Scène 1: Zomer 2006, een woning in het centrum van Amsterdam.
Zomer 2006, een woning in het centrum van Amsterdam. Een aantrekkelijke jonge vrouw – kort daarvoor nog werkzaam als fotomodel – raakt met twee vriendinnen verzeild op een feestje. Daar spot ze een aantrekkelijke jongeman – politicoloog en beginnend ondernemer – die echter weinig oog voor haar heeft.
L: ‘Oké, begin jij maar.’ F: ‘Nee, jij begint Leo.’ L: ‘Daar heb je het al. Floris maakte indruk op mij en ik niet op hem, dat is wat hij hier wil zeggen. Ik vind dat toch altijd zo arrogant van jou!’ F, verontschuldigend: ‘Maar onze eerste ontmoeting herinner ik me niet eens.’ L: ‘O ja, de allereerste. Jij had inderdaad geen idee. Ik was met twee vriendinnen in de stad, van wie er één voorstelde om te partycrashen. Wij naar een of ander huisfeest waar het supergezellig was. Ik kreeg best wel aandacht van mannen, maar ik zag jou en dacht: wat een knappe jongen. Alleen was je duidelijk nogal in de olie. We hadden niet eens oogcontact, tot ik wegging en jij ineens bovenaan de trap stond. Dat was mijn kans, dus ik keek je veelbetekenend aan en zei: ‘Nou, wie weet zien wij elkaar nog weleens.’ Maar het enige wat ik terugkreeg was een half beschonken blik. Mijn conclusie was: hij is gewoon té good looking en dat weet hij ook van zichzelf. Niet aan beginnen.’
Scène 2: 6 Juli 2007, een woning aan de Amsterdamse Herengracht.
De jonge vrouw, inmiddels onder contract bij RTV Oost als presentatrice van een eigen talkshow, bezoekt een Leonard Cohen-avond bij vrienden. En kijk, daar is de aantrekkelijke ondernemer weer.
F: ‘We werden al vrij snel aan elkaar voorgesteld, maar ik was druk met de beamer waarop een film over Leonard Cohen zou worden vertoond.’ L: ‘Ik kreeg een andere jongen achter me aan die maar blééf praten, tot hij aan het begin van de film gelukkig in slaap viel. Toen botste jij tegen me aan.’ F: ‘Jij denkt nog altijd dat ik dat expres deed, maar het was per ongeluk. Al werkte het wel, want we raakten prompt verzeild in een gesprek van twee uur over van alles. Dat we allebei eigenlijk niks wisten van Leonard Cohen, bijvoorbeeld, en ons daar een beetje voor schaamden. Ik vond je een leuk, gek, humoristisch mens, toen trouwens nog met een sterk Twents accent. Het klikte gewoon ontzettend goed.’ L: ‘En dan nu mijn trieste verhaal. Ik geloof dat mijn hart al helemaal stuk sloeg toen we elkaar een hand gaven, en gaandeweg dat gesprek werd ik gewoon verliefd. Niet zo lang daarvoor had ik de relatie met mijn jeugdliefde verbroken, en jij was de eerste man die me weer raakte. Je was slim, dacht na en had ook nog eens een heel mooi gezicht. Maar na die twee uur stond je plotseling op en zei: ‘Ik ga ervandoor’.’ F: ‘Hahaha!’ L: ‘Ik was heel erg bijdehand in die tijd, maar vragen of je mijn nummer wilde ging me toch te ver. Op de fiets naar huis zat ik al te huilen. Had ik eindelijk de man van mijn leven ontmoet, was het niet wederzijds.’
[gallery columns="2" link="file" size="large" ids="3077,3078"]
Scène 3: 7 Juli 2007, club Bitterzoet in Amsterdam.
De aankomende tv-presentatrice hoeft niet lang te treuren: een dag later heeft ze al een afspraak met de jonge ondernemer.
L: ‘De vriend die het feest had gegeven, belde me de volgende middag. Twee mannen hadden mijn nummer gevraagd: degene die in slaap viel en jij. Ik begon zo hard te lachen en te joelen dat die vriend zei: ‘Een beetje hard to get kan geen kwaad, Leo.’ Dus toen jij later die middag belde en vroeg of ik naar je wekelijkse bedrijfsborrel wilde komen, zei ik dat ik vreselijk druk was, maar dat we misschien daarna nog iets konden gaan drinken. Die avond liep ik met een vriendin de Bitterzoet binnen, zag jou staan en zei tegen haar: ‘O ja, trouwens, dit is hem. Serieus.’ Ik wist het gewoon.’ F: ‘Ik stond met een aantal vrienden te praten die inmiddels ook goede vrienden van jou zijn geworden. Jullie hadden direct leuk contact. Dat vind ik ook fijn: je kunt jou overal neerzetten en dan komt het wel goed.’ L: ‘Echt romantisch was je niet. Op een gegeven moment sleurde je me de dansvloer over en zette me in een hoek. Daar kreeg ik – bam! – mijn eerste zoen.’
Scène 4: Eind augustus 2007, café De Huyskamer in Amsterdam.
De prille ondernemer en de nieuwbakken tv-presentatrice hebben samen veel plezier in het uitgaansleven, maar toch wringt er iets.
F: ‘Ik was in het begin niet stapelverliefd en jij wel.’ L: ‘Dat wist ik natuurlijk ook, en ik heb er veel om gehuild. Ik dacht: wat ik voel, zal hij mij nooit kunnen geven.’ F: ‘Er stond ook zo’n druk op. Als een ander te veel van je wil, krijg je de neiging je terug te trekken.’ L: ‘Die avond in het café De Huyskamer begon heel naar. Ik wilde je voorstellen aan mijn vrienden en had iedereen opgetrommeld, maar op het allerlaatste moment belde je weer eens af met een lullig excuus: je was moe na een dag aan het strand. Ik was niet eens boos en zei rustig: ‘Laten we dit gewoon niet meer doen, Flo. Het is oké.’ Maar het was natuurlijk hartstikke pijnlijk, dus even later zat ik in tranen aan de bar. Tot een vriend achter me wees, en daar stond jij.’ F: ‘Jouw woorden waren behoorlijk aangekomen. Ik besefte dat ik je kwijt kon raken, en dat ik dat niet wilde. Vanaf dat moment kwam er meer evenwicht in onze relatie, ook doordat jij me meer ruimte gaf. Ineens was ik vrij om ook te voelen.’ L: ‘Niet lang daarna had je een keer allemaal kaarsjes rond je bed gezet en vertelde je dat je verliefd op me was. Dat was wel romantisch.’
'Stiekem baalde ik als ik 's ochtends Eva Jinek en Merel Westrik zag vlammen' - Leonie
Scène 5: Winter 2007, een woning aan de Plantage Muidergracht.
De tv-presentatrice en de ondernemer wonen al snel samen en bouwen aan hun carrières. Als zij beseft dat ze een flinke achterstand heeft in te halen, werpt hij zich enthousiast op als haar mentor.
L: ‘In de zomer van onze ontmoeting had ik net een flinke dip achter de rug. Mijn relatie was uit, mijn modellencarrière liep niet meer, ik was platzak en had ook nog eens nul opleiding. Toen ik zelfs werd afgewezen voor een baan in de bediening, was ik ten einde raad. De talkshow bij RTV Oost was mijn redding, maar volgens mij schrokken de redacteuren zich wild toen ik kwam aanzeilen. Ik kon niks op een computer en wist ook van niks, terwijl ik politici, sporters en sterren uit de entertainmentwereld moest gaan interviewen. Daar heb jij me toen geweldig mee geholpen.’ F: ‘Ik heb eindeloos tegen je zitten oreren. Vooral over politiek, mijn oude liefde, dus dat vond ik alleen maar leuk.’ L: ‘Je tekende hele schema’s om ons staatsbestel uit te leggen en spitte samen met mij de kranten door. Ik heb ook nog logopedie gehad en dook fanatiek in alle onderwerpen die in mijn talkshow voorbijkwamen. Het was één grote inhaalslag, alsof ik in sneltreinvaart een masterclass journalistiek deed.’ F: ‘Op den duur moest ik je zelfs afremmen. Dan vond ik je slapend in bed met een opengeslagen boek en je hoofd op een krant.’ L: ‘Jij was ook heel druk met je bedrijf. Eerst richtte je alleen locaties in die je als vergaderruimte verhuurde, maar daar kwamen al gauw een interieurwebshop en pop-up store bij.’ F: ‘Het oreren is gaandeweg overgegaan in discussiëren, en intussen leerde ik ook veel van jou, maar dan op emotioneel gebied. In mijn familie gebeurt alles vooral vanuit de ratio, heel anders dan jij van huis uit gewend bent. Ik huil ook bijna nooit, en jij…’ L, spottend: ‘Altijd, zeker in dit interview!’ F: ‘Het was echt een manco. Ik luister nu veel meer naar mijn gevoel.’ L: ‘En je bent gelukkig socialer geworden, want dat was je ook niet echt.’ F: ‘De scherpe kantjes zijn eraf, al zal er altijd een verschil blijven. Zet mensen naast jou en ze vertellen hun hele levensverhaal; aan mij vertellen ze niks.’ L: ‘Omdat het je niet interesseert. Onbegrijpelijk vind ik dat. Ik kan enorm geraakt worden als mensen mij hun verhaal toevertrouwen. Het is zo ongeveer waar het leven om draait.’
Scène 6 Zomer 2011, een woning aan de Amstel.
De tv-presentatrice heeft ambitieuze plannen. Ze richt haar pijlen op Talpa.
L: ‘Na vier seizoenen bij RTV Oost vond ik het tijd om stappen te maken in mijn carrière. Via via kwam ik in contact met Geertje Hoek, de rechterhand van John de Mol. Ik heb haar een showreel (een videoportfolio, red.) gestuurd, zonder dat jij het wist.’ F: ‘De grap was dat ik later die week met mijn broer bij café De IJsbreker zat, toen zo ongeveer onze tweede huiskamer, en daar via hem in gesprek raakte met diezelfde Geertje. Ik vertelde trots over jou en je werk, dus het duurde niet lang of er ging bij haar een lichtje branden.’ L: ‘Daarna zat ik al snel bij John aan het bureau en kreeg een baan aangeboden, alleen wel achter de schermen; bij de afdeling waar programmaformats worden ontwikkeld. Bizar genoeg kreeg ik die zomer ook een telefoontje van Bert Huisjes, de man achter WNL, die mij een baan aanbood als presentatrice van de ochtendshow Vandaag de Dag. Het weekend daarop vielik drie kilo af van het gepieker, maar ik koos toch voor John.’ F: ‘Logisch ook. WNL was totaal nieuw en van John wist je: als hij in je gelooft, ga je grote dingen doen.’ L: ‘Bij Talpa heb ik veel geleerd over de tv-wereld, maar formats bedenken is niet mijn ding. Ik baalde stiekem als ik ’s ochtends de tv aanzette en Eva Jinek en Merel Westrik bij WNL zag vlammen. Toen ik ook nog een screentest verknalde voor een Talpa-programma dat niet bij me paste, was ik het even helemaal kwijt.’ F: ‘Jij hebt de neiging je in jezelf op te sluiten als het niet goed gaat, en dan is het voor mij de kunst je weer uit dat isolement te trekken en samen aan een oplossing te werken. Maar je had ook geluk, want driekwart jaar na dat eerste telefoontje belde Bert Huisjes weer.’ L: ‘Toen hij vroeg hoe het ging, riep ik iets te stellig: ‘Prima!’ Waarop hij zei: ‘Mocht je je ooit bedenken, dan weet je me te vinden.’ Na een paar weken dubben wist ik het zeker: het werd WNL.’
Scène 7: Maart 2013, een landgoed in de buurt van Nieuwegein.
Als er een buitenhuisje vrijkomt in de familie van de ondernemer, maken hij en de tv-presentatrice daar dankbaar gebruik van. Al gauw kiezen ze zelfs fulltime voor de landelijke rust. Maar dan breekt er paniek uit.
F: ‘Jouw baan had meteen een behoorlijke impact op ons privéleven. Ineens moest je om 4 uur op, terwijl ik op zijn vroegst om 19 uur thuiskwam en regelmatig veel later. Als je elkaar zo weinig ziet, kan je relatie makkelijk in de knel komen. Daar moet je je echt tegen wapenen.’ L: ‘We buitten de weekends uit, en ons vertrek uit de stad hielp ook. Alleen raakte ik midden in mijn eerste tv-seizoen onbedoeld zwanger. Ik was zo in paniek dat mijn ouders niet eens blij mochten zijn. Had ik eindelijk mijn droombaan en dan dát. Zo kreeg ik natuurlijk nooit een nieuw jaarcontract. Onzin, want bij WNL wilden ze me houden. Die zwangere zomer was heerlijk. Ik was vrij, kookte en rommelde wat in onze groentetuin. Van september tot eind oktober was ik zelfs nog op de buis, zo goed voelde ik me. En daarna ging ik me voorbereiden op de bevalling. Met yoga, haptonomie en weet ik wat nog meer, maar vooral ook met jou. Dit gingen we samen doen.’ F: ‘Het begon ook prachtig. We hadden muziek opstaan en overal kaarsen. Een heel bijzondere, intense avond...’ L: ‘De vroedvrouw zei dat ze nog nooit zo’n georganiseerde man aan het kraambed had meegemaakt. Je was zo behulpzaam en het voelde zo goed, tot ik halsoverkop naar het ziekenhuis moest omdat het laatste stukje van de bevalling niet lukte. Tot overmaat van ramp zijn er op de verloskamer in de hectiek grote fouten gemaakt waardoor ik veel bloed verloor, en bijna ook mijn baarmoeder.’ F: ‘Direct na de geboorte van James ging je de operatiekamer in. Ik werd naar een wachtkamertje geloodst, waar ik vervolgens een uur lang niets hoorde. Toen raakte ík in paniek, en ramde op alle alarmbellen. Bleek jij allang op een verkoeverkamer te liggen. Gelukkig met alles erop en eraan, maar je had wel een forse dreun gehad.’
'Zet mensen naast jou en ze vertellen hun hele levensverhaal; aan mij vertellen ze niks' - Floris
Scène 8: Zomer 2015, een prachtige woning, landelijk gelegen in Amsterdam.
Het duurde even, maar de tv-presentatrice en de ondernemer hebben hun leven weer op orde. Al blijven er altijd uitdagingen.
L: ‘De eerste maanden na de geboorte stond ik lichamelijk en geestelijk met 10-0 achter. Hij huilde ook nog eens veel. Jij runde het hele huishouden, dag en nacht, en het jaar daarna nog steeds. In maart 2014 ging ik wel weer aan het werk, want dat moest van mezelf, maar dat lukte van geen kant. Mijn concentratie was slecht, ik verslikte me in de autocue… Volgens mij was ik overspannen, of ik zat er dicht tegenaan.’ F: ‘Je liet je leiden door de angst dat een ander je plaats zou inpikken, maar verstandig was het niet. Live televisie is genadeloos.’ L: ‘Op een gegeven moment spraken mijn bazen hun twijfel uit. Niet zo gek ook, maar toen ben ik wel gaan knokken. ‘Geef me nog één kans’, zei ik. ‘Ik zal jullie niet teleurstellen’.’ F: ‘Je hebt ook coaching aangevraagd. Aan het eind van het seizoen ging het al beter. Typisch iets voor jou. Al zit je nog zo diep in de put, je krabbelt overeind en komt er dan heel sterk uit.’ L: ‘Ik heb nu eindelijk weer het gevoel dat ik ben waar ik moet zijn. Letterlijk ook. We wonen hier heerlijk in ons nieuwe huis. Dicht bij de stad, maar James kan wel vrij buiten spelen.’ F: ‘Jouw baan maakt het leven nog steeds niet gemakkelijk, maar met de hulp van onze moeders en de crèche redden we het.’ L: ‘Vooral ook dankzij jou. Je doet alle ochtenddiensten en hebt twee keer per week een papaochtend. En dan zorg je ook nog eens dat je ’s avonds thuis bent als ik vroeg in bed lig.’ F: ‘Ik moet gewoon paraat staan voor als James gaat muiten. Dat hoort erbij. Heel wat mannen vinden het prima dat hun vrouw werkt, zolang hun eigen carrière maar niet in het nauw komt. Ik lever bewust in, met liefde. Pas geleden zwaaide je me ’s ochtends uit met James op je arm, het klassieke beeld. Ik zei: ‘Stel je voor dat dit jouw leven was: een kind, een huis en een man die de kost verdient.’ Onpasselijk is te sterk uitgedrukt, maar wat we toen voelden, kwam daar wel heel dichtbij.’