Margôt Ros en Jeroen Kleijne: ‘We moesten zoeken naar een andere manier van samenzijn’

Scènes uit een Huwelijk met Margôt en Jeroen.

Zij was klaar om weer te daten, hij was toevallig bij hetzelfde kerstige Wham-weekend. En hun eerste zoen voelde “alsof er een raket afging”. Margôt Ros (57) en Jeroen Kleijne (57) vertellen over hun bijzondere momenten samen, maar ook over de heftige tijd na haar ongeluk. “We moesten zoeken naar een andere manier van samenzijn.”

Scène 1

22 december 2014. Een ‘kersthuis’ in Wapserveen, Drenthe.

Margôt en Jeroen zijn allebei door vrienden uitgenodigd om met z’n allen de kerstperiode in te luiden.

J: “De beste vriendin van Margôt en een goede vriendin van mij organiseerden altijd een ‘kersthuis’ met een groep vrienden, van die Wham-achtige taferelen. Margôt en ik gingen als enige twee singles mee.”
M: “Ze hadden het niet bewust zo gepland, maar mijn vriendin merkte wel op dat Jeroen ook zou komen. “Een heel leuke man, en oh ja, hij is vrijgezel”, zei ze.”
J: “Nee, het was geen koppelpoging, (lachend) al zijn er achteraf wel mensen die het succes van onze relatie hebben geclaimd. We liepen allebei die boerderij binnen en daar zagen we elkaar voor het eerst. Het was niet meteen ‘kaboem’, maar ik was wel geïnteresseerd in deze dame en andersom zij ook wel in mij, denk ik.”
M: “Gaandeweg raakten we steeds meer met elkaar in gesprek en gingen we ook steeds vaker los van de groep zitten. Ik dacht: goh, wat een interessante man. Het grappige was dat ik me kort daarvoor had voorgenomen dat ik maar weer eens moest uitgaan met leuke mannen. Twee jaar na mijn scheiding vond ik dat ik daar wel klaar voor was. Wel moest een man voldoen aan drie dingen: hij moest niet stinken, vrijgezel zijn en mijn leeftijd hebben. En toen was daar dus Jeroen. Ik ging iets eerder naar huis en hij liep met me mee om mijn tassen te dragen. Op dat moment besefte ik: dit is zo’n man! Bij het weggaan heb ik gevraagd of hij een keer iets met mij wilde gaan drinken?”
J: “Ik was niet heel erg op zoek naar een nieuwe relatie, maar ik dacht wel: leuk om met haar af te spreken voor een date.”
M: “Wat mij vooral opviel, is dat Jeroen en ik zo goed in gesprek konden blijven, dagenlang zelfs. We konden ons overal over verwonderen en overal iets van vinden met elkaar. Dat vond ik echt bijzonder, en dat vind ik nog steeds zo.”
J: “We bleken ook veel parallellen in ons leven te hebben, maar waren elkaar nooit eerder tegengekomen. Soms kom je iemand tegen op het juiste moment. Als onze ontmoeting twintig jaar eerder was gebeurd, was het misschien nooit iets geworden.”
M: “Dat weet ik wel zeker, want Jeroen is een heel andere man dan ik tot dan toe in mijn leven had gehad. De lang gerijpte champagne, die bubbelt en bruist.”

Margôt Ros en Jeroen Kleijne

Scène 2

31 januari 2015. Eetcafé ’t Blaauwhooft aan het Hendrik Jonkerplein in Amsterdam.

Margôt en Jeroen hebben een maand na hun eerste ontmoeting hun eerste date. Eentje die eindigt met knuffelbeesten.

J: “Ik had ’t Blaauwhooft uitgekozen voor onze date, omdat het een van mijn stamkroegen is, waar je ook lekker kunt eten. Margôt was iets te laat.”
M: “Ik stond nog bij Ikea om van alles te ruilen, want ik zat in een mini-verbouwing van de slaapkamer van mijn dochter. Het duurde eindeloos en ik baalde ervan, want ik wilde natuurlijk niet te laat komen.”
J: “En toen zagen we elkaar en was het toch een ander gevoel dan die eerste keer. Er was gewoon meer spanning, omdat we nu een echt afspraakje hadden.”
M: “Vervolgens hebben we tot ver na sluitingstijd in dat restaurant gezeten; we bleven maar praten. Op een gegeven moment dacht ik: dit wordt heel gênant, we moeten nu echt gaan.”
J: “En dus gingen we buiten op een bankje verder ouwehoeren.”
M: “Een goede vriendin had tegen mij gezegd: “Als je een date hebt, moet je op zijn minst wel even zoenen.” Ik dacht: ga ik dat nu echt doen? Ik was drieëntwintig jaar met dezelfde man geweest, dus ik vond het wel spannend. Maar ik deed het toch. Op dat moment ging er voor mijn gevoel een soort raket af – dit was heel erg leuk! We hebben nog een hele tijd op dat bankje zitten zoenen en zijn toen naar mijn huis gegaan.”
J: “Het was wel grappig, want Margôt zat midden in de troep en er lagen allemaal knuffels op haar bed.”
M: “Dat waren de knuffels van mijn dochter, die had ik vanwege de verbouwing op mijn eigen bed gegooid. Ik kreeg er de slappe lach van, want wat moest die man wel niet denken van die tachtig knuffelbeesten.”
J: “Het werd uiteindelijk een fantastische nacht.”
M: “En eigenlijk waren we vanaf dat moment gewoon samen. Al heb ik dat nog wel een tijdje voor me gehouden. Als je het meteen met iedereen gaat delen, moet je er ook iets van vinden, en ik wilde hem nog even in mijn eigen hart bewaren.”

Scène 3

Juli 2015. Omgeving van Möhensee, het grootste stuwmeer van het Duitse Sauerland.

Margôt en Jeroen gaan voor het eerst samen op vakantie, rond-trekken met een Citroën Romahome.

J: “We hadden een aantal mooie dates gehad en al vrij snel was het duidelijk dat Margôt en ik ook samen op vakantie wilden. Een vriendin van haar bleek een fantastisch ieniemini campertje te hebben, dat we mochten lenen.”
M: “Niet meer dan een bed op vier wielen, heel schattig. Al paste Jeroen er niet eens in, maar dat vond hij niet erg. “Ik slaap toch altijd met mijn knieën omhoog”, zei hij. In Duitsland mag je op bepaalde locaties wildkamperen en dan sta je dus echt met z’n tweeën midden in de natuur, op heel romantische plekken. We hebben daar veel gewandeld, met elkaar gepraat, spelletjes gedaan en gezwommen in het meer. Met helemaal niemand om ons heen.”
J: “Ik ervaarde het als extreem romantisch. We houden allebei best van luxe, maar dat simpele had ook echt iets.”
M: “Ja, nu we het er zo over hebben, denk ik: ik wil terug!”

Margôt Ros en Jeroen Kleijne

Scène 4

29 augustus 2015. M-Lab aan het Amsterdamse IJ.

Margôt viert haar vijftigste verjaardag. Voor Jeroen de eerste kennismaking met haar vrienden en familie, die hij meteen weet te verrassen.

J: “Margôt en ik zijn allebei wel van het vieren, dus toen zij als eerste van ons twee vijftig werd, had ze een groot feest georganiseerd. We kwamen aanrijden met het geleende campertje; het leek bijna of we gingen trouwen.”
M: “Jeroen kende nog vrijwel niemand van mijn vrienden en familie, alleen mijn kinderen had hij al ontmoet. En toen ging hij dus een lied voor mij zingen, dat vond ik echt heel spannend.”
J: “Iedereen deed sketches en stukjes voor Margôt en ik had besloten om voor haar te zingen. Het werd De pont naar Noord van Jeroen Zijlstra, een liefdeslied waarin ik zong: liefste de boot is aan, wil je met mij mee naar huis toe gaan? Het was ook meteen mijn manier om mezelf voor te stellen aan haar vriendenkring.”
M: “Ik vond het zo romantisch. Na afloop kwamen er ook allemaal mensen naar me toe die zeiden: “Wat is dit voor een leuke jongen!” Jeroen viel enorm in de smaak, ook omdat hij de hele avond op de dansvloer stond. Daar houden wij allebei heel erg van.”
J: “Kort daarvoor had Margôt ook al kennisgemaakt met míjn vriendenkring, toen ze meeging naar het huwelijk van mijn beste vriend.”
M: “Ik voelde wel: nu is het serious business. Nadat we op mijn feest tot heel laat hadden gedanst, eindigden we met een groepje bij een groot vuur aan ’t IJ. Letterlijk met geknetter en sprankeling. Het was zo bijzonder om te vieren dat ik vijftig werd én dat we nu echt met elkaar gingen.”

Scène 5

29 januari 2018. DeLaMar Theater in Amsterdam.

Margôt loopt tijdens de jubileumvoorstelling van het Luxor met haar hoofd tegen een metalen balk aan. Een ongeluk met grote gevolgen.

M: “Ik speelde een voorstelling met Maike Meijer, Martin van Waardenberg en Wilfried de Jong en moest me tussendoor omkleden. Dus rende ik in het donker het podium af, keihard tegen een metalen balk aan. Het was een decorstuk voor een volgende scène, dat daar niet hoorde te hangen. Op handen en knieën ben ik over de grond gekropen, ik voelde me heel dizzy en het deed ontzettend veel pijn. Maar ik bloedde niet, dus daarna heb ik toch verder gespeeld. Wel heb ik me een beetje aan Maike vastgehouden, zodat ik niet de orkestbak in zou gaan.”
J: “Ik was er die avond niet bij, maar ik zou na afloop wel naar haar toe komen. Lag ze daar op een bankje met een zak ijs.”
M: “Ik heb me laten onderzoeken en bleek een hersenschudding te hebben. “Doe maar een beetje rustig”, zei de dokter, maar ik mocht wel weer spelen. Na een week werd de hoofdpijn echter steeds erger. Ik kon niet meer tegen licht en geluid, niet goed nadenken, niet concentreren en langzaam draaide alles in de soep. Mijn hersenen deden het gewoon niet goed meer.”
J: “Je denkt: ze heeft een hersenschudding, dat is even een weekje doorbijten. Maar het bleek een enorme nasleep te hebben.”
M: “Ik had Post Commotioneel Syndroom (PCS), zo heet het officieel als je hersenschudding niet overgaat binnen een paar weken. Het zette onze relatie ook in een heel ander daglicht, want ik kon eigenlijk niet goed meer mensen om me heen velen. Jeroen en ik moesten zoeken naar een andere manier van samen zijn, naar dingen die ik wel kon doen. Dan gingen we in plaats van lekker te dansen samen een blokje om lopen. Méér lukte me niet.”
J: “Voor mij was het ook pittig om een stapje terug te moeten zetten. Maar Margôt heeft altijd oog gehad voor mijn behoeftes in het verhaal, dat vind ik heel fijn. Het scheelde dat we niet samenwoonden, dan is het iets makkelijker om afstand te nemen van de situatie. Op het moment dat zij zich heel beroerd voelde, zei ze: “Kom maar niet”, en dan ging ik dingen doen met vrienden. Als het iets beter ging, had ze gelukkig wel altijd de behoefte om mij te zien.”
M: “Jeroen was tijdens mijn revalidatie zeer belangrijk voor mij, omdat hij heel goed is in structuur aanbrengen. Hij hielp me naar dingen toe te werken. Dan vroeg hij: “Wat wil je doen?” En als ik dan zei dat ik graag naar de bioscoop wilde – wat ik echt niet meer kon – hielp hij me door eerst opnieuw te leren televisie te kijken en een simpele aflevering van Friends op te zetten. Ook zijn positiviteit is heel belangrijk geweest. Ik heb vaak genoeg gedacht: gaat dit ooit nog over? Maar hij zei altijd: “Jij komt hier hoe dan ook doorheen.” Gelukkig ben ik zelf ook optimistisch ingesteld.”
J: “Als je nog niet zo lang samen bent, zoals wij toen, is seks extra belangrijk. Gelukkig had zij daar wél behoefte aan, juist om haar lijf weer te kunnen voelen. Dat maakte het voor mij ook makkelijker, want als ze twee jaar lang had gezegd: “Dat hoeft voor mij niet meer…””
M: “… schat, ik heb hoofdpijn, haha.”
J: “Dat had wel druk op onze relatie gelegd.”
M: “Ik zocht dingen die me energie gaven, en seks brengt energie. Dan ging ik liever de hele dag niets doen, zodat ik ’s avonds met Jeroen kon zijn. Inmiddels gaat het een stuk beter. Ik ben er nog niet, maar het bruist en bubbelt weer. Afgelopen zomer heb ik op de Parade gestaan en ik ga binnenkort weer het toneel op met een solovoorstelling.”
J: “Toen ik zag met hoeveel energie en power ze daar op de Parade stond, was ik blij om de oude Margôt weer een beetje terug te zien.”

Het hele interview lees je in de nieuwe Elegance die nu in de winkel ligt.

Tekst: Jill Waas | Fotografie: Stef Nagel | Styling & productie: Brigitte Kramer 

Laatste nieuws