Het jaar 1914 was opmerkelijk voor Louis Cartier. In dat jaar stond Jeanne Toussaint op zijn stoep, een Française met een even innovatieve als creatieve kijk op sieraden. Jeannes grootste inspiratiebron: de panter.
Haar liefde voor deze kat was zo groot dat ze zelf al snel de bijnaam La Panthère kreeg. Dat deerde haar allerminst. Sterker nog, ze maakte het dier onsterfelijk in een van de spectaculairste collecties van Cartier ooit: Panthère. Elegance wijdde in het novembernummer van 1989 een artikel aan deze collectie. Jeanne ontwierp sieraden met een vrij simpele belijning en liet ze uitvoeren in weelderige kleuren. Dat maakte haar designs heel vooruitstrevend. In 1933 werd Toussaint benoemd tot hoofd juwelen bij Cartier, een prestigieuze positie. Ze werkte vanuit haar eigen salon op de eerste verdieping van de Cartier Boutique in de Rue de la Paix. Hier adviseerde ze de elegante elite, waaronder de Hertogin van Windsor. En het was deze Wallis Simpson die als de eerste de goudgele Panthère-clip aanschafte en droeg. Spectaculair door het design maar ook omdat het eerste sieraad in reliëf was. Un spectacle!
Na ruim veertig jaar trok Jeanne Toussaint zich terug uit de spotlights. In 1955 werd haar de Nationale Orde van het Legioen van Eer uitgereikt, de hoogste Franse onderscheiding. ‘Jeanne Toussaint leidde juwelen de moderne tijd in. En dat zonder goede smaak op te offeren aan commerciële belangen’, liet het huis Cartier liefdevol weten na haar overlijden in 1978. Honderd jaar na dato is de Panthère-collectie nog altijd verrassend modern én een ijkpunt in de wereld van de haute joaillerie. Jeanne Toussaint heeft haar liefde voor de panter eeuwigheidswaarde weten te geven.