Frida Kahlo: Icoon - Feministe - Powervrouw 'Ik ben mijn eigen muze'

Velen zien haar als icoon, maar Frida Kahlo was veel méér dan dat. Naast feministe, activiste en vrije geest was ze o.a. de allereerste selfie-koningin.

Frida Kahlo: Icoon - Feministe - Powervrouw 'Ik ben mijn eigen muze'

Frida de powervrouw

Een makkelijk leven heeft de op 6 juli 1907 in Mexico geboren Frida Kahlo nooit gehad. En dat is een understatement. Ze kreeg op haar zesde kinderpolio, waardoor ze negen maanden in bed moest doorbrengen. Haar voet en been raakten blijvend vervormd, wat haar op school de bijnaam ‘Frida mankepoot’ opleverde. Op haar achttiende sloeg het noodlot opnieuw toe: Ze raakte levensgevaarlijk gewond bij een aanrijding tussen een tram en de bus waarin zij zat in Mexico-Stad. Een stuk stalen leuning doorboorde haar lichaam, Frida brak bijna alles wat er te breken viel, en wederom kon ze twee jaar lang niet veel meer dan plat blijven liggen. Frida had gruwelijke pijnen door haar verwondingen en moest de jaren erna zo’n 35 heftige operaties ondergaan. Maar ze wist haar pijn om te zetten in passie. Vanuit haar bed begon ze haar inmiddels beroemde zelfportretten te schilderen. Haar doeken werden haar persoonlijke dagboeken waarop ze haar ziel kon blootleggen. In plaats van in de slachtofferrol te gaan zitten, wilde de kunstenares laten zien dat pijn een wezenlijk onderdeel van het leven is. Ze weigerde zich ook te laten definiëren door haar handicap. ‘Waarom heb ik voeten nodig als ik vleugels heb om te vliegen’, zei ze daarover. Frida Kahlo ontpopte zich tot een powervrouw die van haar zwakte haar kracht maakte. Ze begon vrouwelijke taboeonderwerpen als miskramen, menstruatie, borstvoeding en haar onvruchtbaarheid – een gevolg van het ongeluk – te laten zien in haar schilderijen. Het opgeven van haar grote droom, moeder worden, werd zelfs een terugkerend thema in haar kunst. Hoewel mensen haar werk in eerste instantie verontrustend vonden, werd ze later geroemd omdat het juist de grootste worstelingen, angsten en uitdagingen van vrouwen laat zien. ‘Mijn portretten zijn de eerlijkste expressie van mezelf ’, aldus Frida.

Frida de feministe

Frida is altijd een groot voorvechtster geweest van gelijke rechten, niet alleen voor mannen en vrouwen, maar voor iedereen die in die tijd ongelijk werd behandeld vanwege zijn geaardheid, ras, geestelijke gesteldheid of handicap. Ook in haar strijd om genderneutraal te zijn was ze haar tijd ver vooruit. Ze weigerde zich in het hokje ‘vrouw’ te laten stoppen en benadrukte haar mannelijke trekken, zoals haar mono-brow, die ze zelfs donkerder maakte met een oogpotlood. Ook liet ze haar okselhaar en het snorretje op haar bovenlip gewoon staan. Sterker nog, ze dikte deze zogenaamde vrouwelijke imperfecties zelfs aan op haar portretten. Tegelijkertijd omarmde ze ook haar vrouwelijke kant door gekleurde jurken te dragen en haar haren te verfraaien met vlechten en opvallende bloemen. Ook in haar huwelijk met de gerenommeerde kunstenaar Diego Rivera wilde Frida een ‘complete’ vrouw zijn, en niet alleen maar de zorgende vrouwenrol aannemen, wat in die tijd van echtgenotes werd verwacht. Sowieso heeft ze zich nooit aan de stereotype rolpatronen gehouden: ze bokste en worstelde, deed tequiladrinkwedstrijden met mannen en droeg mannenpakken op familieportretten, terwijl haar moeder en zussen jurken aan hadden. In plaats van huisvrouw te worden, koos ze ervoor om door te studeren. Frida was één van de vijf meisjes op een school met driehonderd jongens.

Frida de kunstenares

Hoewel Frida aanvankelijk arts wilde worden, om anderen te helpen die net als zijzelf gezondheidsproblemen hadden, had ze al op jonge leeftijd een passie voor tekenen en schilderen. Ook volgde ze toen al tekenlessen bij een vriend van haar vader. Pas toen ze Diego Rivera ontmoette, ging ze beseffen dat ze weleens haar geld zou kunnen verdienen met kunst. Diego zag direct haar enorme talent en stimuleerde Frida om op de voorgrond te treden met haar werk. De eerste jaren van hun huwelijk stond ze nog in zijn schaduw, maar de pers begon steeds meer interesse voor de jonge, talentvolle kunstenares te krijgen. In 1938, Frida was toen 31 jaar oud, kreeg ze haar eerste solo-expositie in New York, en een jaar later ook eentje in Parijs. Ze trok de aandacht van het Louvre, dat een van haar zelfportretten, The Frame, kocht. Heel bijzonder, want het Franse museum had nooit eerder een werk van een Mexicaanse artiest uit de twintigste eeuw gekocht, en dan was het ook nog eens een vrouw. Toen Frida Kahlo in 1954 op 47-jarige leeftijd stierf, liet ze maar liefst 143 schilderijen na, waarvan 55 zelfportretten. Haar manier van schilderen was zo zijn tijd vooruit dat ruim zestig jaar naar haar dood haar werk nog steeds als vooruitstrevend en vernieuwend wordt beschouwd. Haar feministische kijk op kunst én op het leven is, in een tijd waarin vrouwen hun krachten bundelen in de Time’s Up-beweging, actueler dan ooit.

Frida de vrije geest

Gedurende haar leven is Frida altijd open geweest over haar biseksualiteit. Ze sprak vrijuit over haar voorkeur om het bed te delen met mannen én vrouwen, en had affaires met beroemde dames als zangeres Josephine Baker en actrice Paulette Goddard. Haar 21 jaar oudere echtgenoot nam het niet zo nauw met de echtelijke trouw. Dat deed Frida besluiten voor een open huwelijk te gaan, zodat ze zelf ook de lusten hiervan kon ervaren. Dat ze met vrouwen experimenteerde, vond haar man best. Maar hij kon – jaloers als hij was – niet dealen met haar mannelijke minnaars, zoals marxist Leon Trotsky en fotograaf Nickolas Muray. Hun turbulente relatie liep in 1939 uit op een scheiding, maar een jaar later besloten Frida en Diego toch te hertrouwen, want ze konden niet mét en niet zónder elkaar. Wel liet ze een nogal opmerkelijk huwelijkscontract opstellen, waarin stond dat ze geen seks meer hoefde te hebben met haar echtgenoot. Frida heeft zich nooit willen laten beperken door heersende normen en waarden over hoe het allemaal hoorde. Ze leefde het leven zoals zij dat wilde. ‘Eerst dacht ik over mezelf dat ik de vreemdste persoon ter wereld was. Maar toen begon ik te denken: Er zijn zoveel mensen op de wereld, er zijn vast nog anderen die zich net zo afwijkend en imperfect voelen als ik’, zei ze ooit. Die gedachte zorgde ervoor dat ze zich nooit een buitenbeentje heeft gevoeld, eerder een vrije geest. Gedurende haar leven omringde ze zich dan ook het liefst met andere creatievelingen en open denkers.

Frida de activiste

Frida Kahlo was een overtuigd communiste, omdat ze tegen klassenverschillen was. Ze liet zelfs haar geboortedatum veranderen in drie jaar later, zodat deze samenviel met de Mexicaanse revolutie. Ondanks haar gezondheidsproblemen zette ze zich fanatiek in voor de communistische partij, ze gaf leiders zoals Leon Trotsky onderdak bij haar thuis, steunde hen nancieel en liet communistische symbolen terugkomen in haar schilderijen. Ze deed ook regelmatig mee aan demonstraties. Of het nu om gelijke rechten van homoseksuelen, vrouwen of transgenders ging, Frida liep voorop; ze had een bloedhekel aan onrecht en discriminatie. Zelfs in haar laatste dagen, toen ze al leed aan een long- ontsteking, nam ze nog deel aan een demonstratie tegen de Amerikaanse inmenging in Guatemala.

Frida de selfie-koningin

Dat beroemde dames als Madonna Frida Kahlo adoreren, is niet zo verwonderlijk. ‘Frida was feitelijk gezien de allereerste selfie-koningin’, zegt Susana Martínez Vidal, schrijfster van het boek Frida Kahlo: Fashion as the Art of Being. ‘Zij ontdekte de dwangmatige menselijke behoefte om je eigen af beelding te delen, zodat je je minder alleen voelt, een eeuw geleden al.’ Haar belangrijkste inspiratiebron was zijzelf. ‘Ik ben mijn eigen muze, omdat ik zo vaak eenzaam ben, maar ook omdat ik het onderwerp ben wat ik het beste ken’, sprak ze eens. Ze gaf haar vrienden ook regelmatig zelfportretten met de woorden: ‘Ik geef je dit schilderij zodat ik niet zo alleen ben.’ Soms portretteerde ze zichzelf met een ketting van doornen of met een openliggend hart. En ook is ze op een schilderij te zien als aangeschoten hert vol pijlen. Dit allemaal om de ondraaglijke pijnen, waar ze haar hele leven mee kampte, van zich af te schilderen.

Zelfportretten maken was voor Frida ook een manier van overleven. ‘Ik schilder bloemen, zodat ze niet sterven’, sprak ze een keer, en eigenlijk gold dat ook voor haar eigen persoontje. Vierenzestig jaar na haar dood is Frida Kahlo nog springlevend, of om het met haar eigen woorden te zeggen: ‘De enigen die doodgaan, zijn diegenen die nooit hebben geleefd.’