Hoe kan het dat je al zo jong boeken schreef?
‘Ik ben opgegroeid met verhalenvertellers. Mijn oom en mijn opa vertelden me altijd verhalen voor het slapengaan of als we door het bos liepen. Altijd van die verhalen met zo’n gemeen randje à la Roald Dahl, die nét niet geschikt zijn voor kinderen. Mijn honger naar verhalen was enorm, dus het was een logische stap om ze op te gaan schrijven. Ik begon ermee toen ik tien was en op mijn zestiende begon ik aan mijn eerste roman.’
Wilde je altijd al schrijver worden?
‘Ik stond als jochie van elf in de boekhandel voor het schap met alle pockets van Stephen King. Ik had er niet een gelezen maar kende alle flapteksten uit mijn hoofd. Toen nam ik mezelf voor: dat wil ik later ook. Wereldwijd met mijn boeken op de schappen liggen. Vanaf dat moment heb ik alles erop ingericht om dat te bereiken. Door veel te lezen en te schrijven en zo mijn eigen stem te ontwikkelen. Om een goede schrijver te zijn, mag je nooit tevreden zijn met wat je al kunt of hebt bereikt. De lat kan elke keer hoger. Daarnaast heb ik veel geïnvesteerd in mijn droom. Ik liet vertalingen maken van mijn werk en reisde naar conventies van schrijvers en uitgevers in de VS om een netwerk op te bouwen, om mijn korte verhalen te verkopen en uiteindelijk een literair agent te vinden. Nog steeds zit al mijn tijd in mijn passie. Als het niet letterlijk het vertellen van verhalen is, dan wel in het contact met mijn lezers, op tournee gaan in binnen- en buitenland. Het staat nooit stil.'
Waar ging dat eerste boek over?
'Over een groep kinderen die elkaar griezelige verhalen vertellen en dan om de beurt geblinddoekt het bos in moeten lopen, waar hun angsten werkelijkheid worden. Een tikje puberaal griezelverhaal misschien, maar ik denk dat het een goede prestatie was voor het broekie dat ik was. Het boek kwam uit op mijn negentiende. Daarna ben ik enorm gegroeid als auteur, dus ik ben stiekem wel blij dat het allang uit de handel is.'
Kun je je het eerste boek dat je las nog herinneren?
‘Het eerste dat ik las niet, want ik begon al met lezen toen ik piepjong was. Het eerste boek dat mijn leven veranderde wel. Toen ik elf was, had ik maandenlang gezeurd bij mijn moeder of ik mijn eerste Stephen King mocht lezen. Toen ik een goed rapport had, ging ze overstag. Ik koos er twee: de ene had een poesje op de cover, de andere een clowntje. Hoe erg kan het zijn, moet ze hebben gedacht. Dat waren Pet Sematary en It, Kings meest angstaanjagende boeken. Pet Sematary heeft mijn leven veranderd: het was een onvergeeflijk en griezelig boek over de dood en dat dat soms niet het ergste is... Ik was hooked.’
Waarom schrijf je thrillers?
‘Ik ben mateloos gefascineerd door hoe normale mensen in slechte tijden soms helemaal kunnen afglijden en de meest afschuwelijke dingen kunnen doen. Neem die copiloot van dat Duitse vliegtuig die een paar jaar geleden zijn captain buiten de cockpit sloot en het vliegtuig te pletter liet slaan tegen de Alpen, met 150 man aan boord. Die jongen – hij was 27 – heeft ook van mensen gehouden, en mensen van hem. Ik vind die gedachte ongelooflijk duister en griezelig... want wie zegt dat jij en ik onder extreme omstandigheden niet ook tot dat soort dingen in staat zullen zijn? Thrillers schrijven is mijn manier om mijn fascinatie voor dat soort dingen een richting te geven.’
Lees je ook het liefst dat genre?
‘Nee, ik lees heel breed. Literaire romans, thrillers, horror, fantasy. Ik hou van auteurs met een ijzersterke vertelstem, van wie je maar één zin hoeft te lezen en weet dat zij het zijn. Zoals Chuck Palahniuk of Jonathan Safran Foer.’
Waar haal je al die enge ideeën vandaan?
‘Ik heb een enorme fascinatie voor alles wat eng is. Misschien komt het doordat mijn vader heel jong plotseling overleed; de dood was al vroeg aanwezig in mijn leven. Op een keer bracht ik kinderpostzegels rond. Ik belde aan bij een huis en een vrouw deed open. Ze was in haar nachtpon, die onder het bloed zat. Stond ik daar met mijn goede bedoelingen en mijn kinderpostzegels. Tot op de dag van vandaag weet ik niet wat er met haar aan de hand was. Toen ik mijn stem terug had zei ik: ‘O, volgens mij gaat het niet goed met u... ik kom een andere keer wel terug.’ Die nacht stond ze aan mijn bed, natuurlijk. En de nachten erna ook. Ik droomde wekenlang over haar. Want wat ons bang maakt, fascineert ons tegelijkertijd. En dat is het bij mij altijd blijven doen.’
Het boek waarmee je internationaal doorbrak, HEX, werd zelfs aangeprezen door Stephen King. Wat vind je daarvan?
‘Waanzinnig, natuurlijk. Dat mijn eigen jeugdidool mijn boek heeft gelezen, was het mooiste moment in mijn leven. En ik ben hem enorm dankbaar, want honderdduizenden lezers hebben Hex dankzij zijn tweet ontdekt. Inmiddels is het in dertig landen uitgegeven. Dat mensen aan de andere kant van de wereld in de rij staan voor je boek, gaat mijn pet te boven.’
Dan over je nieuwe boek Echo: ik heb het drie keer weggelegd, omdat ik wist dat ik er niet van zou kunnen slapen.
‘Ja, die openingsscène doet het ’m, hè? Een jonge vrouw wordt ’s nachts wakker en ziet allemaal schimmen van mensen in het trapgat staan. En elke keer dat ze wegkijkt, zijn ze een stukje dichterbij gekomen. Die scène is zo effectief omdat we allemaal weleens het idee hebben gehad dat we niet alleen waren, in het donker in ons veilige bed. Ik smul ervan als mensen vertellen dat ze er niet van konden slapen. Maar wees niet bang: als je die openingsscène eenmaal hebt overleefd, kun je de rest van het boek ook wel aan.’
Groot thema in het boek zijn de bergen. Wat heb jij met bergen? Ben je zelf een klimmer?
‘Jazeker, ik hou van de bergen, ze zijn zo mysterieus. En ik ben inderdaad een klimmer. Elke keer dat je alleen op een berg bent met de elementen, voel je het leven in het gesteente. Het leek me mooi om dat te gebruiken. Echo gaat over Nick, een bergbeklimmer die na een ongeluk in de Alpen bezeten raakt door de kracht van de natuur. Maar naast een spannend boek is het ook een liefdesroman. De echte hoofdpersoon is zijn partner, Sam. Een jongen die bezeten is door iets verschrikkelijks wat hij vroeger heeft gedaan. Het is een boek dat je af en toe de stuipen op het lijf jaagt, maar je ook kan laten lachen en huilen.’
'Dankzij die tweet van Stephen King hebben lezers Hex ontdekt'
Op Instagram plaats je regelmatig tips voor (beginnende) schrijvers. Wat is je ultieme tip?
‘Klopt, ik vind het ontzettend leuk om met mijn lezers in contact te zijn. Naast schrijftips raad ik boeken, films en series aan. De ultieme schrijftip is: lees. Lees veel. Lees breed. Lees alles. Lezen is voor een schrijver hetzelfde als flight school voor een piloot; zonder die training stappen we ook liever niet achterin.’
Hoe schrijf jij je boeken?
‘Ik werk met een vaste structuur. Om zes uur sta ik op, ik lees een uur, en vanaf zeven uur begin ik te schrijven. Dat doe ik het liefst de hele dag, zonder afleiding. Ik woon op de Mookerheide, in het bos, dus dat zit wel goed. Vorig jaar heb ik een schrijfhuisje gebouwd in de tuin, zoals Roald Dahl ook had (alleen dan mét kacheltje). Het is een heerlijk inspiratieve omgeving. Als ik op tournee ga in binnen- of buitenland schrijf ik niet. Ook dat wil ik met volle aandacht kunnen doen.’
Wat is je alltime favoriete boek?
‘Het leven van Pi van Yann Martel. Prachtig verfilmd overigens, als Life of Pi. Het is waanzinnig knap geconstrueerd. Eerst gaat het over leven en religie. Daarna wordt het een bijna magischrealistisch avonturenverhaal, over hoe een zestienjarige Indiase jongen, zoon van een dierentuinhouder, schipbreuk lijdt op de Stille Oceaan en met een Bengaalse tijger terechtkomt op een reddingssloep. Op het allerlaatst geeft de schrijver een grimmiger en misschien meer realistische kijk op wat er is gebeurd. De vraag die hij stelt is: was het verhaal met de tijger niet veel mooier? Nou, zo geldt dat ook voor religie. Ik ben zelf niet gelovig, maar van dit boek zou je het bijna worden.’
Hoe zit het met de verfilmingen van je boeken?
'In de VS werken ze aan een televisieserie van HEX. Gary Dauberman, screenwriter van het succesvolle It van Stephen King, heeft de scripts af en net zo’n beetje de grootste producent in horrorfilms aangetrokken. Komt er dus aan, als de coronacrisis achter de rug is! En Echo volgt ook, al zie ik dat meer als een epische film dan een serie.’
Welke vraag over jouw werk zou jij stellen in een boekenclub?
'Ik zou weleens willen dat iemand me zou vragen: wat is nou het allerengste dat jij kunt bedenken? Iets wat je zelfs niet in je boeken schrijft? Dan zou ik zeggen: kom eens dichterbij, want dit mag niemand horen. Ik zou die persoon iets in de oren fluisteren. Je ziet de ogen groot worden, de mond die iets openvalt. Dan gaat ze naar huis – de mééste boekenclubleden zijn tenslotte vrouwen – en gaat gewoon haar dagelijkse gang... Maar iets is veranderd. Iets wezenlijks. Die nacht ligt ze wakker, met open ogen in het donker te staren. Als ze een paar dagen later niet op haar werk is verschenen, wordt ze zo gevonden: nog altijd met van afgrijzen vervulde ogen naar het plafond starend. Zodra ze haar arm aanraken, begint ze te gillen...’
Een spannende thriller over bergbeklimmers die geobsedeerd en bezeten raken door de bergen. Tussen alle huiveringwekkende scènes gaat intussen een liefdesverhaal schuil. € 21,99 Luitingh-Sijthof
- Hilde Veeren