Ze is naar eigen zeggen directeur van het mooiste theater van Nederland. Madeleine van der Zwaan, afkomstig uit de retailsector, is bij Koninklijk Theater Carré in Amsterdam helemaal op haar plek. ‘Ik voel me één met het gebouw en de mensen.’
Zwanen
‘Toen ik voor het eerst hoorde dat ze een nieuwe directeur van Carré zochten, heb ik tegen mijn omgeving gezegd: wat prachtig, zou dat iets voor mij kunnen zijn? En toen werd ik gevraagd om aan de procedure mee te doen. Ik heb me twee weken lang een spiegel voorgehouden. Wil ik dit echt – een heel andere carrière; een theater leiden? Ja, besloot ik, dit wil ik. Echt. Ik ging in die periode met mijn dochtertje naar het Wereldkerstcircus. Ik zat daar, keek om me heen, en dacht: wat als… wat als… Toen ging ik de procedure in. Na een van die laatste gesprekken stond ik op het trapje bij de artiesteningang. Die ligt aan een grachtje, waar ik twee zwanen zag zwemmen. Ik dacht: dat kan geen toeval zijn. Een week geleden belde René, de portier: je moet nú komen! Zie ik diezelfde zwanen – met acht jonkies. Onze zwanen. Ik noem ze de Carré-zwanen.’
Carré
‘Ik ben directeur van het mooiste theater van Nederland. Ik voel me zeer verantwoordelijk voor de reputatie van dit instituut, dit monument. Je kunt dit werk alleen doen als je er echt van houdt – als Carré je zeer dierbaar is. Er gebeurt hier elke dag wel iets onverwacht; emoties horen bij theater, op het toneel maar ook erachter. Dit is geen baan, Carré is een onderdeel geworden van mijn leven, letterlijk maar ook in emotionele zin. Ook mooi: je ziet meteen resultaat. De dag begint met het bouwen van decors en eindigt met applaus. Fantastisch om mee te maken. Ik werk hier nu twee jaar en elke keer als ik binnenkom voel je in de gangen wie er die avond speelt. Elke artiest brengt zijn of haar eigen sfeer mee. En dat al 126 jaar lang. Je bent één met het gebouw en de mensen. Toen ik hier begon heb ik gepraat met een paar grote Carré-artiesten, zoals Paul van Vliet – een bijzondere man die heel goed kan luisteren en die me heel dierbaar is geworden. Net als Herman van Veen; ik ging naar zijn huis, we hebben anderhalf uur door de bossen gelopen, filosoferend, vooral over Carré. Met een volle batterij kwam ik thuis. Ik begon in een bijzonder jaar: 125 jaar Carré. Ik viel er middenin. Ik word niet snel nerveus, maar er waren wel momenten dat ik de rust bij mezelf moest afdwingen. Laten we even rustig kijken: wat zijn nu echt de prioriteiten? Ik ben onze relaties afgegaan, de Carré-artiesten en belangrijke partners zoals Monica en Henk van der Meijden, Joop van den Ende en Albert Verlinde. Om te luisteren. Ik had een voordeel: ik kwam van buiten, ik hoefde niet alles te weten, ik kon alles vragen. Mijn baan in het kort: ik verbind artiesten en bezoekers. Ik moet ervoor zorgen dat ’s avonds de magie kan ontstaan. De Carré-magie. Mensen komen hier met grote verwachtingen. Die moeten we proberen te overtreffen, elke avond.’
‘Verdriet, geluk: in Carré speelt het leven zich vaak uitvergroot af’
Hilversum
‘Daar ben ik opgegroeid. Ik kom uit een warm nest en kreeg van mijn ouders altijd veel ruimte om te onderzoeken wat ik wilde. Ik had nooit zoiets: dit wil ik later worden. Wel geloofde ik altijd, en nog steeds, dat dingen op je pad komen, dat je moet doen waar je goed in bent. Op een gegeven moment vormt zich dan een richting, en daar ga je in door. Ik heb een combinatie van psychologie en informatica gestudeerd. Ik begon met psychologie omdat de psyche van de mensen me zo interesseert. Waarom doen wij zoals we doen? Hoe nemen we beslissingen? Hoe werkt een geheugen? Psychologie is eindeloos zoeken en doorvragen en nooit helemaal de echte antwoorden vinden. Daarom ging ik informatica erbij doen. Daar is alles uiteindelijk een 0 of een 1. Heerlijk! Die studies waren een combinatie van gevoel en verstand, een combinatie die nog steeds heel belangrijk voor me is. Je werkt op basis van kennis, van inhoudelijke uitgangspunten – maar uiteindelijk moet er wel gevoel bij komen kijken. Dat is zelfs eigenlijk de essentie. Verstand en gevoel kan ik bij Carré heel fijn combineren. Veel beslissingen die we nemen zijn niet rationeel, hoewel we dat wel denken. Vraag aan mensen wat gezonder is, verse groenten of diepvriesgroenten? Bijna iedereen zal antwoorden: verse groenten natuurlijk! Wat niet zo is, tenzij je de groenten uit je eigen tuin haalt. Maar we lopen op zaterdag over de markt, zien al die verse groenten, dat doet wat met je gevoel. We zijn dan ineens niet meer zo rationeel, zonder het zelf in de gaten te hebben. Als je erkent dat dat gevoel – meestal onbewust – een belangrijke rol speelt bij het nemen van beslissingen, scheelt dat al heel erg.’
Buitenland
‘Al tijdens mijn studie ben ik in het buitenland gaan werken, als stagiaire bij Shell in Zuid-Afrika. Later werkte ik in Zuid- Afrika bij het warenhuis Woolwoths, een dochter van Marks & Spencer. Het waren heel spannende tijden. Mandela was vrijgelaten, er kwamen voor het eerst vrije verkiezingen aan, er kwam een eind aan de apartheid. Alles kon gebeuren – van hoop en vrede tot en met een burgeroorlog. Bijzonder om mee te maken. Terug in Nederland ging ik bij Unilever aan de slag, in de zeepmiddelen, als assistent brand manager van All. Wasgoed interesseerde me tot die tijd eigenlijk helemaal niks; tot kort daarvoor bracht ik mijn was nog naar mijn moeder. Dus dan is het best wel een stap om je in te leven in je doelgroep en waarom All anders is dan Omo of Ariel. Ik leerde dat ik dat kon, daar talent voor had: me inleven in doelgroepen, in consumenten, in mensen. En alweer: via ratio én gevoel.’
Azië
‘Snel daarna ging ik weer naar het buitenland, dat trok heel erg. Ik heb vijf jaar voor Unilever in Azië gewerkt: Bangkok, de Filippijnen, Singapore. Ik deed de eerste jaren het ijssegment. Ik kon úren over ijs praten – en nóg weet ik waar je in Amsterdam het beste ijs kunt krijgen. In Bangkok was mijn direct leidinggevende Khun Kannikar. Ze stond bekend als de lokale Mrs. Thatcher. Ze was hard, scherp. Maar ze deed alles wel met goede intenties en ze had een hart van goud. Zij heeft mij geleerd: choose your battles. Als je jong bent wil je alles aanpakken en veranderen. Maar je kunt niet alles voor elkaar krijgen zoals jij het wilt. Ik heb me bij haar eerst moeten bewijzen, en toen dat eenmaal gelukt was zijn we bevriend geraakt en konden we echt alles tegen elkaar zeggen. Ik leerde nog wat van haar. Zij deed haar werk met veel, véél passie. Wat ik leerde: je moet alleen dingen doen waar je je passie in kwijt kunt. Dan vloeit het, dan past het.’
Casablanca
‘Volgende plek: Casablanca. Van daaruit runde ik Unilever’s Foods bedrijf voor Marokko, Algerije en Tunesië. In Azië vond ik de cultuur zeer inspirerend. Boeddhisme, zen – dat sprak en spreekt me zeer aan – en de mensen zijn heel gastvrij. Maar wonen in Casablanca, als vrouw alleen… Ik vond het zwaar, heftig. Het was heel moeilijk om er sociaal mijn draai te vinden, omdat de cultuur zeer op de eigen familie is gericht en als vrouw alleen is het best lastig om dan ergens tussen te komen. Ik kende de lokale cultuur van Marokko niet en dat is altijd een voordeel: dan kijk je onbevangen en heb je geen last van vooroordelen. Je gaat praten, vragen. Ik had nog nooit met een tajine gekookt. Dus ik ben gewoon keukens ingegaan, met een tolk. Kijken hoe een vrouw kookte en dan maar vragen: hoe werkt dit, waarom doe je dit zo, waar haal je dat vandaan? Ik kon en kan heel onbevangen in een vreemde omgeving stappen en open vragen stellen, uitzoeken…’
Servex
‘Servex beheert veel van de winkels en restaurants op de NSstations. Bij Servex werd ik voor het eerst eindverantwoordelijk. Ik werkte samen met ketens als Rituals, Hema, Burger King en Albert Heijn – en ik heb de eerste Starbucks in Nederland mogen openen. We hadden grote plannen, met de stations. Sommige mensen hadden er geen enkel geloof in. Ha! We proved them wrong! Ik heb daar echt iets opgebouwd met een heel sterk en enthousiast team mensen. Ook nu ging het weer om: de consument snappen. Mensen hebben weinig tijd op een station, het allerbelangrijkste is die trein halen, maar wachten is ook niet leuk – dus als je dat goed weet te combineren, je aanbod op snel winkelen afstemt, dan wordt die treinreis ook weer leuk, want je hebt toch even kans gezien dat cadeautje te kopen. Of je hebt een off day en je koopt bij Rituals nog snel die badolie voor als je straks thuiskomt. Als ik nu over het station van Utrecht loop, of Amsterdam CS, dan denk ik: hé, daar heb ik aan bijgedragen! Daar ben ik best trots op, ja. Die eindverantwoordelijkheid – dat vond ik wel wat. Toen ik wegging bij Servex werkten er vijfduizend mensen in 330 winkels. Dát is een uitdaging. Die verantwoordelijkheid, die voel ik, zeker als het over mensen gaat. Die voel ik nog meer bij Carré, omdat het hier over Carré gaat.’
3 december 2012
‘Het was de dag van de grote jubileumvoorstelling. Tijdens de repetities was ik op het toneel, in de coulissen met de artiesten van die avond, onder wie Jeroen Willems. Hij werd onwel, we hebben een ambulance gebeld. Er gaat zó veel tegelijk door je hoofd. Wat er dan in een uur tijd gebeurt, is niet te bevatten. En toen kwam het vreselijke bericht: Jeroen was overleden. Je hebt je eigen emoties waarmee je worstelt – maar je bent en blijft wel eindverantwoordelijk. En dan ga je handelen op je gevoel: samen overleggen, verantwoordelijkheid nemen, dingen beslissen, van alles doen en in gang zetten. Zoals de voorstelling aflassen. Pas op het moment dat ik thuiskwam en de deur achter me dichtgooide, kwam alles echt los. Zo heftig. Het was een van de moeilijkste momenten uit mijn werkende leven. Wat ik trouwens vind: doe je nooit stoerder voor dan je bent. Zonde van de energie.’
3 april 2013
‘De dag van de uitgestelde jubileumvoorstelling. Voor heel Carré een bijzondere avond. Voor mij ook heel spannend omdat ik de hele voorstelling samen met regisseur Paul Eenens had samengesteld. Met artiesten die je raken, die mij geraakt hebben. 3 december, 3 april: huilen, lachen; verdriet, geluk. Hier in Carré speelt het leven zich vaak uitvergroot af.’
Combineren
‘Privé en werk lopen volstrekt door elkaar heen bij mij, en dat vind ik helemaal niet erg. Hoe ik het combineer? Word die vraag nou nooit aan mannelijke leidinggevenden gesteld? Maar goed: ik kan heel goed plannen en ik ben ook niet bepaald slecht in logistiek. Maar vooral: je moet voor jezelf bepaalde regels stellen en daar niet ingewikkeld over doen. Ik ben een werkende ouder; ik breng mijn dochter altijd naar school, elke ochtend. Dus als iemand voor negen uur wil afspreken – dat gaat gewoon niet gebeuren. Ik ben ook altijd dicht bij mijn werk gaan wonen zodat ik zo min mogelijk reistijd heb. Je hoort vrouwen nog weleens excuseren: Ja, sorry, ik moet eerder thuis zijn want… kind halen, kinderpartijtje… Heb ik helemaal niet, dat excuserende, dat is ook nergens voor nodig. Ik zeg gewoon: ik ben deze week al vier avonden weg, meer doe ik niet. Of: ik kan niet komen, ik heb geen oppas vanavond. Bij elke voorstelling die ik boek, boek ik een oppas erbij en soms lukt dat niet. Nou, dan niet. Klaar. En het leuke van deze baan is: dingen zijn ook te combineren. Ik werk met Kerst gewoon door, dan ben ik hier elke dag. Mijn dochter is acht jaar en die vindt het helemáál niet erg om dan mee te gaan naar het Wereldkerstcircus.’
Vooruitkijken
‘Wat ik over vijf jaar doe? Ik hoop hetzelfde als nu, met evenveel plezier. Ik geloof heel erg in het hier-en-nu-leven. En hier en nu is: Carré, waar die twee dingen – het gevoel en het verstand – voor mij nu zo prachtig samenkomen. Ik ben op mijn plek.’
Meer inspirerende verhalen? Klik hier.