Vroeger vond ze het not done om zichzelf mooi te vinden. Tegenwoordig maakt ze schaamteloos gebruik van wat de natuur haar heeft gegeven. Wel is ze gedoemd om klassieke kleding te dragen. ‘Ik wil wel eens onttrutten, maar iets hips jurk bekomt me gewoon niet.’
Gevoel voor stijl kreeg Liz Snoijink mee van haar vader. ‘Hij hield van mooie dingen en vond het leuk om kleren met me te gaan kopen. Soms nam hij me daarvoor zelfs mee naar Parijs of Londen. Mijn moeder was een boerendochter: heel puur en totaal niet geïnteresseerd in uiterlijk vertoon. Zij leerde me dat het in het leven niet om uiterlijkheden draait, en daarom had ik lang een soort schroom om van die dingen te genieten. Ik vond het not done om mezelf mooi te vinden, want dat was immers niet belangrijk. Als mensen zeiden dat ik er goed uitzag, kon ik daar niets mee. In de loop van mijn leven ben ik steeds meer van complimenten gaan genieten. Nu vind ik zelfs dat je schaamteloos mag gebruikmaken van dat wat de natuur je heeft gegeven. Uiterlijk is hartstikke belangrijk! Het draait zo vaak om een eerste indruk. Sommige mensen hebben prachtige karakters maar je raakt niet met ze in gesprek omdat iets in hun uiterlijk je niet aanspreekt. Ik voel me ook beter als ik er goed verzorgd uitzie en mooie kleding draag. Ik ben een klassiek type, of liever: ik ben gedoemd om klassieke kleding te dragen. Af en toe denk ik wel eens: ik moet onttrutten en dan koop ik iets hips, maar het bekomt me niet. Het voelt of ik een jurk aan heb van een ander. Die kan meteen door naar een tweedehandswinkel. Het liefst draag ik klassiek met een twist, zoals de kleding die Mart Visser maakt. Dat vind ik het toppunt van elegantie. Ik was ook weg van de ontwerpen van Wolfgang Ley, maar hij is jammer genoeg failliet gegaan.’
Door haar klassieke uitstraling wordt Liz vaak gecast voor rollen waarin ze een over the top lady is. Het afgelopen seizoen was ze te zien als deftige hofdame in Oranje Boven, met als tegenspeler Jon van Eerd. In La Cage Aux Folles, de musical waarmee het DeLaMar Theater in Amsterdam wordt heropend, gaat ze de echtgenote van een diplomaat spelen. ‘Jon, die een van de hoofdrollen zou gaan spelen, zei iedere avond in de kleedkamer tegen me dat ik ook auditie moest gaan doen voor La Cage. Ik dacht: ze hebben me niet gevraagd, en bovendien is musical niets voor mij omdat ik niet goed kan zingen. Jon heeft, waar ik bij zat, met casting director Marianne van Wijnkoop gebeld en de volgende dag deed ik al auditie. Het klikte zo goed met de regisseur dat ik de rol had voordat ik het wist. Echt ontzettend leuk. Ik weet heel snel of ik iets wel of niet moet doen. Ik ben geen twijfelaar. Het is een kracht als je snel kunt handelen, ook al ga ik er wel eens de mist mee in.’
‘Ik ben zo sterk geworden omdat ik alleen ben. Onlangs ben ik van Amsterdam terug naar Blaricum verhuisd waar ik tien jaar lang heb gewoond toen mijn zoon Esra opgroeide. Hier heb ik meteen een verbouwinkje geregeld en nog een en ander aangepakt. Mijn bedboard was bijvoorbeeld te lang, maar dan bel ik geen klusjesman. Ik koop zelf een zaag en doe het even. Soms denk ik dat ik eigenlijk een heel mannelijk leven leid. Ik ben voortdurend bezig om zakelijke beslommeringen te regelen met notarissen en accountants. Vijftien jaar geleden erfde ik van mijn vader zijn immunologisch laboratorium, een bedrijf dat producten maakt die bij onderzoek worden gebruikt. Ik had er totaal geen verstand van, maar ben er wel ingedoken. Ik ben enig kind, dus ik moest wel. Voor dat gedoe met cijfertjes heb ik mezelf geweld aan moeten doen, maar een mens kan veel leren. Afgelopen jaar heb ik het bedrijf verkocht en dat voelde als een opluchting. Het was een hele verantwoordelijkheid omdat er mensen afhankelijk zijn van dat bedrijf.’
'Het is een kracht als je snel kunt handelen, ook al ga ik er wel eens de mist mee in'
Liz reist veel. Ze heeft een appartement in Buenos Aires, een huis in Frankrijk en haar zoon Esra van 23 woont in Japan. ‘In Buenos Aires heb ik een appartement gekocht toen ik er was voor de opnames van Julia’s Tango. Ik werd verliefd op die stad omdat het leven er zo ongecompliceerd is. Ik geniet van de warmte van de mensen en het heerlijke weer. Een tijdlang dacht ik: ik moet beslissen of daar een bestaan ga opbouwen of toch hier blijf. Maar dat bleek een onmogelijke keuze te zijn. Daar heb ik een heerlijk ongecompliceerd leven, maar hier woont mijn moeder van 90, mijn vrienden en heb ik mijn werk. Dus blijf ik reizen. Sinds een paar maanden woon ik weer in Blaricum en ik realiseer me dat dit echt mijn plek is. Het voelde als thuiskomen. In Japan kom ik alleen om Esra op te zoeken. Op zijn zestiende is hij daar gaan studeren, dus hij is nu acht jaar weg. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik ben mijn kind gewoon kwijt. Maar wat kan ik ertegen doen? Het is zijn leven. Aan de andere kant heeft dat me ook vrijheid gegeven om te gaan en staan waar ik wil. Anders had ik bijvoorbeeld nooit overwogen om in Buenos Aires een appartement te kopen.’
Ook al gingen Liz en Tim Krabbé vrij snel na de geboorte van Esra uit elkaar, toch heeft ze niet het gevoel dat ze haar zoon alleen heeft opgevoed. ‘De praktische kant kwam op mij neer, maar emotioneel gezien was zijn vader altijd aanwezig. Ik heb de leukst denkbare vader voor mijn kind. We mogen elkaar nog steeds erg graag en zorgen een beetje voor elkaar. Daarom heb ik die scheiding ook nooit als een tegenslag gezien. Dan denk ik eerder aan dingen als dat je in één klap al je bezittingen kwijtraakt, of jarenlang geen werk hebt. Een vriendin van me heeft onlangs een hersenbloeding gehad en is nu keihard aan het vechten zodat ze weer een normaal kan leiden. Dat vind ik zo sterk en bewonderenswaardig. Bij mij is eigenlijk alles altijd redelijk goed gegaan. Natuurlijk overkomen mij ook vervelende dingen. Verdriet ga ik aan, maar ik zak niet weg in depressiviteit. Daar vind ik het leven veel te kort en te kostbaar voor. Ik zoek altijd naar dingen die me gelukkig maken. Vrienden zijn erg belangrijk voor me. Ik heb een vriend met wie ik uitga en reisjes maak, een platonische vriendschap die heel goed werkt. En ik heb al jaren drie goede vrienden die ook in het vak zitten: Marieke van der Pol, Ria Marks en Porgy Franssen. Als ik hen zie, word ik al blij. We gaan iedere maand samen uit eten, en ook vaak samen op vakantie.’
‘Tango dansen is ook iets waar ik erg gelukkig van word. Ik heb het geleerd in Buenos Aires, maar in Nederland wordt minstens zo goed gedanst. In Argentinië is tango in de eerste plaats een sociaal gebeuren waarbij veel wordt geflirt. In Nederland gaat het om de dans en iedereen die naar de salons komt, zo heten de dansavonden, kent elkaar. Als ik een paar maanden niet ben geweest, voelt het of ik een warm bad stap. Het grappige is dat als je de tango beheerst, je hem overal kunt dansen. Ik heb gedanst in Barcelona, Tokio en Zandvoort. Er is één duidelijke afspraak: de man leidt, de vrouw volgt. Daarbinnen kun je je eigen dingen doen, maar er is één kapitein op het schip. Ik geloof wel dat ik tijdens het dansen een goede volger ben, ook al ben ik van nature vrij eigenzinnig.
Het enige wat ik op dit moment in mijn leven mis, is een hond. Ik had een schattig vuilnisbakkie dat drie jaar geleden is overleden. Iedere dag denk ik wel een keer: ik neem er weer één. Maar zo’n dier moet wel kunnen tegen het onregelmatige leven dat ik leid. Tot half januari sta ik in La Cage en daarna beginnen de opnames van een tv-serie waarin ik een rol heb. Ik ben bang dat die hond er voorlopig niet komt.’
Meer inspirerende verhalen? Klik hier.