De nieuwe Jackie van Laren is De Eyckenhof, een feelgoodroman die zich afspeelt op bungalowpark De Eyckenhof. Een plek waar alle bewoners iets vinden wat ze niet hadden verwacht. Van een gevoel van thuis of familie, tot het vinden van ware liefde. Van Laren: 'Ik vind het altijd belangrijk om in mijn boeken aandacht te hebben voor de kleine, bijna onbeduidende zaken in het leven.'
In de nieuwe Elegance stellen we haar vijf vragen over het nieuwe boek en haar carrière.
1. Wat vormde de inspiratie voor De Eyckenhof?
‘Het allereerste idee voor het boek kwam voort uit een persoonlijke ervaring. We hebben een zomerhuisje op een klein bungalowpark ergens in een mooi bos. Mijn man en ik komen al ons hele leven in die buurt, en onze ouders en grootouders ook, dus we vinden het geweldig om daar een eigen plekje te hebben. Het terrein wordt gerund door een familie die dat ook al drie generaties doet, dus het is heerlijk vertrouwd, geworteld en knus voor ons. Rustig, groen, lieflijk. Dat gevoel van je even lekker verstoppen in zo’n huisje onder de bomen gaf me het idee voor een personage dat een dubbelleven heeft geleid. Terwijl iedereen dacht dat hij naar het buitenland vertrok en daar woeste zaken beleefde, zat hij gewoon in zijn huisje en vond de liefde van zijn leven. Van daaruit kwam de rest van het verhaal.’
5 vragen aan... actrice Rose Byme2. Wat hoop je dat de lezer 'meeneemt' na het lezen van het boek?
'Ik vind het altijd belangrijk om in mijn boeken aandacht te hebben voor kleine, bijna onbeduidende zaken in het leven, de dingen die niet groots en meeslepend zijn, maar waar je juist wel gelukkig van wordt. Aandacht voor elkaar, een luisterend oor, elkaar aan het lachen maken, maar ook serieus nemen en accepteren zonder oordelen. Ik neem altijd maatschappelijk relevante dingen mee in mijn boeken, maar die spelen zich wat meer op de achtergrond af. Het is belangrijk om ze te benoemen, maar ik wil er de lezer niet mee om de oren slaan. Liever wil ik dat de lezer even kan stilstaan bij die kleine, intermenselijke gebaren waardoor we ons met elkaar verbonden voelen en waardoor je na het lezen van het boek achterblijft met een gevoel van goede hoop voor de toekomst.'
3. Hoe zou je jezelf omschrijven als schrijver?
'Ik ben een ontzettende controlfreak, maar dat speelt zich grotendeels af in mijn hoofd. Ik schrijf dus lang niet alles op, ik heb geen muur met drie miljoen post-its, geen enorme outline, geen schema... ik heb meestal onderaan mijn werkdocument een aantal nuttige aantekeningen: de namen van m’n personages, hoe laat de trein, boot of bus gaat, kleur en automerk van een personage, et cetera. En als ik een idee heb voor een specifieke scène die ik wil schrijven, dan een paar haastig neergekwakte, schandalig kromme zinnen, zodat ik weet wat ik ook alweer bedacht had. De Eyckenhof is mijn negentiende roman, ik heb genoeg kunnen oefenen om het vertrouwen te hebben dat ik eruit ga komen. Ik schrijf sinds 2014 vrijwel iedere dag in ieder geval ongeveer een uur, dus volgens mij heb ik intussen een schrijfspier waar Arnold Schwarzenegger zich niet voor zou hoeven te schamen.'
4. Wat is een compliment dat je ooit kreeg en bleef hangen?
'Een lezeres stuurde me ooit een bericht dat ze na het lezen van één van mijn boeken de knoop had doorgehakt om van haar man te gaan scheiden, omdat ze inzag dat ze echt niet gelukkig was. Kort daarna kreeg ze contact met een oude jeugdliefde, en ze schreef het toe aan het lezen van het boek dat ze de moed had om voor hem te kiezen. Heel af en toe krijg ik nog wel eens een berichtje van haar, ze woont nu met hem in het buitenland. Ik vind het een geweldig idee dat mijn boek haar heeft kunnen inspireren om de kracht in zichzelf te vinden haar leven om te gooien en gelukkig te worden.'
5. Is er een onderwerp dat je ooit nog onder handen zou willen nemen?
'Ik heb op dit moment veel zin om aan mijn nieuwe romanserie te beginnen, omdat er ook een historische component in zit. Dat heb ik nog niet eerder gedaan, ik ben volop bezig met research en ik vind het ontzettend leuk. De eerste regels staan al op papier, maar ik moet nog van alles uitzoeken en napluizen. Ik verheug me daar evenveel op als op het schrijven zelf. En verder zit er in een creatief proces natuurlijk altijd een flinke dosis toeval: je loopt ergens tegenaan en dan gaat de ideeënmachine werken... Ik laat me graag verrassen door mijn eigen hoofd!'
Tekst: Jorrit Niels | Beeld: Hester Doove