Scène 1: 12 September 2007. Een woonboot op de Amsterdamse Prinsengracht.
Een bekende zanger, componist en tekstschrijver is thuis in Amstelveen met zijn zoontje van drie als de telefoon gaat. Een goede vriend nodigt hem uit om naar een woonboot Amsterdam te komen, waar op dat moment een bedrijfsfeestje gaande is. Hij wil de zanger voorstellen aan zijn mooie, blonde business manager.
X: ‘Bas ken ik uit de tijd dat ik in Maastricht studeerde. We zaten samen in een jaarclub. Hij had me al eerder enthousiast verteld over zijn business manager. Volgens hem pasten zij en ik wel bij elkaar. Maar ik kon die dag niet van huis omdat Sem (de zoon die hij kreeg met presentatrice Wendy van Dijk, red.) bij mij was. Toen gaf Bas zijn telefoon aan zijn business manager. En dat was jij.’ S: ‘Het was geen serieuze koppelpoging. Meer iets met een knipoog. We hadden een kort gesprek, maar het was wel meteen leuk. Niet veel later heb ik Bas om jouw nummer gevraagd om je een tekstje te sturen: “Jammer dat je niet komt!” Ik had al een paar drankjes op, haha.’ X: ‘Ik reageerde direct, en van het ene tekstje kwam het andere.’ S: ‘Die tekstjes werden steeds langer, dus na twee dagen zijn we maar gaan bellen. We hadden meteen diepgaande gesprekken, nachtenlang.’ X: ‘Je hebt een ongelofelijk fijne stem. Daardoor was ik eigenlijk al verliefd op je geworden, en door de pure manier waarop je in het leven staat. Jij had in die eerste weken een voorsprong want je wist hoe ik eruitzag, en ik had geen idee. Voor mij is het uiterlijk ook zeker niet het belangrijkst. Alleen maar mooi, daar heb je niks aan. Hoe prachtig jij bent, realiseerde ik me eigenlijk pas ver na onze eerste ontmoeting.’
Scène 2: Begin oktober 2007. Een woonhuis in Amstelveen.
De zanger is zo gefascineerd door de business manager dat hij haar thuis uitnodigt. Het wordt een muzikaal omlijste kennismaking.
X: ‘Als je bekend bent, is neutraal terrein niet zo neutraal meer. In mijn huis voel ik me veilig. Ik vond het volkomen logisch om daar af te spreken, maar ook best spannend. Toen je binnenkwam, zat ik nog te werken aan een nieuw liedje, samen met mijn goede vriendin en tekstschrijver Sabine.’ S: ‘Ze zei: “Speel je nieuwe liedje voor haar, want het is zo mooi!” Dat heb je toen ook gedaan. Het was een liefdeslied, maar het voelde niet klef of overdreven. Je liet me gewoon zien waar je mee bezig was. Dat vond ik wel stoer. Je brácht het ook echt.’ X: ‘Het was net af, dus ik moest wel even mijn ego opzijzetten, en mijn verstand op nul. Maar als ik iets doe, is het nooit half werk.’ S: ‘Toen Sabine was vertrokken, hebben we de rest van de avond intensief zitten praten, met kopjes thee erbij. Heel keurig.’ X: ‘Ik vond het fijn dat je totaal onbevooroordeeld was. Anders had het ook nooit iets kunnen worden tussen ons. Ik was zó klaar met de verhalen die me na de breuk met Wendy hadden achtervolgd, en met dat etiket van foute man dat ik steeds weer kreeg opgeplakt. Lang niet door iedereen, gelukkig, maar toch. Inmiddels was ik helemaal schoon, een totaal ander mens. Zo zag je mij ook.’ S: ‘Voor mijn omgeving was mijn eigen verleden een groter probleem dan het jouwe. Ik zat nog in een aflopende relatie toen ik jou ontmoette, en was daarvóór ook altijd van de ene relatie in de andere gerold. Mijn ouders en vriendinnen vroegen zich af of het nou echt allemaal weer zo snel moest. Ik lees geen roddelbladen, dus die negatieve verhalen over jou kende ik nauwelijks. En toen ze me gaandeweg ter ore kwamen, kon ik ze niet rijmen met de Xander die ik had ontmoet. Natuurlijk, je bent een spannende man, een echte man-man ook. Daar viel ik op, maar meer nog op al die andere facetten. Je gevoeligheid vooral, en het feit dat je je kwetsbaar durfde te tonen.’ X: ‘Ik ben een redelijk open boek, maar op het podium laat ik toch maar een deel van mezelf zien. Die andere kanten bewaar ik voor de mensen die het dichtst bij me staan.’
Scène 3: Eind januari 2008. Café Kale aan de Amsterdamse Prinsengracht.
De liefde tussen de business manager en de zanger neemt serieuze vormen aan. Hoog tijd om kennis te maken met zijn grootste trots, vindt hij.
S: ‘Je was de eerste man in mijn leven met een kind. Misschien stond ik er daarom geen seconde bij stil. Ik ben er onbevangen ingestapt.’ X: ‘We hadden afgesproken in de stad om een tosti te gaan eten. Ik had Sem, dus hij moest wel mee, maar ik vond het ook een goed moment. Sem hoort bij mij, en jij werd steeds belangrijker. Als het tussen jullie zou klikken, was dat geweldig. Diep in mijn hart was ik toch al bezig met het gezinnetje dat ik zo graag wilde stichten. Dat was mijn droom.’ S: ‘Ik was zo gefocust op jou dat ik alles prachtig vond. En Sem was ook zo’n lief ventje. Hij keek wel de kat uit de boom, maar dat doe ik ook. We waren een perfect match.’ X: ‘Je deed dat heel goed. Ook later. Je liet hem zelf zijn weg vinden, zonder je op te dringen of enorm te gaan pleasen. Het ging gewoon vanzelf.’
Scène 4: September 2008. Het woonhuis in Amstelveen.
De business manager is een half jaar eerder bij de zanger ingetrokken. Van dichtbij ziet ze hoe zijn zaken geregeld worden. Dan vraagt hij haar om hulp.
S: ‘Je had wel een B.V., maar niet echt een eigen bedrijf. Jij schreef liedjes en deed optredens, terwijl andere mensen zich bezighielden met de zakelijke kant. Het verbaasde mij hoe slecht je op de hoogte werd gehouden. Toen je het zelf ook niet meer lekker vond lopen, ben ik op jouw verzoek in de materie gaan spitten.’ X: ‘Ineens kwamen er aardig wat lijken uit de kast.’ S: ‘Die dateerden van vóór je toenmalige manager. Maar het was nog steeds wel een beetje een chaos.’ X: ‘Uiteindelijk heb jij de leiding op je genomen en een nieuw team opgezet. Strategisch ben je heel sterk, dus alles is nu veel beter doordacht. Er ligt een marketingplan, er is een langetermijnvisie. Ik ben best los, maar ik vind het stiekem erg prettig om te weten waar ik aan toe ben. Bovendien ken je mij door en door, en zorg je ervoor dat mijn agenda beter wordt beheerd dan ooit.’
Scène 5: 21 April 2009. Een rondgang door Amsterdam en omstreken.
De zanger besluit zijn eigen strategisch manager ten huwelijk te vragen, met minimale voorbereiding en maximale inzet.
X: ‘Ik werd die ochtend wakker en het was zulk stralend weer dat ik dacht: vandaag moet het gebeuren. In een paar uur heb ik toen een “Daar ga je”-tour opgezet, langs allemaal plaatsen die voor ons een speciale betekenis hadden. Ik verstopte me in huis om bandjes in te spreken die je dan steeds zou vinden, en die je weer naar een volgende plek zouden loodsen. Toen hup in de auto langs al die plekken om die bandjes te verstoppen, en ten slotte naar je vriendin Janneke, bij wie jij die avond om zes uur had afgesproken. Bij haar zette ik een rescue bag neer. Daar had ik onder andere plaatjes van mooie mannen in gestopt, waar je nog één keer naar mocht kijken, en daarna nooit meer, haha.’ S: ‘Typisch een romantische stunt voor jou. Toen ik bij Janneke kwam, snapte ik meteen wat me boven mijn hoofd hing.’ X: ‘Het was me ook te doen om die voorpret. Anders valt zo’n aanzoek koud op je dak.’ S: ‘Daar ging ik dus, langs die woonboot op de Prinsengracht, langs Café Kale…’ X: ‘En langs het huis van een vriend van jou, waar je logeerde toen we onze eerste wilde nacht beleefden. Ik wist hoe gênant je dat zou vinden, maar zo’n randje eraan maakt het juist leuker.’ S: ‘Uiteindelijk kwam ik bij ons eigen huis aan. “Je moet nu vast even naar de wc”, zei je op het laatste bandje. Haha, hoe goed kun je iemand kennen?! Jij stond al in de tuin op me te wachten.’ X: ‘In een net pak, en op van de zenuwen. Ik weet niet eens meer wat ik gezegd heb.’ S: ‘Ik ook niet. Ik ben je meteen in je armen gevlogen.’
Scène 6: Begin mei 2009. Het woonhuis in Amstelveen.
De strategisch manager en haar zanger kijken uit naar hun trouwdag. Maar ineens is alles anders.
X: ‘Ik geloof er heilig in dat Dex de nacht na het aanzoek is verwekt. Toen je vijf weken laten zwanger bleek, maakte ik nog net geen salto’s door het huis. Ik was zó blij, maar jij was vooral in shock. Logisch ook, want in jouw lijf ging van alles gebeuren.’ S: ‘Het onbekende is voor mij altijd spannend. Jij stapt daar makkelijker in, en je was natuurlijk al vader. Mijn zwangerschap verliep aanvankelijk ook niet ideaal. Ik was zo misselijk dat ik elke dag urenlang plat lag. Onze trouwdatum stond toen al vast: eind juni. Iets waarop ik me intens had verheugd, werd ineens een obstakel.’ X: ‘Cancellen was de enige optie. Al dacht ik wel even: oh nee, dit wordt een running gag. Er gaat bij mij ook nooit een huwelijk door.’
Scène 7: 26 Januari 2010. Ziekenhuis Amstelland in Amstelveen.
Zoon Dex is geboren. De euforie is groot, maar dan stapelen de tegenslagen zich op.
S: ‘Dex werd geboren in de periode dat jij Vrienden van Amstel Live presenteerde. Precies op een rustdag, dus dat kwam mooi uit.’ X: ‘De gynaecoloog is inmiddels een goede vriendin van je. Eigenlijk hebben we Dex met ons tweeën gehaald. Ik vind een geboorte zoiets prachtigs. Jij was ook echt een bikkel.’ S: ‘Maar eenmaal thuis voelde ik me steeds ellendiger. Vier dagen na de bevalling was ik weer terug in het ziekenhuis, met koorts die opliep tot 41 graden. Die dag stond je wel op het podium.’ X: ‘Je belde een half uur voor de show. Ik wilde onmiddellijk naar je toe, maar je zei: “Kom maar na afloop.” Een onwezenlijke avond. Ik was zo bezorgd toen ik je zag. Je had wel tien jassen uitgedaan.’ S: ‘De oorzaak was een ziekenhuisbacterie. Die heeft er behoorlijk ingehakt. Maar dat was nog lang niet alles. Toen ik weer thuis was, kregen we problemen met Dex. Hij moest twee keer naar het ziekenhuis omdat hij veel spuugde en dreigde uit te drogen, en daarna begon het huilen. Maandenlang heb ik bijna geen oog dichtgedaan. Nu weet je nooit precies waarom een kind een huilbaby is, maar achteraf denk ik toch dat hij reageerde op mijn onrust. Ik voelde instinctief dat er iets niet goed was met Dex, al kon ik het niet benoemen.’ X: ‘Zo’n baby’tje heeft zijn oogjes nog vaak dicht, dus we zagen pas na een maand of vier dat ze alle kanten op gingen. Aangeboren nystagmus heet dat.’ S: ‘In de aansturing van de ogen door het brein gaat bij nystagmus iets niet goed. Maar dat iets kan allerlei oorzaken hebben. Een hersenafwijking, een tumor… Ik was al gesloopt door alle slechte nachten, en dan die onzekerheid. Echt de hel.’ X: ‘Ik besefte dat er iemand in het gezin overeind moest blijven, en dat was ik. Maar ik vond het ook pure horror, al die onderzoeken die dat kleine mannetje moest doorstaan. Op een gegeven moment had de neuroloog een soort metalen strookjes over zijn netvlies gespannen, waar elektrische pulsjes doorheen gingen. Het zweet liep over mijn rug terwijl ik zijn hoofdje vasthield.’ S: ‘Maar gelukkig was er niets ernstigs aan de hand, en hebben de oogspieren zich goed ontwikkeld. Aan Dex merk je nu niets bijzonders meer.’
Scène 8: Augustus 2010. Een villa bij het Franse stadje Chinon.
De zanger en zijn strategisch manager zijn anderhalve maand eerder getrouwd. Een mooie, maar ook uitputtende dag, middenin een grootscheepse verbouwing van hun huis. Als die haar voltooiing nadert, is het eindelijk tijd om even uit te blazen.
S: ‘Eigenlijk was die verbouwing te veel na alles wat we hadden meegemaakt, maar we wilden het zo graag.’ X: ‘Alleen dachten we dat het drie maanden zou duren, en het werden er zes. Ook omdat we zelf gaandeweg steeds weer nieuwe dingen bedachten.’ S: ‘Al die tijd zaten we in een gehuurd huis in Kudelstaart. Best luxe, maar het was toch een gedoe. Die vakantie in Frankrijk voelde als een mijlpaal. Een fantastisch huis in the middle of nowhere, vrienden die met hun kinderen langskwamen, jeu de boules, tafeltennis. En slapen, slapen, slapen. Eindelijk.’ X: ‘Er stond zelfs een piano, zodat ik aan nieuwe liedjes kon werken. Alleen jammer dat Sem er niet bij kon zijn. Anders was het volmaakt geweest.’ S: ‘Het was ook zo heerlijk om thuis te komen. Alles was precies zoals we het wilden. De grote open keuken, de open haard in de woonkamer, het nieuwe terras.’ X: ‘Achter in de tuin hebben we een bijgebouw laten optrekken, met een muziekstudio, een saunagedeelte en een fitnessruimte. Een oase. Twee keer in de week trainen we daar met een personal trainer. We houden allebei van sport, maar zo’n stok achter de deur is in drukke tijden best handig.’ S: ‘Hij verrast ons ook steeds met nieuwe oefeningen. Dat houdt het leuk.’
Scène 9: Winter 2012. Het droomhuis in Amstelveen.
De zanger en zijn strategisch manager bezien hun leven met grote tevredenheid.
X: ‘Door jou zit ik op werkgebied enorm in de lift. Alles wat ik wilde komt uit. Voor SBS ga ik het grote showprogramma Vrienden van Amstel zingen Kroonjuwelen presenteren, en voor de TROS ga ik ook een nieuw muzikaal programma doen: Kamer 9. En er is nu ook een nieuwe single met een duidelijk ander geluid. Minder gepolijst dan vroeger. Pop met ballen noem ik het zelf.’ S: ‘Zakelijk gezien ben jij voor mij een product dat ik optimaal in de markt moet zetten, hoe stom dat misschien ook klinkt. Maar het kost me geen enkele moeite om de schakelaar naar privé om te zetten omdat we bijna nooit meetings samen hebben. Als we bij elkaar zijn, ben je gewoon mijn geliefde en de vader van Dex. Ik probeer mijn agenda ook zo goed mogelijk op de jouwe af te stemmen. Vergaderingen plan ik bij voorkeur op de avonden dat jij weg bent. Dan zorgt onze au pair voor Dex.’ X: ‘Ons weekend is op zondag en maandag. Die dagen zijn heilig. Al maken we ook regelmatig een kort tripje door de week. Een andere stad verkennen, lekker samen eten… S: ‘Dex gaat ook vaak mee. Hij is onze grote liefde. Ik kijk er ’s avonds alweer naar uit dat hij ’s ochtends wakker wordt.’ X: ‘Het mooie vind ik dat ook jouw band met Sem nog steeds groeit, en dat Sem en Dex zo gek zijn op elkaar.’ S: ‘Dex lacht om niemand harder dan om zijn grote broer.’ X: ‘Als we samen in bed liggen met de jongens tussen ons in, denk ik: dit is geluk.’
Xander & Sophie
Xander de Buisonjé werd op 19 juli 1973 geboren in Voorburg. Hij brak door als voorman van de Maastrichtse band Volumia!, die in april 2002 zijn laatste optreden gaf. Inmiddels maakte De Buisonjé drie solo-cd’s. Sinds 2010 presenteert hij het muziekspektakel Vrienden van Amstel Live. Dit jaar zal hij ook Vrienden van Amstel zingen Kroonjuwelen (SBS) en Kamer 9 (TROS) presenteren. Een vierde solo-cd is op komst.
Sophie Steger werd op 10 juni 1978 geboren in Périgueux (Frankrijk). Ze studeerde Sociaal Wetenschappelijke Informatica aan de Universiteit van Amsterdam. Ze begon als project manager, werd account manager en werkte tot slot als publishing manager bij een mediabureau in Amsterdam. Inmiddels is ze strategisch manager binnen het bedrijf Bizon on Stage B.V.