Het levensverhaal van Sophia Loren
Dochter van een ongehuwde moeder zijn, is een schande in de 1930’s en Sofia (1934) groeit op met het idee niets te verliezen te hebben. Haar moeder Romilda Villani, een pianolerares en aspirerend actrice, hoeft niet op steun van Sofia’s vader, metaalwerker Riccardo Scicolone te rekenen. Wel verwekt hij in 1938 nog een dochter, Maria, bij Romilda. De zusjes wonen met hun moeder bij hun oma in Pozzuoli, een dorpje onder Napels dat tijdens WO II vaak zwaar onder vuur ligt. “Nonna Luisa zag kans acht mensen in leven te houden door in de huiskamer een café te openen waar ze zelf gestookte kersenlikeur schonk,” zegt Loren later in een interview. “Als ze panzanella maakte - oud brood geweekt in water, met daarover heen olijfolie, tomaten, ui en basilicum – wist ik dat het geld weer op was. Ik vond het zo lekker dat als kind in mijn onschuld wou dat we vaker zonder geld zaten.”
‘Geluk was voor ons kleren dragen die geen reïncarnaties waren van lakens, jassen en gordijnen’
Model te Napels
Ze is een straatkind dat het grootouderlijk tuintje met één appelboom en één abrikozenboom ‘de hof van Eden’ noemt en heeft geen grote dromen. Moeder Romilda wel: ze is zo teleurgesteld in de liefde en haar eigen leven, dat haar kinderen de focus van haar bestaan zijn. Sophia moet model en actrice worden, Maria muzikant. Zo zullen zij het glamourleven krijgen dat Romilda altijd zelf heeft gewild. Op haar veertiende doet Sophia (de ph-vorm vindt ze chiquer dan de f-vorm) op last van haar moeder mee aan een modellenwedstrijd en eindigt bij de finalisten in een roze jurk, gemaakt van de huiskamergordijnen. Prijs: deelname aan een andere modellenwedstrijd, in Rome.
Rome en CineCittà
Romilda vergezelt haar; moeder en dochter proeven als figuranten op de set van ‘Qua Vadis’ (1951) voor het eerst van CineCittà, destijds het Hollywood van Europa. “Mijn moeder genoot, voor mij was het werk,” zegt Loren, die zich dan Sophia Lazarro noemt. “Na alle armoede wilde ik maar één ding: bijdragen. Geluk was voor ons kleren dragen die geen reïncarnaties van lakens, jassen en gordijnen waren. Ik liep elke kans op werk af, als ‘onecht’ kind was ik altijd bezig mezelf te rechtvaardigen.”
Geen klassieke schoonheid
Werk vinden valt niet mee. Hoewel Sophia inmiddels rondingen heeft en in vele fotostrips figureert, zijn screentests een ramp: ‘Niet fotogeniek,’ luidt het oordeel. ‘Ze is te lang, te zwaar gebouwd en te dik. Het gezicht is te kort, de mond te groot en de neus te lang.’ Sophia, dan zestien, wordt verzocht haar neus te laten verkleinen en af te vallen, maar weigert. “Ik zag er eindelijk vrouwelijk uit en ik merkte hoe mannen op me reageerden,” zegt ze over dat besluit. “Als mannen je nakijken, wat kan er dan nog mis met je zijn? Ik wilde mezelf blijven. Het was juist leuk om er niet uit te zien zoals iedereen.”
Overstap naar Hollywood
Haar eigenwijsheid wordt beloond: twee jaar later speelt ze al de lead in ‘Aida’, in 1954 breekt ze door met ‘The Gold of Napels’, in 1958 tekent ze voor vijf Amerikaanse films bij Paramount, destijds een wereldcontract. Als ster is ze de tegenhanger van kreukloze Doris Day: jong, maar doorleefd, niet bang van bloot en beeldschoon Italiaans. Als actrice verzet ze zich hevig tegen typecasting en speelt naast mooie meiden tegen alle adviezen in bijvoorbeeld ook het slachtoffer van verkrachting in ‘Two Women’, waar ze een Oscar voor wint. “Ik kom uit een lijn van sterke vrouwen, mijn opgeheven hoofd heb ik van hen geërfd,” zegt ze. “Als het niet gaat zoals je wilt, moet je bereidt zijn om weg te lopen. Zo maak je carrière.”
Verliefd op Carlo Ponti
De motor achter haar succes is haar 22 jaar oudere ontdekker Carlo Ponti. Ze leert hem kennen op haar vijftiende, eerst is hij vooral een vaderfiguur die de afwezigheid van haar eigen vader compenseert. Hij doopt haar Loren, naar de Zwitserse sigaretten die hij rookt. Het is verleidelijk hem als een Svengali te zien, maar in werkelijkheid is zij even cruciaal voor hem. Haar glans maakte van de korte, corpulente oudere man een internationale glamourproducer. In die rol is hij van onschatbare waarde voor haar carrière, als mens is hij iemand waar ze zich aan op kan trekken. “Hij had erg vriendelijke ogen en keek niet naar me zoals de meeste mannen,” zegt ze over hun eerste jaren, toen ze nog geen relatie hadden. “Hij beschermde me en leerde me leven. Als je erg arm bent geweest, moet je leren genieten.”
De bigamist en concubine
Ze trouwen in 1957, maar vijf jaar later laat het stel hun huwelijk ongeldig verklaren, omdat Ponti’s Mexicaanse scheiding van zijn eerste vrouw, Gravin Giuliana Fiastri, in Italië niet rechtsgeldig is. Ponti dreigt voor bigamie te worden veroordeeld, Sophia wordt een concubine genoemd. Ze ligt er niet wakker van: “Ik woonde al met hem samen voor we getrouwd waren, de sixties zijn aan mij voorbijgegaan – er viel niets meer te bevrijden.”
Moeizame zwangerschappen
Na alle drie Frans staatsburger te zijn geworden, hertrouwen Loren en Ponti in 1966. Samen krijgen ze twee zonen: Carlo Jr (1968) en Edoardo (1973) en betreuren ze twee miskramen. “Het ergste dat een vrouw kan doormaken,” zegt ze. “De zwangerschappen die ik heb voldragen, heb ik in bed moeten doorbrengen, maar met liefde. Al had ik er twee jaar voor moeten rusten. Mijn kinderen overtreffen alles wat ik verder in mijn leven heb gedaan.”
Brommen in Caserta
Ook in Frankrijk is het stel echter niet vrij van controverse. In 1977 wordt Ponti ervan beschuldigd 7.1 miljoen euro zwart geld uit Italië naar Frankrijk te hebben gehaald en Sophia zou voor 2.3 miljoen kunst Frankrijk in hebben gesmokkeld. Hij wordt bij verstek veroordeeld tot een boete van 14 miljoen euro en vier jaar gevangenisstraf, de aanklacht tegen Loren vervalt, maar zij wordt wel vervolgd voor belastingontduiking. De aanklacht vindt ze onterecht (“Mijn accountant was dood!”) en hoewel ze het geld wel heeft, weigert ze te betalen. In plaats daarvan zit ze in 1982 trots zeventien van haar dertig dagen straf uit in de Caserta bajes om haar moeder weer te kunnen bezoeken en opnieuw in Italië te kunnen werken. Het is een geweldige stunt: van verguisde belastingontduiker wordt Loren een volksheldin. Dat bevalt haar: “Ik ben niet beroemd, ik ben populair. Beroemd is ‘hoger’, populair is beter.”
Het geheim van La Loren
Eenmaal moeder geworden werkt ze minder en vooral in Italië. Naast haar filmcarrière heeft ze er bescheiden succes als zangeres en maakt ze vooral furore als La Loren: onverminderd sexy, onwaarschijnlijk jeugdig en onbevreesd uitgesproken. “Je wordt als sekssymbool geboren,” zegt ze daarover. “Je wordt het niet, je bent het. En als je het hebt, heb je het op je honderdste nog.” Hoewel experts er aan twijfelen, zegt ze nooit onder het mes te zijn geweest. “Andere mensen zijn op hun veertigste al oud, ik heb goede genen, drive en persoonlijkheid,” zegt ze. “Mooi zijn is meegenomen, maar je moet ook sprankelen en geestig zijn, en als je hersens hebt, moet je die gebruiken. Dat laat je ogen stralen en je lopen alsof de wereld van jou is.”
‘Italiaanse vrouwen hebben ‘la bella figura’. Ze worden niet ouder, ze worden alleen maar beter’
Wereldberoemd decolleté
Als mens is ze minzaam en belezen, maar een sardonisch vat vol tegenstrijdigheden. Aan de ene kant gaat ze prat op haar aardse wortels (“Alles wat ik heb, is te danken aan spaghetti”), anderzijds is een afspraak met haar ‘een audiëntie’. Ze zegt de zwavelgeur van Pozzuoli te missen, maar gevraagd of ze nog vaak panzanella eet, zegt ze: “Ik eet het niet, ik vraag om kaviaar.” Hoewel ze beweert ‘de eenvoud zelve’ te zijn, toont ze op de rode loper een voorkeur voor flamboyante kleding en veel geflonker. En hoewel ze zegt dat ze nu een dame is “met kleinkinderen en mantelpakken” laat ze geen gelegenheid voorbij gaan om haar nog altijd weelderige vormen te tonen. “Dat is ‘la bella figura’,” zei ze onlangs in een interview. “In Italië word je niet ouder, je wordt alleen maar beter.”
‘Ik heb mijn hoogte- en dieptepunten gevierd en omarmd, en ik heb nergens spijt van. Ik ben een heilige’
Lust en levenslust
Om die reden werkt ze nog altijd, haar meest recente project is het biografische ‘La mia casa è piena di specchi’, waarin ze haar moeder speelt. “Het moet bij mijn leeftijd passen en geloofwaardig zijn,” zegt ze over de rollen die ze aanneemt. “In de filmwereld draait het nu vaker om ijdelheid dan om goed acteren, ik heb meer trots dan gemakzucht in me. Soms is het overduidelijk dat ze me alleen willen om mijn naam onder de titel te zetten, maar ik wil die eer verdienen.” Over de jongere collega’s waar ze in ‘Nine’ (2009) mee speelde, maakt ze zich zorgen: “Kate Hudson, Nicole Kidman, geweldige actrices, maar zo’n vreugdeloze generatie. Zo streng voor zichzelf. Ik heb mijn hoogte- en dieptepunten gevierd en omarmd, ik heb altijd gegeten en gedronken en ik heb nergens spijt van. Ik ben een heilige.”
Rust in Geneve
Tegenwoordig woont ze in een met antiek gevuld appartement in een palazzo te Genève, door haar oudste zoon omschreven als ‘Klein Versailles’. Ze betrok het kort voor Carlo’s dood in 2007 met hem, na al 26 jaar samen in Zwitserland te hebben gewoond. “Ik ben honderd procent Italiaans en duizend procent Napolitaans, maar heb de armoede overleefd met orde,” zegt ze over haar liefde voor Zwitserland. “Ik hou van de discipline hier. Ik heb stilte nodig, ik wandel graag vroeg in de ochtend, als er nog bijna niemand op straat is. Als je geen eenentwintig meer bent, kun je niet meer van de ene plek naar de andere hollen. Hier zijn bovendien de meeste herinneringen aan mijn man. Ik zal nooit meer hertrouwen. Het is onmogelijk nog ooit zoveel van een ander te houden.”
Italiaanse mama’s
De huizen die ze wereldwijd bezat, zijn verkocht, alleen de vakantievilla aan de Amalfikust is er nog en wordt gebruikt door haar kinderen. Carlo is muzikant en dirigent, veelal bij het Grand Russian National Orchestra, Edoardo werkt als schrijver en regisseur in de filmwereld. Hun gezinnen vormen haar inner circle, samen met zus Maria die met haar kinderen in Rome woont. “De dood van onze moeder heeft ons dichter bij elkaar gebracht,” zegt Loren. “Aan het einde waren we haar moeders geworden. Toen ze stierf voelde ik me als een schip, hoe zeg je dat? ‘Senza vele’, zonder zeilen. Je komt nooit over de dood van een ouder heen, zeker niet als het je moeder is. Daarom zijn mijn zus en ik zo hecht, we hebben elkaar nog. Heel Italiaans, heel sentimenteel. Als we elkaar zien, moeten we altijd huilen.”
Meer inspirerende levensverhalen en interviews met internationale stijliconen lees je hier.