Het kerkje in Montevecchia was afgeladen. De 120 bruiloftsgasten hadden zojuist allemaal de klim gemaakt van 162 treden naar deze romantische plek, bovenop een berg, in het noorden van Italië. De muziek klonk en de pastoor verzocht ons te gaan staan. Daar kwam mijn vriendin binnen, aan de arm van haar vader. Ze schreed in haar witte bruidsjurk met sleep en diamanten door het gangpad naar het altaar, waar de bruidegom haar stond op te wachten. Haar Italiaanse prins. Vlak voor hem bleef ze staan en pinkte een traan weg. Ik ook. Tegen zoveel romantiek was ik niet bestand. Mijn vriendin, net als ik 52 jaar, trouwde voor de vierde keer. Uit haar tweede relatie heeft ze twee kinderen, uit haar derde ook. De man waarmee ze nu in het huwelijk treedt, heeft er ook twee uit zijn vorige huwelijk. De zes kinderen stonden om hen heen en waren minstens zo geëmotioneerd als alle andere aanwezigen. De familie Von Trapp was er niks bij. Mijn vriendin spatte bijna uit elkaar van geluk. Mijn gedachten dwaalden af naar mijn eigen situatie: dertig jaar samen, waarvan 29 jaar getrouwd. Ik voelde me een fossiel, daar tegen het decor van de Italiaanse droom. Hoewel ik mijn vriendin zeker niet altijd heb benijd om de bumpy road die ze in haar liefdesleven aflegde, betrapte ik mezelf nu op ordinaire jaloezie. Haar leven is een romantische film, het mijne een saaie serie. Onze jongste dochter, freelancejournalist voor millennial-platform Vice, interviewde ons een paar maanden geleden ter gelegenheid van Valentijnsdag op 14 februari. De titel boven het stuk luidde: ‘Ik vroeg mijn ouders hoe ze het in godsnaam al zo lang met elkaar volhouden.’ Op de vraag van onze dochter of romantiek een belangrijke rol speelt in onze relatie, antwoordde Thomas, mijn man: ‘Ik heb haar vorige week nog een mooie zonnewijzer gegeven.’ Waarop ik hem onmiddellijk in de rede viel met: ‘Die zonnewijzer wilde je zelf graag hebben. Ik ben nog nooit verrast door Thomas. Als ik niet zeg dat ik jarig ben, is er geen cadeautje op mijn verjaardag. Drie weken van tevoren zeg ik wat voor cadeautje ik wil, en dan komt hij precies met dat. Vroeger schreef ik liefdesbrieven, maar daar stopte ik mee want ik kreeg nooit niets terug.’ Even later vroeg de dochter: ‘Geloven jullie in één ware liefde?’ Waarop ik antwoordde: ‘Dat vind ik onzin. Er lopen zoveel mensen op deze wereldbol. Als ik Thomas niet was tegengekomen, had ik iemand anders ontmoet. Ik denk wel dat wat wij hebben ware liefde is. Zo’n lange relatie zorgt voor een intens bondgenootschap. Als Thomas doodgaat kan ik theoretisch gezien nog dertig jaar met iemand anders zijn, maar daar krijg ik nooit meer kinderen mee. Er is maar één iemand met wie ik dit allemaal heb gedaan, en dat is hij.’ Op dat moment werd ik wakker geschud door de pastoor, die aandacht vroeg voor het officiële gedeelte. Mijn vriendin beloofde haar man eeuwige trouw, in voor- en tegenspoed, tot de dood hen zal scheiden. De bruidegom zei even later hetzelfde, waarna een innige kus volgde. De zaal klapte uitbundig. Als hun gezondheid het toelaat kunnen ze nog zeker dertig jaar het leven delen. En dat zullen ze denk ik ook doen, met hun prachtige samengestelde gezin. Maar hun gezamenlijke geschiedenis zal pas ingaan op de helft van hun leven, terwijl mijn historie met Thomas al op mijn 22ste begon. De volgende avond vlieg ik laat naar huis. Als de schuifdeuren bij Schiphol opengaan, zie ik hem aan een tafeltje zitten met twee biertjes voor zijn neus. Hij weet waarin ik zin heb na een lange reis. Als we thuiskomen, vraagt hij mij aan tafel te gaan zitten om even later met een bord sushi en een fles heerlijke witte wijn uit de keuken terug te komen. Na anderhalf uur mijn verhaal te hebben gedaan over het indrukwekkende huwelijk, kruipen we in bed. Ik val snel in slaap, veilig en intens tevreden tegen mijn bondgenoot aan.
Column Barbara van Beukering
Journalist en schrijver Barbara van Beukering deelt op deze plek haar persoonlijke verhalen. Deze keer: romantiek en liefde.