Verpletterend, exotisch mooi was ze, de vrouw met wie Mick Jagger in 1971 trouwde. Haar imago als extravagante jetset-koningin bleef lang in stand, maar daaronder school al die tijd een andere Bianca. De vrouw die als kind al ontdekte wat onrecht was, ontpopte zich tot mensenrechtenactiviste.
Angry young woman
Bianca Pérez-Mora Macias (1945) is tien jaar oud als haar leven plotseling een ingrijpende wending neemt. Tot dan toe heeft ze een bevoorrecht bestaan geleid als dochter van een succesvolle zakenman in Managua, Nicaragua. ‘Ik had nooit één bord afgewassen, een ei gekookt of iets schoongemaakt,’ vertelt ze later over haar vroegste jeugd. Maar als haar ouders scheiden, moet haar moeder Maria in haar eentje haar drie kinderen grootbrengen. Ze verdient de kost met het runnen van een cafetaria. Het is een zwaar bestaan: als gescheiden, werkende vrouw wordt ze met de nek aan gekeken door de conservatieve Nicaraguaanse samenleving. Maar Maria is een liefhebbende moeder en ze heeft er veel voor over om haar kinderen een goede jeugd bezorgen. Ze neemt hen regelmatig mee naar Santa Maria de Ostuma, een prachtig berggebied in Nicaragua, waar ze hen tijdens lange wandelingen de namen leert van de orchideeën en de bomen.
‘Mijn moeder gaf de strijd nooit op,’ herinnert Bianca Jagger zich. ‘Ze geloofde in vrouwenemancipatie in een tijd waarin de meeste vrouwen thuis zaten en beschouwd werden als tweederangsburgers.’ Bianca neemt zich al jong voor een goede opleiding te zullen volgen, zodat ze kan ontsnappen aan het lot van haar moeder.
'Ik nam me voor om iets te betekenen, om iets bij te dragen aan veranderingen in de wereld’
Somoza’s dictatuur
Het Nicaragua van de dictatorsfamilie Somoza is bepaald geen prettige plek voor een jong meisje om op te groeien. Als tiener ziet Bianca om zich heen hoe de Nationale Garde van de familie Somoza terreurdaden tegen de Nicaraguaanse bevolking pleegt. Het enige wat ze kan doen, is meelopen in demonstraties tegen het regeringsgeweld. Haar moeder, die zich openlijk uitspreekt tegen Somoza, moedigt haar dochter aan politiek bewust te worden. Bianca leest over Mahatma Gandhi en zijn geweldloze verzet tegen de Britse kolonisatie van India. Ze is er diep van onder de indruk, maar ze voelt zich tegelijkertijd machteloos over wat er in haar land gebeurt. ‘Zo machteloos wilde ik me nooit meer voelen. Ik nam me voor om iets te betekenen, om iets bij te dragen aan veranderingen in de wereld,’ vertelt ze later in een interview. En dat zou ze doen ook.
Parijs en Mick
Bianca’s grote kans komt als ze in 1970 een beurs wint om politicologie te gaan studeren aan het Instituut voor Politieke Wetenschappen in Parijs. Ze arriveert op 14 juli, als in de Franse hoofdstad de bestorming van de Bastille wordt gevierd. ‘Heel toepasselijk voor een jonge idealiste,’ zegt ze er later over. Hetzelfde jaar ontmoet ze Mick Jagger op een feest na een concert van de The Rolling Stones. Ze maakt indruk op hem omdat ze zo goed Frans spreekt, een taal die hij zelf ook redelijk beheerst, maar waarschijnlijk meer nog vanwege haar oogverblindende schoonheid.
Het gerucht doet al snel de ronde dat Mick naar Parijs vliegt tussen concerten in Duitsland door, alleen om Bianca een paar uur te zien. En dat zij hem dan laat wachten omdat ze haar afspraak met de kapper niet wil afzeggen. Grappig roddelverhaal? Misschien. Maar Bianca Pérez Mora-Macias, eigengereid en koppig, is tot dat soort dingen in staat.
Ze stelt zich afstandelijk op tegenover Micks entourage en daar maakt ze aanvankelijk geen vrienden mee. Door haar komst ontstaat er een verwijdering tussen Mick en de rest van de Stones, hetgeen Keith Richards met lede ogen gade slaat. Maar later, zo schrijft hij in zijn autobiografie, gaat hij Bianca toch waarderen, omdat hij haar leert kennen als een slimme vrouw met een sterk karakter. Hij kan alleen geen geintjes met haar maken – wat hem uiteindelijk doet concluderen: ‘Als ze gevoel voor humor had gehad, was ík met haar getrouwd.’
Over haar huwelijk blijft Bianca, net als Mick, haar leven lang zeer discreet - ‘I’m not one to kiss and tell.’
Bruiloft in Yves Saint Laurent
Ze is vier maanden zwanger als ze met Mick trouwt in mei 1971, in Saint-Tropez. Het strak gesneden witte jasje, de lange rok en de breedgerande hoed met voile, waarin ze onsterfelijke indruk achterlaat die tot op de dag van vandaag als iconisch modebeeld geldt, zijn van Yves Saint Laurent, net als Micks trouwpak.
Omdat de Rolling Stones nog geen beveiliging hebben, moet het bruidspaar zich een weg banen door de drom van massaal toegestroomde journalisten en fotografen, die voor chaotische toestanden zorgen in de Franse badplaats. Nathalie Delon is bruidsmeisje, Roger Vadim getuige. In het gemeentehuis maakt Mick zich kwaad over de opdringerige aanwezigheid van de pers: hij wil niet trouwen in een goudvissenkom. Het huwelijk wordt bezegeld tijdens een katholieke ceremonie in de Chapelle Sainte Anne. Mick heeft speciaal daarvoor onderricht gekregen in het katholieke geloof van pater Lucien Baud, die de verbintenis inzegent.
Over haar huwelijk blijft Bianca, net als Mick, haar leven lang zeer discreet - ‘I’m not one to kiss and tell.’ Maar als in oktober 1971 hun dochter Jade Sheena Jezebel wordt geboren in Parijs, verkeert het huwelijk al in stormachtig vaarwater, omdat Mick geen boodschap heeft aan echtelijke trouw. ‘Mijn huwelijk eindigde op mijn trouwdag,’ zegt ze er later over.
De activiste ontwaakt
Als ze in december 1972 Kerstfeest viert met Mick in hun huis aan de Cheyne Walk in Chelsea, bereikt haar het nieuws dat er in Nicaragua een ernstige aardbeving is geweest. Omdat ze geen contact kan krijgen met haar ouders, vliegt ze zo snel mogelijk met Mick naar haar geboorteland, waar ze van haar ouderlijk huis alleen een ruïne aantreft. Na een wanhopige oproep via de radio vindt ze haar ouders terug – ze hebben het overleefd en zijn opgevangen door haar zus.
Terug in Engeland haalt ze de Rolling Stones over een benefietconcert te geven voor de slachtoffers van de aardbeving. Het concert wordt gehouden in Los Angeles en brengt 280.000 dollar op. Van dat geld wil ze een kinderziekenhuisje bouwen, maar ze wordt tegengewerkt door Hope Portecarrero, de echtgenote van dictator Somoza Junior, die het bedrag graag overgemaakt had gezien aan haar eigen stichting. Bianca legt haar tijdens een theevisite onomwonden uit dat ze dat niet van plan is. Uiteindelijk gaat het geld naar een stichting die huizen voor slachtoffers bouwt. Dit is de eerste keer dat Bianca Jagger zich inzet voor een goed doel en vanaf dat moment zal ze dat haar leven lang blijven doen.
Stijlicoon en party animal
Door haar huwelijk met Mick maakt ze opeens deel uit van de internationale jetset. Ze wordt regelmatig gezien in de legendarische nachtclub Studio 54 in het gezelschap van haar goede vrienden Andy Warhol en Truman Capote en verwerft een reputatie als party animal. In 1977 viert ze er haar verjaardag met een spetterend feest. Hoogtepunt vormt het moment dat er, bij wijze van verjaardagsverrassing, een wit paard wordt binnen gebracht. Zonder te aarzelen bestijgt Bianca, gehuld in een vuurrode Halston-jurk, het dier. Ze was altijd al gek op paarden en bezat in Nicaragua een wit paard.
Met haar sexy broekpakken van Yves Saint Laurent, sluike Halston-creaties, diepe decolletés, doorkijkblouses en opvallende hoeden groeit ze uit tot een van de grote stijliconen van de jaren zeventig. Beide couturiers worden voor het vrienden voor het leven, al draagt ze ook ontwerpen van anderen. Zo gebeurt dat ze in een Dior-pakje verschijnt op een lunch met Saint Laurent, die daarop zegt: ‘Je pakje lijkt op een ontwerp van mij, maar ik herinner me niet ooit die stof te hebben gebruikt.’ Ze gaat er wijselijk niet op in.
Dochter Jade ziet in die tijd weinig van haar ouders. Een van haar babysitters is Andy Warhol, die haar in The Factory Monopoly leert spelen, champagne te drinken geeft en het totaal geen probleem vindt als het kleine meisje op een dag per ongeluk over een van zijn kunstwerken plast.
‘Ik moest al die tijd vechten om mijn identiteit te behouden'
Vaarwel Mick
Het huwelijk met Mick verslechtert als hij in 1977 een relatie aangaat met het Texaanse fotomodel Jerry Hall. In 1978 vraagt Bianca een scheiding aan op grond van overspel. Omdat ze onder huwelijkse voorwaarden is getrouwd, krijgt ze ‘slechts’ een half miljoen pond mee. Jaren later noemt ze haar huwelijk en de plotselinge roem die daarbij kwam kijken ‘een ontnuchterende ervaring’. ‘Ik moest al die tijd vechten om mijn identiteit te behouden. Ik was niet langer een zelfstandig persoon met eigen gedachten, eigen overtuigingen, een eigen werkzaam leven.’ Voor politieke idealen, zoals ze die koesterde toen ze als studente naar Parijs kwam, was in het jetset-bestaan dat ze als echtgenote van een van de meest beroemde rock ‘n’ roll-artiesten ter wereld leidde, geen ruimte.
Special guest star
Dankzij haar status als stijlicoon krijgt ze in de jaren zeventig en tachtig verschillende rolletjes aangeboden in televisieseries en films. De eerste film waarin ze opduikt, is Cocksucker Blues, een documentaire over een Rolling Stones-concert begin jaren zeventig. Daarna speelt ze onder meer rollen in de Belgische experimentele film Couleur Chair (1978) met Dennis Hopper, in de Beatles-satire All You Need Is Cash (1978) en in de succesvolle komedie The Cannonball Run (1981) met Burt Reynolds, Farrah Fawcett en Roger Moore. Het blijft bij kleine rollen: haar loopbaan als actrice neemt nooit serieuze vormen aan. In de jaren tachtig is ze sporadisch te zien als gastacteur in afleveringen van de Amerikaanse series als The Colbys en Miami Vice. Een rolletje in de niet bepaald gedenkwaardige horrorkomedie Bud The C.H.U.D. in 1989 sluit haar commerciële filmcarrière af.
Ze blijft zich met film bezig houden, maar dan met een ander doel: om een politieke boodschap over te brengen. Zo regisseert ze een documentaire over haar eigen land, getiteld Nicaragua in Transition, en reist ze met een BBC-cameraploeg naar Kosovo voor een documentaire over oorlogsmisdaden in dat gebied – waar ze overigens door Servische militairen met de dood wordt bedreigd.
Het keerpunt
Een keerpunt in haar leven vormt een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Honduras in het gezelschap van een Amerikaanse Congresdelegatie. Dit om aandacht te vragen voor mensenrechtenschendingen in Midden-Amerika. Tijdens dat bezoek dringt een doodseskader uit El Salvador het kamp binnen en probeert veertig vluchtelingen te ontvoeren. Omdat duidelijk is dat ze van plan zijn de vluchtelingen te doden, gaat Bianca samen met hulpverleners en delegatieleden er achter aan om ze tegen te houden. De actie heeft succes: de vluchtelingen worden vrijgelaten. Later vertelt ze altijd dit verhaal als haar wordt gevraagd waarom ze politiek actief is geworden. ‘Het was een beslissende ervaring in mijn leven. Vanaf dat moment wist ik hoe belangrijk het is om getuige te zijn.’
Sterke vrouw
Sindsdien zet ze zich met niet aflatende energie in voor mensenrechtenkwesties. Ze voert actie tegen de genocide in het voormalige Joegoslavië, spreekt zich fel uit tegen de oorlog in Irak, komt op voor de rechten van inheemse volkeren, strijdt tegen de doodstraf en de vernietiging van het regenwoud en maakt zich sterk voor vrouwenrechten en de rechten van AIDS-patiënten – om maar een aantal van haar aandachtspunten te noemen. Ze neemt zitting in allerlei mensenrechtencommissies en richt haar eigen organisatie op: de Bianca Jagger Human Rights Foundation. Ze schrijft artikelen, geeft lezingen, gastcolleges, neemt deel aan mensenrechtenmissies en spreekt het Amerikaanse congres toe.
Voor haar werk krijgt ze allerlei prijzen en eredoctoraten. De cynici, die haar vanwege haar jetset-verleden niet serieus nemen, negeert ze. ‘Soms stoppen mensen je in een klein doosje en dan voelen ze zich verloren wanneer je uit dat doosje stapt.’ Jade Jagger zegt over haar moeders mensenrechtenactiviteiten: ‘Ze heeft altijd een eigen mening gehad, ze is een sterke vrouw. Mijn moeder heeft altijd gevochten voor hetgeen waarin ze geloofde.’
Jade Jagger zegt over haar moeders mensenrechtenactiviteiten: ‘Ze heeft altijd een eigen mening gehad, ze is een sterke vrouw. Mijn moeder heeft altijd gevochten voor hetgeen waarin ze geloofde.’
Geen tijd om op te passen
Ze is inmiddels 70 jaar – al wil ze de wereld doen geloven dat ze vijf jaar jonger is – en grootmoeder van twee kleindochters: Assisi en Amba, de kinderen van haar dochter Jade, die afwisselend in Londen en op Ibiza woont en naam heeft gemaakt als sieradenontwerpster. Voor de klassieke grootmoederrol heeft Bianca het te druk. ‘Ik vind het heel belangrijk om bij mijn familie te zijn, bij mijn dochter en kleindochters. Maar ik heb niet zoveel vrije tijd als ik zou willen.’
Lange tijd resideert ze in New York, maar ze verruilt die stad voor Londen, naar verluidt nadat George Bush aantreedt als president van Amerika. Vanuit haar kantoor in Londen zet ze de strijd voor mensenrechten onverminderd voort en oogst er internationaal waardering voor. Ze krijgt in 2010 een eredoctoraat – het zoveelste – van de rechtenfaculteit van de University of East London. Zelfs Keith Richards spreekt zich in zijn memoires bewonderend uit over haar werk.
In het voorjaar het voorjaar van 2011 bracht ze een bezoek aan Nederland om het Movies that Matter Festival, het filmfestival van Amnesty International, op te luisteren met haar aanwezigheid als jurylid. Hoewel ze dus pensioengerechtigd is, ziet het er voorlopig niet naar uit dat Bianca Jagger het rustig aan gaat doen. Zelf zegt ze: ‘Ik heb mezelf voorgenomen om een verschil te maken, op welke manier dan ook. Ik doe precies wat ik wil met mijn leven.’
Meer interviews met internationale stijliconen – zoals Faye Dunaway – lees je hier.