Paarden
‘Tot mijn twaalfde woonden we in Dordrecht. Daarna verhuisden we naar het platteland in Drenthe. We hadden paarden. Die paarden waren een gezamenlijke hobby, passie eigenlijk, en het fundament van de familie. Paarden verzorgen, met ze de bossen intrekken, ik was er gek op. Vanaf mijn twaalfde jaar ben ik, geloof ik, één keer op vakantie geweest, want de paarden moes- ten ook in de zomermaanden verzorgd worden. Het is een goede leerschool: je leert wat discipline is, doorzetten, geduldig zijn... Lange tijd wilde ik paardrijinstructeur worden. Ik heb ook de toelatingstoetsen gedaan voor Deurne, daar kon je een officiële opleiding volgen. Maar ik werkte op een manege en de eigenaar zei tegen me: ‘Als je een goed stel hersens hebt, hou paarden dan als hobby, want het is vrij hard werken, ook fysiek, in de stallen. Dat, samen met een gebrek aan talent en geld, maakten dat ik er maar vanaf heb gezien.’
Dierenarts
‘Ik heb één keer in mijn leven aan planning gedaan. Ik wilde dierenarts worden. Maar ik werd uitgeloot. Anders had ik nu, net als mijn broer, een dierenartsenpraktijk.’ Lachend: ‘Sommige mensen zullen nu wel denken: ja, had dat maar gedaan!’
'Ik tel mijn werkuren nooit. Dat is beter voor mijn gemoedsrust'
Werkethos
‘Ik kom uit een gezin waar aan tafel veel werd gediscussieerd over maatschappelijk problemen en hoe je die zou moeten oplossen. Over geloof, over de actualiteit... Van jongs af aan ben ik heel maatschappelijk betrokken. Het was een evident liberaal gezin: je moet je verantwoordelijkheid nemen, leren je eigen broek op te houden maar wel goed voor elkaar zorgen, omzien naar elkaar. Het was een praktisch, gezellig gezin; we hadden veel aanloop. Vrij zorgeloos. Mijn werkethos is gevormd in mijn jeugd. Mijn moeder werkte fulltime. Destijds niet gebruikelijk, maar voor mij was het vanzelfsprekend. Ze had een antiekzaak in Dordrecht, wij woonden boven de winkel. Zelf heb ik ook altijd fulltime gewerkt. Maar vrouwen die tijdelijk parttime willen werken wegens jonge kinderen – daar heb ik helemáál geen probleem mee. Wij vrouwen moeten elkaar de maat niet nemen. Maar ik vind ook dat je als vrouw betrokken moet blijven bij de arbeidsmarkt. Want waar zit de armoede in dit land? Bij alleenstaande moeders zonder werk. Tijdens hun huwelijk hebben ze niet gewerkt, geen scholing bijgehouden... En dan zijn ze na een scheiding ineens op zichzelf aangewezen. Ik ontmoet die vrouwen regelmatig. Schrijnend. Heel schrijnend.’
Familie
‘Ik werk veel, vaak ook ’s avonds; ik tel de werkuren nooit, dat is beter voor mijn gemoedsrust. We hebben het thuis goed geregeld voor onze dochter, zeker met de opvang. Duidelijkheid voor ons kind, duidelijkheid voor ons. Een keer dacht ik spontaan: ik ga wat vroeger naar huis, mijn dochter verrassen, dan hoeft ze niet naar de naschoolse opvang. Ze zei: ‘Wat doe jij hier?’ ‘Nou, zei ik, laten we samen iets leuks gaan doen.’ ‘Daar heb ik helemaal geen zin in,’ zei ze, ‘ik wil naar de naschoolse opvang, wij zijn daar met een geweldig project bezig!’ Leuk geprobeerd dus, haha. Mijn schoonouders wonen dichtbij, ze vangen mijn dochter op wanneer het nodig is en mijn man en ik zorgen voor hen wanneer het nodig is. Wat ik belangrijk vind: ik ben niet alleen op de wereld; ik ben onderdeel van een familie, van een straat, van een vriendenkring.’
C.V. Edith Schippers
Edith Schippers werd in 1964 geboren in Utrecht. Zij groeide op in Dordrecht (temidden van antiek) en in Drenthe (temidden van paarden). Ze studeerde politicologie aan de Universiteit van Leiden, waar ze Sander Spijker ontmoette: nu haar echtgenoot en vader van hun twaalfjarige dochter Eva. Het gezin woont in Baarn. Begin jaren negentig werd zij beleidsmedewerker bij de VVD-fractie in de Tweede Kamer en specialiseerde ze zich in de gezondheids- zorg. Ze was zes jaar lang werkzaam voor de werkgeversorganisatie VNO-NCW, tot 2003, het jaar dat zij Tweede Kamerlid werd. In 2010 stond Edith Schippers tweede op de lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen, achter Mark Rutte. Dat jaar werd ze minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, wat zij tot op de dag vandaag is. Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen was zij niet verkiesbaar, maar is ze wel aangesteld als verkenner. Zij blijft aan als minister tot er een nieuw kabinet is beëdigd. Wat ze daarna gaat doen? ‘Geen idee!’
Meer lezen? Het hele interview stond in Elegance editie 6-2016 die je hier kunt bestellen.