Reina Ovinge is eigenaresse van The Knitwit Stable, een boerderij en kleinschalige breistudio in Baambrugge bij Amsterdam dat zich inzet om verantwoorde wolproductie te herintroduceren in de mode-industrie. Waar ze eerst jarenlang inkoper en leverancier van knitwear was, ontwikkelt ze nu zelf lokaal geproduceerde producten van Nederlandse wol, waarbij ze onder andere de wol van haar eigen angorageiten en merinoschapen gebruikt. Onlangs sloeg ze de handen ineen met modemerk Scotch & Soda. Wij spaken haar.
Scotch & Soda x The Knitwit Stable
Scotch & Soda brengt samen met The Knitwit Stable een limited edition unisex vest van Nederlandse wol op de markt, waar slechts 50 stuks van zijn gemaakt. Deze samenwerking past perfect bij de duurzaamheidsstrategie van het modemerk. Dit initiatief is een van de stappen die het merk onderneemt om meer gebruik te maken van Nederlandse wol en zodoende een bijdrage te leveren aan het verminderen van afval. Want de wol die anders op de vuilnisbelt zou zijn beland, komt nu in de toeleveringsketen van Scotch & Soda terecht.
De vesten zijn gebreid van 100% natuurlijke, ongeverfde wolgarens die voor 80% afkomstig zijn van witte texelaars en voor 20% van alpaca’s die in Nederland grazen. Ze zijn nu te koop op www.scotch-soda.com en in een selectie winkels.
5 vragen aan… actrice Hannah Waddingham
5 Vragen aan…
Wij spraken Reina Ovinge, eigenaresse van The Knitwit Stable, over het leven op een schapenboerderij, haar connectie met mode en de samenwerking met Sotch & Soda.
1. Hoe is het leven op een schapenboerderij?
“Het kan soms erg hectisch zijn. Er is elke dag veel te doen. We letten op het welzijn van de dieren, dat betekent goed landbeheer en ook controle op hun gezondheid, want soms kunnen ze kreupel zijn of wormen hebben. We streven naar een optimale wolkwaliteit en ik heb het geluk dat ik hulp krijg van Cees, iemand met veel verstand van dierhouderij. Hij is gepensioneerd, maar zo gedreven om met de schapen en geiten te werken. Het is vooral heel erg leuk. Soms springt er een schaap over de sloot of probeert een kijkje te nemen in ons breiatelier. Elke dag is echt anders.”
2. Hoe ziet een gemiddelde dag eruit?
“Als bedrijfseigenaar (of boer) heb ik niet echt een typisch 9-5 schema, dus ik ben altijd bezig met-, of denk na over The Knitwit Stable. Meestal sta ik vroeg op om de schapen en geiten te voeren en de breistudio te openen. Op de meeste dagen werken er stagiaires of medewerkers in het atelier om te helpen met het breien van kledingstukken en het afhandelen van klantorders. De lunchpauze is een belangrijk moment voor mijn team en mij. We komen bij elkaar en staan stil bij de ontwikkelingen die gaande zijn in The Knitwit Stable. We vieren successen, verwerken tegenslagen en maken grapjes. Er zijn dagen dat klanten komen passen, of dat ik met partners overleg over een samenwerking met Nederlandse wol. Ook geven we workshops in The Knitwit Stable voor ondernemers, studenten en geïnteresseerden om hen te informeren en voor te lichten over lokaal produceren.”
3. Wat is je connectie met mode?
“Na mijn afstuderen aan het Amsterdam Fashion Institute (voorheen Hogere Technische School voor Mode), heb ik gewerkt als brei inkoopster voor een warenhuis. Daarna ben ik mijn eigen bedrijf begonnen als leverancier in China, India en Bangladesh. Met voortschrijdend inzicht realiseerde ik me dat dit niet meer de rol was die ik in de industrie wilde vervullen. Dus besloot ik het bedrijf te verkopen en kocht ik een boerderij. Niet lang daarna kreeg ik drie geiten voor mijn verjaardag. En na de eerste keer scheren begon ik me af te vragen wat er eigenlijk allemaal komt kijken bij het verwerken van wol tot er garen van worden gesponnen en het uiteindelijk een kledingstuk wordt. De reis om dit proces te onderzoeken bracht me naar Zuid-Afrika, waar de meeste wolverwerking plaatsvindt. Ik bekeek elk aspect van deze industrie en maakte er een documentaire over, waarbij ik een zak wol van mijn geit Billy meenam. Het gaf me veel inzicht in het werk dat nodig is om garen voor gebreide kledingstukken te maken, en ik wilde deze industrie dichter bij Nederland brengen, aangezien het een land is met veel schapen. Wol is echt een geweldige grondstof en ik hou van duurzame en eerlijke mode.”
4. Hoe is de samenwerking met Scotch & Soda tot stand gekomen?
“We werden benaderd door Scotch & Soda om samen te werken aan een item gemaakt met Nederlandse wol. We besloten met hen samen te werken omdat zij ons op lange termijn willen ondersteunen door gebruik te maken van een deel van de 1,5 miljoen kilo Nederlandse wol die jaarlijks wordt geproduceerd en momenteel nauwelijks wordt verwerkt of gebruikt. Deze week markeerden we onze eerste samenwerking met de lancering van een limited-edition unisex cardigan. Gebreid met 100% natuurlijke, ongeverfde garens, van 80% Witte Texelaar schapen en 20% alpaca, die in Nederland grazen, zijn de vestjes gemaakt bij The Knitwit Stable. De fabricage van elk vest duurt ongeveer een dag en gebruikt ongeveer twee kilo ruwe wol. De reacties tot nu toe zijn geweldig en we zijn erg blij met het resultaat. Volgend jaar zullen er nog meer volgen.”
5. Hoe duurzaam en diervriendelijk is wol?
“Wol heeft, net als alles wat mensen produceren en gebruiken, op de een of andere manier invloed op het milieu. We streven ernaar de wolverwerking en het breien zo duurzaam mogelijk te maken. Schapen maken deel uit van de natuurlijke koolstofcyclus: ze verbruiken de organische koolstof die in planten is opgeslagen en zetten die om in wol. Vijftig procent van het gewicht van wol is pure organische koolstof. Wol is biologisch afbreekbaar op het land en in het water, dus als een vezel op basis van proteïne draagt wol niet bij aan de vervuiling door microplastics. Wollen producten hebben een lange levensduur, wat betekent dat ze langer worden gebruikt of gedragen dan andere textielvezels producten en minder vaak worden gewassen dan welk ander materiaal ook. Wol is niet alleen duurzaam, het is ook een zeer goed recyclebaar materiaal. Wij richten ons op de meest diervriendelijke manieren om Nederlandse wol te produceren. De meeste geiten moeten twee keer per jaar geschoren worden en een schaap minstens één keer. Wij doen niet mee aan muilezels of andere praktijken die wij dubieus vinden. De gezondheid en het welzijn van de schapen en geiten blijft onze eerste prioriteit.”
