkelijk afgingen – toen ze een beginnend actrice was en de rol van Dirkje speelde in de televisieserie In de Vlaamsche pot. Ze moet hard lachen als ze vertelt hoe het succes van die serie haar indertijd intimideerde. ‘Ik kon er helemaal niet mee omgaan. Ik kreeg echt de zenuwen als mensen op me afstapten. Gek misschien, maar ik had er nooit over nagedacht dat dat zou kunnen gebeuren. Ik vond acteren gewoon heel leuk en als ik jarenlang bij obscure toneelgroepjes had gezeten, had ik dat ook prima gevonden. In de Vlaamsche pot kwam gewoon op mijn pad. In die tijd had je maar drie zenders op televisie en die serie was mega-populair. Ik werd totaal overvallen door het feit dat ik ook in mijn vrije tijd ineens heel zichtbaar was. Ik wilde gewoon lekker in mijn joggingpakje over straat, maar dat ging niet meer. Opeens moest ik in een mooi jurkje naar grote evenementen. Daar liepen natuurlijk ook fotografen rond en ik weet nog dat ik me bij één bepaalde gelegenheid de hele tijd achter een pilaar probeerde te verstoppen, haha. Een andere keer zat ik in de tram en was er een meisje dat begon te gillen van pure opwinding. Ze kwam naast me zitten, keek me aan en ondertussen ging ze gewoon door met gillen. Ik schaamde me kapot omdat de hele tram naar ons keek. Toen holde ze naar de chauffeur voor een papiertje en een pen en bleek dat ze alleen maar een handtekening wilde. Gelukkig doen mensen inmiddels heel relaxed. Ik vind het tegenwoordig gewoon gezellig om herkend te worden.’
‘Er is geen SET geweest waar ik ZOVEEL HEB GELACHEN als bij GOOISCHE VROUWEN’
Het is alweer een kwart eeuw geleden dat In de Vlaamsche pot werd uitgezonden, maar het succes is er voor Susan Visser niet minder op geworden. Ze is een veelgevraagd actrice. Dit najaar staat ze met Liz Snoijink en Porgy Franssen in het DeLaMar Theater met De man van je leven, een stuk van Arthur Japin. Ze doet mee aan Welkom dan maar, een filmproject waarbij gevluchte filmmakers samenwerken met Nederlandse filmmakers en acteurs. Ze is net klaar met de opnames voor Gek van Oranje, een mozaïekfilm over voetbalkoorts waarin Nasrdin Dchar haar echtgenoot speelt. En de televisieseries Smeris en Centraal Medisch Centrum, waarin ze afgelopen jaar te zien was, gaan een nieuw seizoen in.‘Dat stuk van Arthur Japin, dat vind ik echt heel spannend om te doen’, vertelt ze. ‘Het gaat over een echtpaar waarvan de vrouw, gespeeld door Liz, terminaal ziek is. Ze weet dat ze binnen afzienbare tijd zal sterven, maar ze wil niet dat haar man alleen achter blijft. Dus gaat ze op zoek naar een nieuwe vrouw voor haar man en dat ben ik. Het is een zwaar onderwerp en toch is het een komedie, al zitten er ook mooie, ontroerende stukken in. Ik ben benieuwd hoe dat gaat werken. Een nieuw stuk is altijd spannend.’‘Ik vind het ook geweldig om mee te doen aan het filmproject Welkom dan maar met vluchtelingen die uit het filmvak komen. We hebben al improvisatieworkshops met elkaar gedaan en dat vond ik indrukwekkend, omdat je weet dat er achter die mensen een enorm verhaal zit van oorlog, dier- baren verliezen, vluchten, opnieuw beginnen. Het was voor hen te gek dat ze eindelijk weer bezig konden zijn met hun eigen vak. Dat ze konden zijn wie ze werkelijk zijn, en niet alleen maar vluchteling. Ik heb daardoor fantastische mensen leren kennen en dit is alleen nog maar het begin.’
Was er iemand met wie je een speciale klik had?‘Ik had eerder al vriendschap gesloten met een Syrisch gezin dat ik kende van het programma Herberg Europa. Met een van de dochtertjes, ze is nu negen, had ik een instant klik. Altijd als ik haar zag, zei ze: ik wil een film maken met jou. Ik heb er nu voor gezorgd dat zij en haar zusjes mee kunnen doen met Welkom dan maar.’
Als je terugkijkt op je carrière, welke rollen zijn dan bepalend voor je geweest?‘Natuurlijk Anouk in Gooische Vrouwen. Omdat ik dat zo lang heb gedaan, omdat die serie zo’n succes was en omdat ik er de meest fantastische vriendschappen aan heb overgehouden. Linda, Tjitske, Lies, Will Koopman, de regisseur. Die vrouwen zijn heel belangrijk in mijn leven geworden. We zien elkaar nog vaak, gaan regelmatig bij elkaar eten of een paar dagen op reis.Anouk is zowel professioneel als persoonlijk een belangrijke rol voor me geweest en ze was ook nog eens heerlijk om te spelen. Ze is zo uitbundig en extravert, het geeft erg veel energie om zo’n vrouw te spelen. En er is geen set geweest waar ik zoveel gelachen heb als bij Gooische Vrouwen.Maar een rol die me ook erg na aan het hart ligt is die van de moeder van Ollie in Het gordijnpaleis van Ollie Hartmoed. Dat is zo’n hartverwarmende jeugdserie. Ik vond het heerlijk om zo’n lieve moeder te spelen. Ze is gescheiden, ontmoet een nieuwe man die al drie zoons heeft en ze doet heel erg haar best om dit nieuwe gezin te laten slagen. Dat ontroerde mij zo. Dat je het zo graag zo goed wilt doen.’
Herken je jezelf daarin?‘Wat mij vooral ontroerde was dat je het als moeder zo goed wilt doen en dat je het zo graag gezellig wilt hebben, maar dat je nooit kunt voorkomen dat er drama’s gebeuren in kinder- levens. In elk gezin gebeuren dingen die je kinderen graag wil besparen, al heeft iedereen het beste met elkaar voor. Mijn eigen vader was alcoholist en mijn moeder, mijn zus en ik zijn bij hem weggegaan toen ik twaalf was. Mijn zus en ik hebben hem nooit serieus kunnen nemen als vader. Dat was ons drama. En in mijn eigen gezin stierf mijn man plotseling. Dat is iets wat ik nooit had kunnen voorzien, wat er enorm heeft ingehakt. Zo gebeuren in veel mensenlevens grote drama’s. Maar vervolgens probeer je toch weer de draad op te pakken en er iets moois van te maken.’
Je hebt in andere interviews al heel veel verteld over de diepe rouw waar je doorheen ging nadat Roef op 42-jarige leeftijd plotseling stierf aan een hart- stilstand. Dat is nu tien jaar geleden. Heb je het gevoel dat je er, zoals je zegt, toch weer iets moois van hebt kunnen maken?‘Ja. Absoluut. Dat komt door mijn levenslust. En door de grote liefde die ik met Roef had en die ik altijd bij me draag, ook nu nog.Uit die grote liefde zijn onze twee kinderen geboren. Die kinderen zijn nu zestien en negentien. Ze zijn net als ik heel erg op zoek naar waar de vreugde zit in het leven en het avontuur. Uiteindelijk gaat het om de liefde, de vreugde en de creativiteit – dat maakt het leven zo interessant en mooi.’‘Een film die ik ook heel fijn vond om te doen was Richting West, waarin ik een alleenstaande moeder speel die een nieuwe liefde vindt. Regisseur/schrijver Nicole van Kilsdonk had het scenario niet helemaal uitgeschreven en dat was een geweldige manier van werken. We begonnen gewoon bij haar thuis aan de keukentafel met improviseren. Bij het draaien wist ik wel wat er uit een scène moest komen, maar de tekst lag niet vast. Die vrijheid was spannend. En lekker, want ik hoefde geen tekst te leren.’
Zijn er ook projecten geweest waarvan je zegt, die had ik niet moeten doen?‘Wat echt niet gelukt is, en dat kan ik wel zeggen want daar waren we het allemaal over eens, was de tv-serie Love Hurts. Dat was veel te snel uit de grond gestapt. De serie was opgezet op basis van de mooie stukken over de liefde van Corine Koole in Volkskrant Magazine, die ik heel graag lees. Ik speelde de relatietherapeute. Maar het probleem daarmee was dat ik alleen maar een beroep speelde. Ik kon geen personage uitwerken en daar is voor een acteur niets aan. Dus daarna was het, oké dat gaan we dus niet meer doen.’
‘LIEFDE, VREUGDE, creativiteit maken het leven MOOI’
Had jij toen je begon op de toneelschool gedacht dat het zo zou lopen met je carrière?‘Ik dacht eigenlijk dat toneel de hoofdmoot zou zijn. Maar ik ben veel meer televisie gaan doen, hoewel ik het altijd heb afgewisseld en juist dat vind ik superleuk, die afwisseling. Ik heb eigenlijk nooit een strak plan gehad. Ik heb het allemaal op me af laten komen. Ik was heel lang allang blij dat ik werk had. Ik was ook niet een meisje dat van jongs af aan droomde van een carrière als actrice omdat het niet in mijn hoofd opkwam dat dat een optie was. Ik kende niemand die zoiets deed. Ik wist eigenlijk niet eens dat je naar een toneelschool kon. Op mijn vijftiende kwam ik bij een toneelgroepje voor tieners in Rotterdam en dat vond ik heel erg leuk. Het was eigenlijk doordat die andere kids zeiden: ik denk dat ik auditie ga doen voor de toneelschool, dat ik dacht: oh, dus dat kun je gewoon doen. Toen voelde ik dat ik dat heel graag wilde. Ik ging auditie doen voor de toneelschool in Amsterdam en scheet zeven kleuren van de zenuwen. Ik kon niet eten op de dag van de auditie. De eerste keer vonden ze me te jong, hoewel ik al negentien was. Toen ben ik bij het Ro Theater figurantenrolletjes gaan spelen. Een jaar later werd ik wel aangenomen.Ik was een extreem ijverige leerling op de toneelschool. Op de middelbare school had ik heel veel gespijbeld, maar toen ik op de toneelschool kwam, dacht ik: dit is wat ik wil, dit ga ik echt doen. Ik heb geen uur verzuimd en nam alles heel serieus, ook dingen waarvan ik nu denk, die had ik best met een korreltje zout kunnen nemen. Elke spelmethode ging ik helemaal uit- proberen tot in de details, haha, superschattig. Ik maakte hele biografieën van mijn personages, ik schreef schriften vol. Waar ze vandaan kwamen, hoe hun jeugd was geweest, alles.Bij In de Vlaamsche pot maakte ik ook hele rolomschrijvingen. Maar soms klopten die niet met wat de scenarioschrijver bedacht en dan ging ik daarover in discussie. Dan zei ik: waarom zou ze dàt nou ineens zeggen als ze altijd zus of zo is geweest. Ik nam het heel serieus. Maar dan zei hij: het past misschien niet in jouw rolomschrijving, maar het is gewoon grappig, dus doe het nou maar gewoon. De schrijver wint zo’n discussie natuurlijk altijd.’
Je bent inmiddels de vijftig gepasseerd. Vroeger was het voor actrices op die leeftijd lastig om mooie rollen te krijgen. Dat is aan het veranderen. Wat is jouw ervaring?‘Het gaat gewoon lekker door. Er komen heel veel leuke rollen op mijn pad en het verbaast me soms hoe leuk ik acteren nog steeds vind na al die jaren. Kitty Courbois is mijn grote voorbeeld en zij is tot haar dood toe blijven spelen. Ik heb met haar samengewerkt in De Held wat uiteindelijk haar laatste film bleek te zijn. Ik vond het zo mooi om te zien hoe zij nog steeds genoot van het spelen en van de aanwijzingen die ze van de regisseur kreeg. Ze stond daar nog steeds helemaal voor open. Ik dacht toen: wow, wat heerlijk, ik hoop dat het mij ook gegeven is tot op hoge leeftijd te acteren. Ik ben voorlopig niet klaar. Later het oude wijffie spelen, dat lijkt me geweldig!’