Scène 1: November 1999. Het Grand Theatre in Groningen.
Een aantrekkelijke, roodharige actrice - in 1998 afgestudeerd aan de Arnhemse toneelschool - speelt die avond de dochter van een visboer, dromend van een leven op zee. Tussen het publiek zit een al even opvallende verschijning: een jongen met donker haar en massa’s acteertalent. Zodra hij de actrice ziet, is hij verkocht.
M: ‘De verschrikkelijke geschiedenis van Xantippe heette het stuk. Lous Steenbeeke speelde mijn vader. We deelden haring uit en zongen zeemansliederen.’ D: ‘Ik had al wat televisie gedaan, zoals de politieserie Blauw Blauw, en zat op de Vooropleiding Theater in Groningen. Dat toneelstuk moesten we gaan zien, vonden de docenten. Maar ik zag vooral Maria. Ze was de mooiste vrouw die ik ooit had gezien, en waarschijnlijk voelde ik toen al intuïtief dat ze mij niet nodig had om gelukkig te zijn. Zo’n vrouw wilde ik. En dan stond ze ook nog op het toneel. De twee wegen die mijn toekomst zouden bepalen, kwamen op dat moment samen.’ M: ‘Ik heb Dragan die avond niet gezien, maar ik hoorde wel een jongen in de zaal heel hard lachen. Achteraf weet ik zeker dat hij dat was.’
Scène 2: Eind maart 2000. De toneelschool in Arnhem.
De jonge acteur heeft auditie gedaan voor de toneelschool. Een commissie beslist over zijn lot. Een van de leden is de roodharige actrice.
M: ‘De selectieprocedure besloeg een hele week met allerlei verschillende lessen. Het was dus geen kwestie van even je kunstje doen. Dat Dragan zou worden aangenomen, was al snel duidelijk. Niemand kon om hem heen. Alle passie, energie en vastberadenheid die we bij anderen zagen, had hij in het kwadraat.’ D: ‘Toen de beslissing was genomen, ben ik meteen naar Maria toe gelopen om te vertellen hoe geweldig ik haar toen vond tijdens die voorstelling.’ M: ‘Ik voelde me gevleid en dacht: wat een ongelooflijk bijzondere jongen. Maar het was ook weer niet zo dat ik me acuut afvroeg wat ik aan moest met de relatie die ik toen had.’ D: ‘Op dat moment was Maria veel verder dan ik. Ze was ook al 24, en ik moest nog twintig worden.’
‘Ik mocht drie maanden studeren in New York. Maar zonder mijn meisje. Elke dag schreef ik Maria een brief’ - Dragan
Scène 3: 1 September 2003. Acteurscafé De Smoeshaan in Amsterdam.
De acteur en de actrice hebben allebei hun filmdebuut achter de rug; hij in Drift, zij in Îles flottantes. Beide films werden zeer lovend ontvangen. Als ze elkaar op de laatste dag van de Uitmarkt tegenkomen, is de wederzijdse aantrekkingskracht onontkoombaar.
M: ‘Ik had urenlang flyers uitgedeeld voor een toneelstuk. Fysiek was ik helemaal stuk, en tegelijkertijd had ik de hele dag al een raar gevoel alsof ik boven de aarde zweefde. Terwijl ik nooit uitga, wist ik die avond: ik moet dóór. De collega met wie ik naar De Smoeshaan was gekomen, vergat ik prompt toen ik Dragan aan het eind van de bar zag zitten.’ D: ‘Maria tikte me op mijn schouder, ik zei: Hé!” En allebei wisten we: daar gaan we dan.’ M: ‘Ik was al ruim twee jaar single. Een onneembare vesting.’ D: ‘Seks was niet het probleem in die tijd, maar in feite was ik best eenzaam. De jaren daarvoor had ik me vooral op mijn werk gefocust. Dat ging toen net lekker. Ik had Drift gemaakt, liep stage bij Toneelgroep Amsterdam. Daardoor had ik weer ruimte voor iets anders groots: de liefde. Onze ontmoeting was perfect getimed. Ik vond Maria zo leuk dat ik binnen de kortste keren aan je zat.’ M: ‘Meteen, in de kroeg al. Eigenlijk was ik van plan die avond naar het Bellevue Theater te gaan.’ D: ‘Maar ik zei: “Ga nou niet, anders ben je wéér weg!”’ M: ‘Die eerste avond moest ik mijn eigen patroon dus al loslaten. Lastig, want ik ben nogal van de controle. Maar ik merkte ook dat het me licht maakte. Dat het een avontuur was om met iemand te zijn.’ D: ‘We zijn nog in een karaokebar beland, maar daarna realiseerde ik me dat ik beter naar huis kon gaan. Ik was te dronken. Voor mij was dat best een rare beslissing. Normaal kon het me totaal niet schelen hoe ik overkwam, en nu deed het er ineens toe.’
[gallery link="file" size="medium" columns="2" ids="3244,3245"]
Scène 4: Mei 2004. Melenci, een dorp in Servië.
De wortels van de acteur liggen deels in Friesland en deels in Servië; zijn moeder is er geboren. Elk jaar reist hij met zijn ouders naar Melenci, het dorp waar zijn moeder haar jeugd doorbracht en waar nog altijd veel familie woont. Deze keer gaat de actrice mee.
D: ‘Servië wordt eigenlijk alleen maar belangrijker voor mij. Bij de gedachte aan dat land komt er al een rust over me waarvan ik kan janken. De muziek, de taal, de mensen. De gesprekken zijn ook op een niveau waar ik ze graag heb. Dat krijg je vanzelf na zo’n burgeroorlog waarin al je dromen naar de donder zijn gegaan.’ M: ‘Het was de laatste keer dat Dragan met zijn ouders meeging. Ik vond ze meteen hartstikke lief, zonder voorbehoud. Van nature praat ik niet zoveel. Veel mensen leggen dat uit als een teken van arrogantie, maar zij accepteerden het gewoon.’ D: ‘Aan het begin van onze relatie had ik al tegen Maria gezegd: “Ik ga daar elk jaar heen.” Omdat Servië een gegeven is, en geen vakantieland.’ M: ‘Toch zag ik mezelf al met een boek op het strand, lekker bruin worden. Zo was ik toen. Maar in plaats van een strand waren er steeds meer vrienden en familieleden. Elke dag kreeg ik rond vier uur knallende koppijn van al het Servisch om me heen.’ D: ‘Ik wilde wel van alles vertalen, maar na een tijdje houdt dat ook op.’ M: ‘Als een spons heb ik de Slavische cultuur opgezogen. Dat boek en dat strand moest ik loslaten, maar ik heb er meer voor teruggekregen dan ik ooit had verwacht. Steeds als we daar nu terugkomen, voel ik me helemaal thuis. Dragans familie is onze familie geworden.’
Scène 5 Juni 2004. Een sfeervol woonhuis in Baarn.
De actrice en de acteur gaan samenwonen. Maar de verhuisdozen zijn nog niet uitgepakt of hij vertrekt alweer.
D: ‘De eerste twee maanden waren we volstrekt onafscheidelijk. Ook daarna bleef onze liefde heftig, net als de conflicten over van alles en nog wat. Dat hoorde er gewoon bij, vond ik. Als je voor iemand kiest, moet je het ook echt proberen.’ M: ‘In het begin was Dragan vooral veel bij mij.’ D: ‘Dan zette ik mijn koffer plompverloren midden in de kamer, waarop Maria zei: “Realiseer je dat dit mijn huis is.” Na acht maanden ben ik een huis voor ons samen gaan zoeken. In Baarn, waar Maria vandaan komt.’ M: ‘Dragan vond een fantastische woning boven een oude poppenmaker. Als je daar binnenkwam, was je meteen tachtig jaar terug in de tijd.’ D: ‘We hebben het hele huis gestript en weer mooi gemaakt. Het was nog maar nauwelijks klaar of ik ging naar New York. Ik had een Best Talent Award gewonnen voor mijn rol in de film Loverboy, en mocht drie maanden studeren aan het beroemde Lee Strasberg Institute.’ M: ‘Daar zat ik tussen de dozen, te fantaseren over ons leven samen. Ik heb nog nooit iemand zo gemist.’ D: ‘New York was een overdonderende ervaring, maar wel zonder mijn meisje. Elke dag schreef ik Maria een brief. Dat hielp me om tot mijn eigen kern te komen, en tot de kern van wat er was tussen haar en mij. Toch voelde ik me pas echt gelukkig toen ik haar na vijf weken afhaalde van het vliegveld.’ M: ‘De weken die volgden, hebben we heel decadent geleefd.’ D: ‘Ik had zakgeld en een eigen appartement in Soho.’ M: ‘’s Ochtends gingen we in onze korte broek naar buiten om cappuccino te drinken, en ’s avonds zaten we op een terrasje aan de sushi.’ D: ‘Het was één lang glamourmoment, de bloeiperiode van onze lichamen. We straalden continu, en kregen allerlei opmerkingen van wildvreemden. Eén man wees op Maria en riep: “She should be a model!” “I know!’, riep ik terug.’
Scène 6 21 mei 2008. Een ziekenhuis in Hilversum.
Het gaat uitstekend met de liefde tussen de acteur en de actrice, en ook met hun carrières. Maar dan loopt een kleine ingreep uit op een groot drama.
M: ‘Ik had een cyste in mijn onderbuik die nogal was gegroeid. Ze wilden hem verwijderen door middel van een kijkoperatie. Twee kleine sneetjes links en rechts.’ D: ‘Toen de operatie achter de rug was, kreeg ik een telefoontje van het ziekenhuis. Alles was goed verlopen. Dat gaf ik dus ook door aan Maria’s familie.’ M: ‘Terwijl ik toen al in een heel andere werkelijkheid verkeerde. Ik was in totale paniek bijgekomen uit de narcose. Het eerste wat ik hoorde, was: “Rustig blijven, mevrouw Kraakman!” Nou, dat lukte niet erg. Ik schreeuwde en wilde aan snoeren en slangen trekken. Het voelde zó fout, en dat was het ook. Tijdens de operatie bleek dat de cyste vastgekleefd zat aan mijn darmen en één eierstok. Ze hadden me helemaal opengesneden en die eierstok was ik kwijt.’ D: ‘En dan zeggen dat alles in orde is. Wát een blunder. Toen ik in het ziekenhuis aankwam, zag ik direct dat Maria door een hel was gegaan. Ik heb heel lang over haar hoofd geaaid. Dit is dus het leven, dacht ik. Er is gewoon niet zoiets als rechtvaardigheid.’
Scène 7: December 2009. Het eiland Bali in Indonesië.
De actrice heeft zich verbonden aan drie projecten. Veel te veel volgens de acteur, die haar gezondheid in de knel ziet komen. Een vakantiereis naar Bali brengt rust, maar niet veel later volgt een nieuwe, pijnlijke teleurstelling.
M: ‘We wilden allebei graag kinderen. Omdat ik na die ingreep nog maar één eileider over had, mocht ik van mijn gynaecoloog meteen in een IVF-traject. Heel spannend, maar in de tussentijd werkte ik stug door. Tot de cyste terugkwam en ik elke ochtend krimpend van de pijn wakker werd.’ D: ‘Ik zei: “Nu moet je echt stoppen.”’ M: ‘Ik stond heel groot op de poster van mijn allereerste project bij Toneelgroep Oostpool. Wat het lichaam niet vergeet heette die voorstelling. Toepasselijker kon bijna niet… Het voelde idioot om af te zeggen, maar Dragan had natuurlijk gelijk.’ D: ‘Onze vakantie naar Bali was de slimste zet ooit. Onze relatie kreeg weer een gloednieuwe verpakking. We wisten dat we van elkaar hielden, hoe de IVF-poging ook zou uitpakken.’ M: ‘Het ging dus niet goed. Ze zeiden zelfs meteen dat ze ons geen hoop konden geven. Het was inhumaan om door te gaan, vonden ze. Een grote klap die ons leven enorm tekent. Eigenlijk zitten we sinds februari 2009 in een rouwproces. Niet dat ik elke dag vreselijk verdrietig ben. Er zijn zelfs periodes geweest dat ik dacht: nou, dan gaan we gewoon lekker veel werken en geld verdienen. Kijk eens hoe goed we het hebben in ons mooie huisje. Onze films zijn onze kinderen. Maar ineens is dat dan allemaal niks meer waard en besef je: nee, ik wil toch een kind.’ D: ‘Je gaat door van alles heen. Op een gegeven moment begon ik te dromen van jonge meisjes, terwijl ik jonge meisjes háát. Maar blijkbaar is er diep in mij een natuurlijke drang die daar geen boodschap aan heeft en zich gretig vastbijt in die combinatie van onschuld en vruchtbaarheid. Gelukkig kan ik daar met Maria over praten. Dat móet ook, vind ik.’ M: ‘De vraag blijft uiteraard: wat nu? Daar zitten we nu midden in.’ D: ‘Zolang we nog jong genoeg zijn, staan er nog veel deuren open. Het belangrijkste is dat wij het samen fijn hebben en op hetzelfde spoor zitten. Een kind maakt je echt niet per definitie gelukkig, ook al kun je dat soms denken. Het is een kroon op een goede relatie, maar nooit een medicijn.’
Scène 8: 12 Oktober 2011. Een woonhuis in Rotterdam.
De acteur heeft een drankprobleem, en weet al jaren dat hij daar iets aan moet doen. Die dag raapt hij al zijn moed bij elkaar.
D: ‘Het was niet zo dat ik voortdurend op de bank mijn roes lag uit te slapen. Ik had mijn leven nog aardig onder controle. Speelde in een serie, was druk met mijn eigen productiebedrijf. Alleen ging het allemaal maar net, want eigenlijk was ik doorlopend aan het herstellen van de drank. Het ergste vond ik dat ik in leugens belandde: “Sorry dat ik te laat ben, er kwam een afspraak tussendoor…” Zó treurig. Die dag raakte ik zo hard de bodem dat ik dacht: nu is het klaar.’ M: ‘Ik heb nooit iets van dat drinken gezegd omdat ik wist dat Dragan het zelf wist, en er ook mee bezig was. Maar nu hij gestopt is, zie ik nog scherper hoeveel onrust die zucht naar drank in hem veroorzaakte. Wàt een rust, denk ik vaak.’ D: ‘Ik ben meteen ook gestopt met roken. Natuurlijk was dat niet makkelijk. De eerste weken zat ik voornamelijk op een stoel gedeprimeerd te zijn. In een serie gesprekken ben ik op zoek gegaan naar het waarom van mijn verslaving. Misschien klinkt het raar, maar ik kon niet verdragen dat het zo goed met me ging in de liefde en in mijn werk. Ik bleef steken in het gevoel dat ik het niet verdiende, en dus dook ik weg in de drank. Inmiddels heb ik ook geleerd dat het geen kwestie is van: dit wil ik niet. De vraag is veel meer: wat komt ervoor in de plaats? Dat moet de moeite waard zijn. Ik heb me gestort op de musical Soldaat van Oranje. Iets wat ik anders nooit zou hebben gedaan. Zeven voorstellingen per week. Ik had er al mijn discipline voor nodig, maar het was precies wat ik nodig had. Mijn leven kreeg weer zin.’ M: ‘Binnenkort staan we weer samen op het toneel. Dat vind ik altijd fijn, en Tramlijn Begeerte is een prachtig stuk. Waarin ik nota bene een vrouw speel die drinkt om zichzelf te verdoven.’ D: ‘Als je de diepte in wilt met een rol, kun je niet op safe spelen. In de praktijk betekent het dat je heel vaak faalt voordat je hopelijk goud raakt. Dat is eng, maar met Maria ben ik die angst totaal voorbij. We durven echt en eerlijk te zijn. Ook als het niet mooi is.’
Maria & Dragan
Maria Kraakman werd op 5 augustus 1975 in Soest. Ze voltooide in 1998 haar studie aan de toneelschool in Arnhem en maakte drie jaar later haar filmdebuut in Îles flottantes. Haar rol in Guernsey (2005) werd beloond met een Gouden Kalf. Sinds 2009 is ze verbonden aan Toneelgroep Oostpool. In 2010 won ze de Theo d’Or met haar hoofdrol in Orlando.
Dragan Bakema werd op 12 mei 1980 geboren in Appelscha. Hij voltooide in 2004 (?) zijn studie aan de toneelschool in Arnhem, maar maakte drie jaar eerder al zijn filmdebuut in Drift (2001). Voor zijn rol in de tv-film Loverboy (2003) kreeg hij de Best Talent Award. Daarna was hij te zien in diverse films en tv-series, waaronder In Therapie (2010).