Het liefdesverhaal van Martine van Os (66) en Wouter Stips (79) begint ruim 45 jaar geleden als ze elkaar op de academie ontmoeten; zij leerling, hij docent. Hun liefde blijkt al snel te sterk. En nog steeds, juist dankzij alle ups en downs.
Scène 1
September 1977. De Academie voor Expressie in Utrecht.
Als Martine in haar tweede jaar op de academie les krijgt van Wouter springt de vonk direct over.
M: ‘Een vriendin had me in mijn eerste jaar al eens gevraagd of ik ook les had van Wouter Stips, want ‘dat is zo’n leuke man’. Ik had op dat moment geen idee wie hij was, totdat ik hem een keer tegenkwam in de gang. En ja inderdaad, zo op het eerste gezicht een heel leuke man. Maar Wouter was getrouwd, had een kind en twee honden, en was twaalf jaar ouder. Een jaar later kreeg ik hem wel als docent, liep zijn huwelijk op de klippen en sprong de vonk over. Het zat hem vooral heel erg in de blikken als hij me over zijn bril aankeek. Dat iemand alleen al naar je hoeft te kijken en er zoveel met je gebeurt, dat gevoel had ik nog nooit meegemaakt.’
W: ‘We hebben hetzelfde gevoel voor humor, komen allebei uit Den Haag, dat schept ook een band. Net als onze liefde voor theater. Wat ons in eerste instantie tegenhield, was dat we allebei nog een relatie hadden, dat ik 32 was en zij 20, en ik de docent en Martine de leerling. Al liep in die tijd alles dwars door elkaar en werd er niet gek opgekeken als docenten met leerlingen in de kroeg belandden. Het café was ook de plek waar we nog meer naar elkaar toe trokken en wisten: hier is geen houden aan.’
M: ‘Zo had ik met een aantal medestudenten tijdens mijn derde studiejaar theatergezelschap Dames en heren opgericht en daarmee waren we in een Utrechts café. Wouter ging toen iedereens hand lezen. Ontzettend interessant. Uiteindelijk zat hij zo lang met mijn hand in de zijne dat we pas later opmerkten dat iedereen weg was. Later hebben we in café Achter de Dom voor het eerst gezoend. Tussen de hardgekookte eitjes, Utrechtse Vocking leverworst en kippenvleugeltjes die daar standaard op de bar stonden. Die verliefdheid was zo sterk dat ik de eerste weken geen hap door mijn keel kreeg. Onze eerste zoen was even wennen. Ik had nog nooit met iemand gezoend met een snor, en die had hij.’
W: ‘We trokken steeds meer met elkaar op, ook buiten school. In haar laatste studiejaar gingen Martine en ik met het theatergezelschap naar Amerika. Vanaf die reis was het serieus.’
Elle van Rijn en Nicola Villa: 'Het was of we recht in elkaars ziel keken'Scène 2
Mei 1983. Adelaarstraat in Utrecht.
Na vier jaar zijn Martine en Wouter het heen en weren tussen twee huizen beu en besluiten te gaan samenwonen.
W: ‘Toen we elkaar leerden kennen, hadden we allebei net onze relatie verbroken en daarom besloten we het die eerste jaren rustig aan te doen. Ik ging in Amsterdam wonen, in het oude atelier van een confectiefabriek, een prachtige plek. Martine op kamers in Utrecht. Uiteindelijk hebben we om de hoek van haar huisje samen een woning gekocht, op de Adelaarstraat. Eigenlijk waren we al zo vaak bij elkaar dat het rust gaf om eindelijk in één huis te wonen.’
M: ‘We waren er echt aan toe, en namen ook meteen twee katten: Punk en Pinter. De vijfjarige zoon van Wouter uit zijn eerdere huwelijk, Sanne, was één keer in de twee weken in het weekend bij ons. Een ontzettend lief jongetje. Zodra duidelijk was dat het tussen Wouter en mij geen bevlieging was, mocht ik hem ontmoeten en was het meteen heel vertrouwd.’
W: ‘We hebben er vooraf goed over gesproken, al dacht Martine nog meer na over haar rol ten opzichte van hem dan ik.’
M: ‘Ik ben niet zijn moeder, want die had hij natuurlijk al. Maar we hadden wel regels als hij bij ons was. Soms was dat even zoeken hoe ik me daarin moest gedragen, ik was zelf natuurlijk ook nog jong, maar in principe ging het altijd goed. Uiteindelijk hebben we vijf jaar in ons huis in Utrecht gewoond, voordat we naar Hilversum verhuisden.’
Scène 3
Mei 1989. Hotel Landgoed Het Roode Kooper op de Veluwe.
Na een huwelijksaanzoek waarbij niemand op de knieën gaat, trouwen Martine en Wouter vooral met het doel er een groot feest van te maken.
M: ‘We waren al tien jaar samen en ik wilde heel graag trouwen, dus vroeg ik Wouter: “Zullen we het doen?” Heel praktisch, niet romantisch en niemand is op zijn of haar knieën gegaan. We houden van feestjes geven, grapten vaak: het lijkt hier wel een cateringbedrijf, en het leek ons nu ook vooral leuk voor het feest.’
W: ‘Ik zei meteen: “Leuk, doen we!” Twee vrienden hebben ons geholpen er een groot huwelijksfeest van te maken. Verdeeld over twee dagen: vrijdag het feest, zaterdag de ceremonie. Met vijftig man gingen we naar Hotel Landgoed Het Roode Kooper op de Veluwe. Op deze prachtige locatie in het bos hebben we ’s avonds groot feest gevierd en kregen we allerlei creatieve en hilarische verassingen.’
M: ‘De volgende ochtend werden we wakker gezongen door een driekoppig meerstemmig koor op ons balkon. Vervolgens heb ik mij, met hulp van een vriendin, in mijn rode trouwjurk gehesen. De vrouw van Bob Geldof – Paula Yates – was in het rood getrouwd, dat vond ik zo fantastisch mooi: de kleur van de liefde, dat wilde ik ook. Onze dochter Bo was net een jaar en kreeg als bruidsmeisje een lief jurkje in dezelfde kleur. Wouter wist in verband met het bruidsboeket dat ik rood zou dragen, maar verder niet hoe de jurk eruitzag.'
W: 'Ik stond 's ochtends met alle gasten in de hoteltuin te wachten en toen kwam Martine met kleine Bo op haar arm naar buiten, dat vond ik ontroerend mooi.’
M: ‘Iedereen was al helemaal in de feeststemming. Zo leuk! Toen moest de trouwerij nog beginnen in ’s Graveland, inclusief gospelkoor dat ons buiten opwachtte. Daarna een groot feest bij ons thuis in Hilversum. Een geweldig mooie afsluiter.’
Het hele interview lees je in de nieuwe Elegance die nu in de winkel ligt. In de kunst & design special vind je verder een hoop mode inspiratie voor het nieuwe seizoen, inclusief de laatste trends. Bekijk alle trends op het gebied van mode en beauty en lees interviews met onder andere Jeff Koons en Cor Bakker.
Tekst: Kim Buitenhuis | Beeld: Stef Nagel | Styling: Brigitte Kramer | Visagie: Maaike Beijer