Scène 1: Najaar 2001, een redactieruimte in het AKN-gebouw in Hilversum.
Een bekende tv-presentatrice werkt hard aan het nieuwe seizoen van haar programma Memories. Haar redactieteam is vertrouwd, maar productieleider Hans Mors heeft net plaatsgemaakt voor een andere man. Geen aanwinst voor de sfeer, vindt ze.
A: ‘Met Hans kon je ontzettend lachen. Hij was de clown van de redactie. En toen kwam jij. Saai. Nors ook. Je zat de hele tijd achter je bureau en bemoeide je nauwelijks met de redactie. Ik vond het helemaal niks.’ M: ‘Memories was voor mij een stap omhoog. Dat vond ik leuk, en jou vond ik wel aantrekkelijk, maar meer ook niet. In het contact bleek je een hork te zijn. Een lieve, onzekere hork, zeg ik met de kennis van nu. Altijd gehaast, zakelijk, afstandelijk, op het kille af. Zo werd je ook door anderen ervaren.’ A: ‘Daar was ik me nooit van bewust, tot ik een keer tijdens een bosdag met collega’s een spel speelde, waarbij we een dier voor elkaar in gedachten moesten nemen. Ik was een egel.’
Scène 2: Juni 2002, de Angel Studio’s in Amsterdam.
De opnamen van Memories zijn in volle gang. Lange dagen, maar altijd met een gezellige afsluiter. Ineens zien de tv-presentatrice en de productieleider elkaar van een andere kant.
A: ‘We hadden geweldig weer. Ideaal om lekker na te kletsen met de hele ploeg. Behalve met jou dan. ‘Kom er even bij zitten’, riepen we steeds. Maar jij was altijd te druk. Saai dus. Tot je toch een keer aanschoof en grappig en ad rem bleek te zijn. ‘Hij is wél leuk!’ zeiden we tegen elkaar waar je bij zat. Vanaf dat moment deed je vaker mee en raakte ik gaandeweg geïntrigeerd. Niet dat ik jou meteen wilde, maar ik wilde wel meer van je weten.’ M: ‘Jij was in mijn ogen ook ineens iemand anders. Een vrouw met veel humor, ontspannen ook. Gewoon een leuke collega.’
Scène 3: September 2002, een huis aan het Amsterdamse Vondelpark.
De productieleider en de tv-presentatrice brengen met een klein aantal bevriende collega’s een avondje door. Er hangt iets in de lucht. A: ‘Die zomer aten we twee keer met hetzelfde clubje in een schitterend huis aan het Vondelpark. Uitgebreid koken en eten tot diep in de nacht, hartstikke leuk.’ M: ‘Van de eerste keer herinner ik me dat jij later kwam, waardoor we niet samen boodschappen konden doen. Dat ik dat heel jammer vond, zegt toch wel iets.’ A: ‘Die tweede keer deden we ’s avonds Truth or Dare, en een van die vrienden vroeg mij voor de grap: ‘Durf jij Michel te zoenen?’ Vreselijk kinderachtig, maar toen hebben we elkaar dus…’ M: ‘Gezoend.’ A: ‘Niet zo heftig, toch? Maar een beetje spannend was het wel. Later die avond hebben we samen nog een tijd in de tuin gestaan, heel dicht bij elkaar. Net als in een film.’
Scène 4: November 2002, een tapasrestaurant in Hilversum.
De tv-presentatrice en de productieleider gaan uit eten met het team van Memories. De spanning loopt op, maar hoe moeten ze verder?
A: ‘Kort na die avond in Amsterdam vroeg ik jou een keer mee uit eten. Ontzettend leuk was dat, maar toen ik bij het afscheid vroeg of je wilde zoenen, zei je nee.’ M: ‘En voegde eraan toe: ‘Dan wil ik misschien wel meer.’’ A: ‘Best verstandig dus. Ik was gescheiden en vrij als een vogel, maar jij woonde samen.’ M: ‘Met de moeder van mijn dochter. Erg complex allemaal, al liet mijn gevoel zich niet tegenhouden. Op de avond van dat groepsetentje wilde ik per se naast jou zitten in het restaurant.’ A: ‘En ik naast jou. Na afloop vroeg ik of je zin had om nog wat te gaan drinken in een café met live muziek.’ M, plagerig: ‘Waar uiteindelijk helemaal geen live muziek bleek te zijn. Ik dacht nog: deze vrouw doet echt alles om me te veroveren…’ A: ‘Na sluitingstijd nodigde ik je uit voor een glas bij mij thuis, maar over zoenen begon ik natuurlijk niet meer. Uren hebben we zitten praten, tot je om half vier eindelijk zelf het initiatief nam. Toen zei ik: ‘Nu moet je naar huis en heel goed gaan nadenken. Ik wist allang dat je niet lekker zat in je relatie en besefte dat er iets moois kon groeien tussen ons, maar dan moest jij wel een knoop doorhakken. Ik had geen zin in wat gescharrel in de marge. Alles of niets.’ M: ‘Het heeft nog een maand geduurd voordat ik thuis vertelde dat ik wilde stoppen. Heel pijnlijk en ingrijpend natuurlijk. Ik was zo verward dat ik me even voor iedereen heb afgesloten. Ook voor jou.’
Scène 5: Augustus 2003, het Four Seasons hotel in Berlijn.
De productieleider en de tv-presentatrice zijn voor het eerst samen op vakantie. Alles is nieuw, en toch ook weer niet.
M: ‘Begin 2003 was het officieel aan tussen ons. Jij hebt me zelfs nog een keer doelbewust gezoend in de lift in het AKN-gebouw. Een glazen lift, welteverstaan. Binnen tien minuten wist het hele bedrijf het. Ongelofelijk trouwens wat mensen binnen en buiten de KRO zich vervolgens permitteerden aan goedbedoelde adviezen. Iedereen had een mening over jou.’ A: ‘En die meningen waren niet overwegend positief.’ M: ‘Puur omdat je een BN’er bent. Ik werd gewaarschuwd dat ik niet meer was dan een nieuw speeltje. Binnen een half jaar lag ik vast bij het oud vuil.’ A: ‘Die waarschuwingen heb jij allemaal in de wind geslagen.’ M: ‘Ik voelde heel sterk dat het klopte tussen ons, en dat was ook zo. We bleken zelfs rimpelloos vakantie te kunnen vieren.’ A: ‘Terwijl jij kamperen háát en ik met een tentje naar Potsdam wilde.’ M: ‘Dat tentje was zo groot als onze eettafel.’ A: ‘Hoe kleiner hoe beter, toch? We stonden op een compleet afgeragde camping, maar wel pal aan een meertje.’ M: ‘Waarin jij elke morgen een paar pijlsnelle baantjes trok. Best confronterend: ik hield je gewoon niet bij.’ A: ‘In Berlijn hadden we een sfeerloze hotelkamer met uitzicht op een blinde muur. ‘Hier gaan we weg’, riep ik prompt, en googelde het Four Seasons. ‘Weet je wel hoeveel dat kost?’ vroeg je nog, maar dat kon me niet schelen. Een enorme suite kregen we daar, heerlijk.’ M: ‘Je zat vol verrassingen, en tegelijkertijd was er een enorm vertrouwd gevoel.’ A: ‘Meteen vanaf het begin, hè? Ik heb je ook al snel verteld wat er niet aan mij deugde. Inclusief mijn reuma, en dat ik misschien ooit in een rolstoel terecht zou komen die jij dan zou moeten duwen. Nu kun je nog weg, dacht ik, maar je ging niet.’
[gallery columns="2" link="file" size="medium" ids="3473,3472"]
Scène 6: Januari 2006, het Beatrix Theater in Utrecht.
Een KRO-collega neemt afscheid met een bezoek aan de musical Mamma Mia! Wat een leuke avond had moeten worden, eindigt in misère. De tv-presentatrice en de productieleider raken elkaar kwijt, of in elk geval bijna.
A: ‘In de pauze ging het mis. We waren met ons groepje de zaal uit gelopen, ik riep: ‘Even naar de wc!’ en verdween vervolgens in de menigte. Toen ik terugkwam, was jij nergens meer te zien.’ M: ‘Ik was je overal gaan zoeken. Je mededeling over de wc had ik gemist.’ A: ‘Toen we elkaar aan het einde van de pauze weer zagen bij onze stoelen, was jij woedend. Zoveel boosheid om niks terwijl je altijd enorm evenwichtig bent, hoe kán dat?’ M, laconiek: ‘Nou, dat kan. Ik had me enorm opgelaten gevoeld. Iedereen vroeg waar jij was en ik had geen idee. Op een gegeven moment dacht ik zelfs: ze is weggegaan.’ A, ironisch: ‘Héél realistisch! Na een ijzige tweede helft liepen we naar de parkeergarage en in mijn auto heb ik uitgelegd wat er nou feitelijk gebeurd was. Maar jij accepteerde mijn uitleg niet en slingerde een verschrikkelijk woord naar mijn hoofd.’ M: ‘Ik stapte uit en sloeg het portier keihard dicht in de hoop dat het raam zou breken, wat overigens niet lukte. Eenmaal buiten besefte ik dat het een toch wel heel gedoe zou worden om thuis te komen, dus ben ik maar weer ingestapt.’ A: ‘Opportunist! Ik nam je nog mee ook, terwijl ik op dat moment het liefst vier keer over je heen had willen rijden. Blijkbaar was ik toch bang om je kwijt te raken.’ M: ‘En ik jou. Volgens mij was ik daarom zo in paniek.’
Scène 7: Oktober 2006, een boxerkennel in het Drentse dorpje Elim.
De productieleider is inmiddels opgeklommen tot een hoge managementfunctie. Samen met de tv-presentatrice vindt hij het hoog tijd voor een liefdesbaby. Ze voegen de daad bij het woord.
A: ‘Gaan samenwonen was een geleidelijk proces. Een kind van ons samen paste daar niet in, besloten we al snel. Met de drie kinderen die we hebben was het al ingewikkeld genoeg.’ M: ‘Dus werd onze liefdesbaby een hond. We zijn allebei dol op boxers en jij vond een nestje in Elim.’ A: ‘Zo kwam Boeddha in ons leven. Toen we hem ophaalden had ik nog geen honderd meter gereden, of van de achterbank klonk het: ‘Mama, hij plast en hij poept!’ Ik ben meteen naar de dichtstbijzijnde supermarkt gesneld en heb een rol keukenpapier gekocht.’ M: ‘Stond er een paar weken later in het lokale sufferdje: ‘Heeft Anita Witzier een tweede huis in Elim?’’ A: ‘Boe was jouw grote vriend. Een majestueuze hond, en zo lief.’ M: ‘Helaas had Boe een hartafwijking. Hij is maar drieënhalf jaar geworden en in mijn armen gestorven.’ A: ‘We zijn nog met gierende banden naar de dierenarts gereden, maar bij aankomst was hij al dood. Wat hebben we staan snikken over die behandeltafel.’ M: ‘Nu staat de as van Boe in een urn op het dressoir en hebben we Ollie, een vrouwtje. Maar op Boe’s sterfdag organiseren we nog elk jaar een kaasfondue voor goede vrienden.’ A: ‘Boe was zo dol op kaas.’
Scène 8: 2 Februari 2013, een café in het Zuid-Hollandse dorp Groot-Ammers.
De vader van de tv-presentatrice is overleden. Het afscheid is ontroerend, vindt de tv-manager.
A: ‘Mijn moeder overleed begin 2003, toen het net aan was tussen ons. Mijn vader heb je goed gekend.’ M: ‘Hij was begrafenisondernemer van beroep, en na zijn overlijden bleek jij perfect in zijn rol te passen. Het was echt de mooiste uitvaart ooit. In het rouwcentrum hield je een fantastische toespraak die van A tot Z klopte, compleet met foto’s en geluidsfragmenten. Daarna werd de kist in een koets met paarden door het hele dorp gereden.’ A: ‘Langs ons oude huis, precies zoals mijn vader het wilde. De klokken luidden, de zon ging schijnen…’ M: ‘Ter afsluiting gingen we naar het bruine café waar je vader vaak kwam. Familie, vrienden, collega’s, alles door elkaar.’ A: ‘Een café afhuren voor een begrafenis, dat was in het dorp nog nooit vertoond.’ M: ‘Het was verdrietig, maar ook hoopvol.’ A: ‘En jij was zoals altijd mijn steun en toeverlaat.’
Scène 9: Najaar 2013, een restaurant in Istanbul.
De tv-manager is zo gelukkig met de tv-presentatrice dat er een ring in zijn jaszak brandt.
M: ‘De kinderen begonnen erover te praten dat het zo leuk zou zijn als wij gingen trouwen. Dan weet je dat het kan. Samen met jouw dochter en de mijne heb ik een ring uitgezocht. Die ging mee tijdens ons tripje naar Istanbul. De eerste avond had ik hem in de zak van mijn jasje gestopt, maar omdat het zo warm was, trok ik vlak voordat we uit eten gingen iets anders aan. Pas veel later dacht ik: verrek! De volgende avond moest het gebeuren, vond ik, maar in het leuke restaurantje waar we na enige omzwervingen terechtkwamen, bleken er Nederlanders naast ons te zitten. Toen die eindelijk waren vertrokken, ben ik op mijn knieën gegaan.’ A: ‘Je stak een heel verhaal af over wat we samen allemaal hadden meegemaakt. Ik dacht eerst nog: waar wil hij heen?’ M: Je zei ja, dat was het belangrijkste. En onze dames kregen meteen een foto van de ring aan jouw hand.’
Scène 10: Winter 2014, een woning aan de rand van het Gooi.
De tv-presentatrice krijgt een nieuw programma waar ze zich erg op verheugt. De man met wie ze sinds een paar maanden getrouwd is, heeft daar de hand in gehad.
A: ‘Jij was in september 2014 begonnen als manager tv bij de KRO-NCRV. Ik val rechtstreeks onder de directie, dus zakelijk spreken we elkaar eigenlijk nooit. Maar jij hebt samen met twee andere managers wel een belangrijke invloed op veel zaken, ook welke presentator welk programma krijgt.’ M: ‘Ik weet heel goed wat ik wel en niet aan je kan vertellen.’ A: ‘Prima, zolang je thuis maar geen managerstoontje aanslaat. Ik ga ook niet naar dingen hengelen.’ M: ‘Niemand is volstrekt objectief, maar als ik vind dat een programma niet bij jou past, dan zeg ik dat. Daar ga ik niet politiek correct over doen.’ A: ‘Ook niet als ik zeg: “Aaaah!”’ M: ‘Wat je niet doet, overigens.’ A: ‘Jij en je collega’s hadden in al jullie wijsheid besloten dat Anita wordt opgenomen (waarin Anita ruim drie twee maanden cliënten in een psychiatrische kliniek volgde, red.) wel iets voor mij was.’ M, droog: ‘We moesten ook wel met die titel.’ A: ‘Door dat programma realiseer ik me nog beter dat mensen met een psychiatrische stoornis vaak ernstig ziek zijn en het vooral heel erg zwaar hebben. En dat je ze echt nooit mag wegzetten als ‘gek’. Gelukkig kregen we dat ook terug van de kijkers.’ M: ‘Jouw grote kwaliteit is dat je bijna terloops de diepte ingaat en zelfs in de zwaarste gesprekken luchtigheid weet te brengen. En je maakt jezelf nooit belangrijker dan je gasten.’ A: ‘Het knappe van jou vind ik dat je ook in de stressvolste situaties de grote lijn vasthoudt en staat voor de beslissingen die je neemt. En je kunt heel goed mensen met elkaar verbinden. Maar privé gaat het ook om andere dingen.’ M: ‘Om houden van.’ A: ‘Van jou heb ik geleerd dat liefde onvoorwaardelijk kan zijn.’
Anita & Michel Anita Witzier werd op 10 november 1961 geboren in Gouda. Ze studeerde korte tijd Engels en rechten, kreeg een baan bij Veronica en debuteerde in 1989 als omroepster. In 1996 stapte ze over naar de KRO, waar ze programma’s presenteerde als Tien voor Taal, De Nationale Opvoedtest, Blootgewoon en Anita wordt opgenomen. Sinds 1997 presenteert ze Memories.
Michel Nillesen werd op 9 december 1965 geboren in Deventer. Hij studeerde Duits en geschiedenis. Begonnen als productieassistent bij diverse speelfilms werkte hij als locatiescout voor onder andere de speelfilm All Stars. Vervolgens ging hij als producer aan de slag bij de KRO. Michel is nu manager tv bij KRO-NCRV.
Met dank aan Villa Nicola.