Julianne Moore (62) heeft zichzelf inmiddels wel bewezen, maar dat betekent niet dat kritiek haar niets meer doet. Zo vertelt ze in een interview met The Times.
Niet goed genoeg
De filmindustrie is een harde wereld. Ondanks dat de actrice bloedmooi is, was het niet altijd goed genoeg, vertelt ze. "Iemand in de filmindustrie zei tegen met: 'Je moet proberen er mooier uit te zien.' Ik dacht alleen maar: maar hoe dan?" vertelt Julianne. "Het is een vakgebied waar uiterlijk bij komt kijken, maar schoonheid en knap zijn is subjectief."
Rood haar
De Oscarwinnares heeft door de jaren heen geleerd hoe ze haar schoonheid kan omarmen. "Mijn rode haar gaf me als kind het gevoel dat ik anders was", vertelt ze aan de krant. "Er zijn weinig roodharigen en niemand wil het gevoel hebben dat ze in de minderheid zijn, al helemaal niet als kind." Maar tóch is die onzekerheid nooit helemaal weg. "Nu vind ik dat mijn rode haar en sproeten bij me passen, maar er blijft altijd een deel van mij dat liever blond en zongebruind wil zijn."
Mooie huid
Een lekker kleurtje krijgen zit er voor Julianne namelijk niet in. "Ik kan niet langer dan een half uurtje in de zon zitten zonder te verbranden. Ik heb daarom altijd geleerd een hoed te dragen en zonnebrand te gebruiken." Maar elk nadeel heeft zijn voordeel, want op 62-jarige leeftijd heeft ze een huid om jaloers op te zijn. "Mensen geloven het vaak niet, maar dat heeft voor mij echt het grootste verschil gemaakt in het onderhouden van mijn huid."
Bron: People Magazine | Beeld: BrunoPress